1^e Sergeant-vlieger (Flight Sergeant) Peter Mertens was de eerste Belg die omkwam in de rangen van het Bomber Command. Zijn Vickers Wellington Ic (X3167 ‘OJ-H’) van 149 Squadron stortte neer in zee tijdens een raid naar Kiel. De hele zeskoppige bemanning kwam om het leven, twee van hen liggen te Kiel begraven, wat ons doet vermoeden dat de Wellington in de Oostzee te pletter stortte. Mertens was boordschutter en is sindsdien vermist. Zijn naam vinden we terug op het Runnymede Memorial.

Om 00.58u. behaalde Oblt Heinz-Wolfgang Schnaufer samen met zijn Bordfunker Lt Leo Baro een eerste overwinning die nacht. De Stirling MkIII BF530 ‘OJ-B’ van 149 Squadron was om 23.30u. Britse tijd opgestegen van Lakenheath. Terwijl de Nieuw-Zeelandse radiotelegrafist, F/Sgt R. Hodge, zich naar de astrodome begaf, hoorde hij de projectielen doorheen de wand van de bommenwerper slaan. De granaten en kogels van Schnaufer hadden de lading brandbommen ontstoken. F/O George Cozens, de gezagvoerder begon te schreeuwen “Snel, verlaat het vliegtuig!”.

Het laatste verlies van Bomber Command voor deze nacht boven België was de Stirling EE880 ‘OJ-O’ van 149 Squadron die om 02.33u. te Houwaart werd neergeschoten. Het was de dertigste overwinning voor Major Walter Ehle, de Gruppenkommandeur van Sint-Truiden.

Tijdens de nacht van 13/14 mei 1943 zette het 149 Sqdn vanop Lakenheath vijftien Stirlings in. Twee toestellen keerden niet meer terug. Eén ervan was de 'OJ-E' (BF479). Deze was een kwartier na middernacht vertrokken maar werd - waarschijnlijk tijdens de heenweg - onderschept door een nachtjager van de II./NJG 1. Waarschijnlijk werd dit Duitse toestel bemand door de bemanning Ofw Schellwat en Uffz Willmann - zij claimden die nacht immers een Stirling om 2u.02. De Stirling, en de volledige zevenkoppige bemanning kwamen te Kasterlee aan hun einde.

Op maandagavond 20 oktober zendt Bomber Command vijfendertig bommenwerpers naar Antwerpen. Drie ervan zullen niet terugkeren.

Om 18u29 stijgen vijf Vickers Wellingtons van het 149 'East India' Squadron op, richting Antwerpen. Een van de vijf Wellingtons keert die avond echter al vlug terug, de radio functioneert niet naar behoren; twee andere toestellen wisten het doel niet te localiseren en keren onverrichterzake naar de basis terug.

Kollak doorkruiste een heel deel van het Belgisch luchtruim op zoek naar een tweede slachtoffer, die uiteindelijk de Stirling I 'OJ-Q' (R9164) van het 149 Squadron (basis Lakenheath) zou zijn. De bemanning zou haar tiende missie niet overleven, zij stierven ten zuiden van Tongrinne (7 km ZW van Gembloux) en rusten te Gosselies : F/Sgt Maurice J. Kynaston, piloot, 21 jaar - Sgt Eric D. Booty, boordmeccano, 25 jaar - Sgt W. Walker, 33 jaar, en Sgt John A. Waterman, 19 jaar, de waarnemers - Sgt John Collumbell, radiotelegrafist, 27 jaar - Sgt Alfred C. Rault, 21 jaar en Sgt Ronald A.

Boven de provincie Henegouwen werd omstreeks kwart voor één de Stirling 'OJ-R' (W7572) van het 149 Squadron onderschept. Deze Stirling was om 20u.45 van Lakenheath opgestegen, en tijdens de terugvlucht kwam deze onder vuur te liggen van de Messerschmitt bestuurd door Ofw Reinhard Kollak van de III./NJG 4. Kollak vuurde de eerste maal met zijn boordkanonnen op de onderzijde van de 'OJ-R', waarbij de staart vrijwel onmiddellijk vuur vatte. Drie minuten later keerde Kollak terug, ditmaal bewerkte hij de brandende Stirling met zijn machinegeweren.

Boven de Antwerpse Kempen had de bemanning Petersen/Leidenbach (6.Staffel) een Stirling van hetzelfde 149 Sqdn in het vizier. De Duitse piloot kon zijn slachtoffer niet ontwijken en ramde de bommenwerper. F/Sgt E.W. Whitney wist zijn R9314 'OJ-T' in bedwang te houden en vervolgde zijn koers naar de Noordzee toe. De 'OJ-T' was echter te zwaar beschadigd, de rugkoepelschutter zag tot zijn ontzetting dat na de klap en het daaropvolgende gekraak de staartkoepel, met de schutter Sgt Keith Roderick finaal weggemaaid waren.

Tijdens de nacht van 5/6 juni 1942 is het weerom de stad Essen die het moet ontgelden.

Op de terugweg werden ondermeer de Stirlings van het 149 Sqdn onderschept. Om 2u27 hing de Messerschmitt van Oblt Barte en zijn 'Bordfunker' Uffz Pieper (4.Staffel) in de staart van de W7508 'OJ-D'. In hun gevechtrapport lezen we :

De Flak van het vliegveldje Stene bij Oostende haalt de Stirling N6068 'OJ-T' naar omlaag. Ook hier zijn er geen overlevenden, de enorme viermotorige bommenwerper stort drie kilometer van het vliegveld, tussen Snaaskerke en Zandvoorde te pletter (piloten P/O Alexander Ellis, RNZAF, 25 j. en P/O Max Field, 20 j.; navigator Sgt Peter Brunsdon, 24 j.; boordwerktuigkundige Sgt Eric A. Kirk, 22 j.; radiotelegrafisten Sgt Charles Moynes, 28 j. en Sgt Gilbert Phillips en de boordschutters Sgt Stanley Briggs, 27 j. en Sgt Norman Hutson, 22 j.