Stirling te Houwaart

Het laatste verlies van Bomber Command voor deze nacht boven België was de Stirling EE880 ‘OJ-O’ van 149 Squadron die om 02.33u. te Houwaart werd neergeschoten. Het was de dertigste overwinning voor Major Walter Ehle, de Gruppenkommandeur van Sint-Truiden.

 Deze viermotor was om 23.34u. van Lakenheath opgestegen, maar had van bij het begin erg veel problemen om de voorziene aanvalshoogte van 14 500 voet te bereiken. Hierdoor raakte de bommenwerper achter op het schema en te laat boven Keulen. De bommen werden gedropt maar de Flak kon de eenzame raider opsporen en wist lichte schade toe te brengen aan de vleugel en de staart. Eenmaal de zware lading gelost kon de bommenwerper hoogte winnen en naar de basis terugkeren. Kort na het kruisen van de Belgische grens werd de Stirling door Ehles projectielen getroffen die de intercom vernielden. De vliegeniers waren hierdoor geïsoleerd van elkaar maar begrepen algauw dat het flink fout liep wanneer de vlammen de brandstoftanks bereikten. Eenieder trachtte het vuur te bedwingen, maar niemand kreeg de situatie onder controle. Het vuur vrat aan de romp, het toestel werd opgegeven. Drie mannen sprongen langs voor: de Nieuw-Zeelandse radiotelegrafist I.A. Mears, Sgt Peter Butterworth, de navigator en Sgt Denis C. Foster, de boordmeccano. Mears landde op de "Vlooiberg" te Tielt en was niet van plan de oorlog verder te zetten. De man stond op kousenvoeten - hij had zijn vliegerslaarzen tijdens de sprong verloren - en kreeg van een hulpvaardige Belg een paar pantoffels aangereikt. De oorlogsburgemeester Van Winckel ontfermde zich over de Nieuw-Zeelander en nam hem mee naar het gemeentehuis. De vliegenier kreeg van de burgervader kans na kans om te ontsnappen, maar was het allemaal blijkbaar moe. Hij stond nog even aan de trappen van het gemeentehuis, waar hij door de Tieltenaren ondervraagd werd. Naar verluidt zou hij in gebroken Frans gezegd hebben: "Ca ne vaut plus la peine" - "Het loont de moeite niet meer". Sgt Mears bracht de rest van de oorlog in Stalag 357 Kopernikus door. Het feit dat burgemeester Van Winckel de vliegenier zo goed behandeld had, zou nog later van pas komen. Na september 1944 waren de rollen immers omgekeerd, en de burgemeester werd gevangen genomen. Hij werd in 1945 geconfronteerd met Mears, die uit krijgsgevangenschap terugkeerde, en werd met een vriendelijke knipoog door de Nieuw-Zeelander begroet… Ex-burgemeester Van Winckel kon vrijuit gaan.

Denis Foster, de boordwerktuigkundige, landde in de omgeving van het "Waterhof" Tielt en wist met de hulp van de N.K.B. uit de omgeving te ontsnappen. Op 17 september 1943 stond hij op de rotsachtige bodem van Gibraltar. Hij zette zijn dienst verder in Bomber Command, maar jammer genoeg keerde hij niet terug van een raid op Noorwegen.

De derde die de Stirling levend wist te verlaten, wat de 23-jarige navigator Peter Butterworth. Hij werd zieltogend op de steenweg Leuven-Diest gevonden door enkele boeren. Korte tijd later overleed hij.

Hiermee deelde Peter Butterworth het lot van de rest van de bemanning van de Stirling 'OJ-O'. Het wrak van de bommenwerper lag op de Neringe. De ravage was zo enorm dat men slechts twee lichamen vond, dat van Sgt Arthur Derbyshire en de 19-jarige Sgt Bernard Swainston, beiden boordschutters. Deze drie werden op het kerkhof van Houwaart te ruste gelegd.

Van de bommenrichter, Sgt L.B. McCallum en van de piloot, F/O A.R. Porter, werd niets teruggevonden. Deze twee vliegeniers staan aldus nog steeds als 'vermist' geboekt, en waarschijnlijk rusten ze naamloos onder de aarde van de Neringe.

Een gedenkplaat bevindt zich in de Haldertstraat.

Datum: 
29/06/1943
Toestel: 
Serienr. / Rompcode: 
Organisaties: 
Locatie
Haldertstraat
Houwaart
be
Type Locatie: 
Incident
Patrimonium
Bronnen: 
De Decker Cynrik & Roba Jean-Louis; Naar de vallei van de Dood, De Krijger, Erpe, 1998