De Focke-Wulf 190 A-5 (met het Werknummer 2686) raakte tijdens de raid op Mortsel door vijandelijk vuur beschadigd, mogelijks door de Spitfires van de Kenley-wing. De piloot wist ongedeerd te landen bij Buggenhout, zijn toestel liep voor 15 % beschadiging op.

Bij het opstijgen raakte op 31 maart de FW 190 A-4 (Wnr.7041) van de II./JG 26 een obstakel. De machine stortte langs de piste van Koksijde neer, maar de piloot bleef ongedeerd.

De FW 190 A-4 (Wnr.0688) van de II./JG 26 crashte na een oorlogsvlucht zonder brandstof bij Poperinge. De piloot was ongedeerd, het vliegtuig voor 80 % vernield.

De Wevelgemse Gruppe eindigt het jaar in mineur. Een dag na hun succesvolle actie tegen de B-17's start Uffz Winfried Wunder van het 7.Staffel voor een oefenvlucht. Kort na de start duikt zijn 'Weisse 6' (Wn.2437) naar omlaag, de 21-jarige piloot sterft aan de noordwestelijke rand van het vliegveld.

Op 19 juli vindt boven het Westvlaamse Zonnebeke een luchtduel plaats. Adolf Claus herinnert zich : "Het was kort na de middag, ik lag wat uit te rusten in de schaduw achter de haag vlak naast mijn huis. Opeens werd het luchtruim verstoord door een hels motorengeronk van dooreen kruisende jachtvliegtuigen, en het ontaarde in een hevig luchtgevecht. Het geknetter van de boordwapens bracht de streek in opschudding. Mijn broer Georges, die een vijftigtal meter verder woonde op de hoek van de Frezenbergstraat, was eveneens naar buiten gelopen om het luchtgevecht gade te slaan.

Op 10 juni voert Fw von Bitter, piloot van een Bf 109 F (Wn.780750) tijdens een vlucht van Le Havre naar Wevelgem wegens motorpech bij Bury een kraaklanding uit. De jager is vernield maar de piloot blijft ongedeerd. De Fliegerhorstkommandantur van Chièvres wordt op de hoogte gebracht en even later staat er een wachtpost bij het wrak dat langsheen de weg naar Leuze ligt.

Tijdens de voormiddag van 18 september vallen drie Blenheims van het 88 Sqdn, geëscorteerd door Hurricanes van het 242 en 41 Sqdn, samen met negen Spitfires van het 91 Sqdn een 5000 tonner aan die voor Blankenberge geëscorteerd wordt door maar liefst tien Flakschepen.

Intussen komen de Britse jagers naar het strijdtoneel gestormd. De jachtpiloten merken een roeibootje met zes inzittenden op. Voor de Blenheims is het reeds te laat, maar de Focke-Wulfs wordt het vuur aan de schenen gelegd.

Op donderdag 21 augustus vliegen de Spitfires van het 403 'Wolf' Squadron een sweep langsheen het Kanaal. De I. en II.Gruppe worden erop afgestuurd, en de Schlageterpiloten behalen verscheidene overwinningen. Vooral de Moorseelse Gruppe is die dag succesvol. Lt Horst Sternberg (5.Staffel) opent die dag de score door om 10u30 een Spit bij Wormhout naar omlaag te halen. Bij de tweede inzet van zijn Gruppe halen drie piloten van het 4.Staffel een overwinning (Oblt Mätzke 14u55 - Hazebrouck ; Obfw Roth 14u58 - Capelle ; Oblt Kurt Ebersberger 15u. - Merville).

Op dinsdagnamiddag 8 juli  zitten de piloten de Moorseelse II.Gruppe in het harnas. Drie viermotorige Short Stirlings worden geëscorteerd door Spitfires van o.m. het 19 Sqdn. 'Circus 40' heeft als doelwit Rijsel. Boven Gravelines, Hazebrouck en Ieper halen drie Moorseelse piloten Hptm Walther Adolph, Obfw Walter Meyer en Uffz Karl Finke, een Spitfire naar omlaag. Deze laatste piloot zou echter niet naar Moorsele terugkeren. Het was zijn derde vlucht tegen de vijand. In de buurt van Ieper waagde de onervaren onderofficier een duel met een Spitfire.