1ste sergeant Léopold Mouzon stortte tijdens een doelsleepvlucht langsheen de kust in zee. Een vissersboot, de Z42, haalde hem uit het water.

Die ochtend onderschepten Foxes van Nijvel een Britse Whitley van 102 Squadron die ze tot landen dwongen. Nog een andere Whitley werd achtervolgd, waarschijnlijk die van Flight Lieutenant Cornell, maar één van de Britse schutters wist enkele voltreffers te plaatsen in de Fox O-177 die bestuurd werd door adjudant Albert Genot. Samen met zijn boordschutter, korporaal Roger Alaffe, moest hij uitstappen en beiden landden aan hun valscherm - Genot was gewond aan zijn hand en Alaffe brak z'n rechterschouder.

Na een botsing in volle vlucht van twee Fairey Fox uit Nijvel was de Fox O-141 van de bemanning kapitein-vlieger Adolphe Boussa, commandant-vlieger van 5/III/2 en 1^ste sergeant-vlieger waarnemer-mitrailleur Albert Vlaminck (°24 november 1915 - Anderlecht) niet langer bestuurbaar. Uit de eerste vaststellingen bleek dat de schroef van de Fox O-135 de bedieningskabels van de O-141 afgerukt had.

Tijdens een verkenningsmissie wordt de Fairey Fox O-126 door luchtafweergeschut getroffen. Het toestel moet aan de grond gezet worden tussen Leuze en Longchamps dichtbij Eghezée. Sgt. Daniel Dochain en Cpl. Jules Viroux zijn ongedeerd en kunnen later hun eenheid vervoegen. De O-126 is niet meer te redden.

Onderluitenant-vlieger Albert Brel (°18 juli 1916 - Sint-Lambrechts-Woluwe) steeg op met zijn Fairey Fox O-111 samen met twee jonge piloten, sergeant-vlieger Legros en Godefroid. Boven Montenaken werd zijn vliegtuig getroffen door de Duitse jagers en moest hij springen. Zijn valscherm was echter beschadigd door de Duitse kogels en ging niet helemaal open. De ongelukkige piloot stortte te pletter.

Luitenant-vlieger Etienne Dufossez (°21 augustus 1914 - Sint-Gillis/Brussel) maakte deel uit van 5/III/2 dat uitgerust was met de verouderde Fairey Fox VI. Deze eenheid bevond zich op 10 mei 1940 te Schaffen om deel te nemen aan schietoefeningen te Beverlo. De vliegtuigen stegen op enkele minuten voordat de Duitsers het veld bombardeerden en ze landden op het hulpvliegveld van Vissenaken.

Op deze zaterdag namiddag vloog sergeant-vlieger Jean-Pierre Dejardin (°26 december 1918 London/Groot-Brittannië) van 5/III/2, met zijn Fairey Fox O-181 boven Ukkel. Plots geraakte het vliegtuig in tolvlucht en stortte neer. De piloot die in het vliegtuig was blijven zitten, kwam om het leven. Dejardin ligt op het ereperk van de vliegeniers te Evere.

Om 8.35 uur stijgen drie pelotons van 9 Fox Hispano's van het 5/2 op om een formatie He 111 te onderscheppen. Reeds boven het vliegveld worden zij bestookt door enkele Ketten Messerschmitts. De Bf 109's van het I./JG 21, dat een escorte van Ju 87's ten zuidoosten van Maastricht uitvoert, halen drie tweedekkers neer die de Duitse jachtpiloten identificeren als Gladiators. 1Sgt Charles Detal wordt om 9u neergehaald door een Bf 109. De piloot verlaat zijn 0-127 en komt gewond bij Wellen aan de grond. Detal wordt verzorgd en weet uit de handen van de Duitsers te blijven.

Sergeant Albert Soete steeg op 15 mei 1940 samen met Kapitein Guillaume de Briey met de Fox 0-185   voor een verkenning langsheen de weg Tienen-Leuven. Ter hoogte van de gemeente Holsbeek beschoten ze een Duitse kolonne, die meteen riposteerde. De Duitse Leutnant Schäffer schreef niet lang na deze gebeurtenissen een brief aan Gravin de Briey, de moeder van de waarnemer :

Tijdens een verkenning van de weg tussen Hasselt en Beringen wordt deze Fox meermaals getroffen door flak. De O-133, bemand door Sergeant Jacques Fromont en Sergeant J.Pierre maakt op 13 mei 1940 een noodlanding te Asse. De twee vliegeniers keerden langs de weg terug naar Aalter.