Adjudant-vlieger (Warrant Officer RAF) Jacques Groensteen (°23 oktober 1922 Brussel) werd ’s avonds naar de regio Berlijn gestuurd, maar werd door Focke Wulf’s neergehaald. De piloot bleef 55 jaar vermist, tot zijn lichaam in januari 2000 bij Mallz-Oranienburg gevonden werd in het wrak van zijn Supermarine Spitfire Mk F(R).14 NH686 V van 350 Squadron. De in 2000 geborgen resten van Jacques Groensteen werden naar Evere gebracht en bij die van zijn broer Claude gelegd, die als vliegenier in Canada omkwam tijdens zijn opleiding.

350 Squadron was die dag actief boven de Ardennen. Adjudant-vlieger (Flight Sergeant RAF) Robert Huens (°12 september 1919 Rixensart) werd in zijn Supermarine Spitfire Mk F(R).14 NH711 door de Flak neergehaald in de regio van St. Vith. Hij vloog sinds juni 1944 in het squadron. Huens was in 1939 piloot te Nijvel en vloog bij het 6/III/2Aé op Fairey Fox maar moest met zijn eenheid naar Toulouse. Hij werd gerepatrieerd naar België en werd lid van het verzet. Hij moest echter in 1942 vluchten en geraakte via Spanje in Groot-Brittannië.

Kapitein-vlieger (Flight Lieutenant RAF) Maurice Balasse (°27 juni 1914 Kiev/Rusland) vloog in 41 Squadron toen hij bij Handorf neergeschoten werd met zijn Supermarine Spitfire Mk F(R).14 RM765. Maurice Balasse was een oudgediende van het Militair Vliegwezen die al in 1935 piloot was. In mei 1940 vloog hij met Fairey Battle in het 5/III/3. In april 1942 ontsnapte hij uit bezet België en kwam na een tocht door Frankrijk en Spanje en na een verblijf in de gevangenis van Miranda in oktober 1942 in Engeland aan. Na zijn conversie vloog hij vanaf mei 1943 in 41 Squadron.

Bij een landingsongeval op RAF Station Lympne (Kent) verloor 350 Squadron onderluitenant-vlieger (Pilot Officer RAF) Mathieu Morel (°23 februari 1922 Beveren Waas), die met een Supermarine Spitfire Mk XIV RB168 F(R).14 vloog. Morel was in 1941 uit België ontsnapt en na een verblijf in het Spaanse Miranda naar Engeland vertrokken. Na zijn opleiding in de verschillende opleidingseenheden van de RAF ging hij over naar 350 Squadron waar hij deelnam aan verschillende oorlogsopdrachten.

Kapitein-vlieger (Flight Lieutenant RAF) Eugène Seghers (°7 april 1910 Ledeberg) was met zijn omvangrijke lichaam een atypische jachtpiloot. Reeds tijdens zijn opleiding kreeg hij de bijnaam ‘Strop’. Ook hij vloog al lang voor de oorlog in de het Militair Vliegwezen. Hij had zijn vleugels behaald in 1931 en op 10 mei vloog hij in het 6/III/2 op Fairey Fox. Na de terugtrekking van zijn eenheid naar Frankrijk ging hij aan boord van de S.S. Apapa die op 7 juli van dat jaar aanmeerde.