Tijdens een verkenningsopdracht werd de Morane van de bemanning 2nd Lt J.G. McEwan en 2nd Lt F. Adams neergehaald - waarschijnlijk een overwinning op het conto van Ltn A. Dossenbach/Ltn Schilling van de Flieger Abteilung 22. McEwan raakte gewond maar kon zijn machine bij Doornik aan de grond zetten, waar ze gedemonteerd werd. Beide vliegeniers werden op 19 april 1918 in Nederland gesignaleerd - waarschijnlijk bij een krijgsgevangeneruil.

Boven het dorp De Klijte kwam het tot een luchtgevecht tussen Fokkers en Morane's van 1 Squadron. Captain R.A. Saunders zou naar verluidt één van zijn belagers getroffen hebben, maar werd zelf geraakt in de maag, maakte een harde kraaklanding en kwam op zijn linkervleugel - hij stierf dezelfde dag aan zijn verwondingen. Hij was gestationeerd te Bailleul en ligt begraven op La Clytte Military Cemetery te Heuvelland. Saunders was houder van het Military Cross.

Tijdens een verkenning werd een Morane LA van 1 Squadron (gestationeerd te Bailleul) neergehaald bij Dadizele. Beide inzittenden kwamen om het leven. 2nd Lt C.C. Hayward en 2nd Lt Wilfrid Watts graf vinden we te Harlebeke New British Cemetery te Harelbeke.

Een belangrijk figuur in de luchtoorlog is Donald Swain Lewis, een Londense officier van de Royal Engineers die voor de oorlog zijn vliegbrevet haalde, maar zich meteen inzette voor het perfectioneren van hetgeen de militaire luchtvaart op dat moment nuttig voor was: waarneming. Hij realiseerde zich het nut van een vliegtuigbemanning die hoog in de lucht de artillerie kon leiden. Hij stelde hiervoor het systeem van de telegrafie op punt, waardoor de waarnemer in contact bleef met de artilleriecommandant op de grond.