De Bf 110 van het 1./NJG 4 (Florennes) werd door een Mosquito van 239 Squadron (bemanning: F/O Viv Bridges en F/Sgt Don Webb) onderschept en stortte neer te Ellezelles. De piloot, Lt Heinrich Schulenburg en zijn 'Bordfunker' werden gewond. In de jaren '80 werden resten van dit toestel door Erwin Vanden Broecke geborgen. Delen van het toestel liggen tentoongesteld in de BAHAAT Collection, nu in het Museum For Freedom te Ramskapelle/Knokke. Opmerkelijk is het propellorblad met daarin de 20mm inslag van de Mosquito.

Een bemanning van de Florennes-Gruppe, Hauptmann Ludwig Meister was na de nachtjacht op een Duitse basis geland en vertrok die voormiddag terug naar zijn thuisbasis Florennes toen hij omstreeks 10.20 uur in de buurt van Namen werd neergehaald door Amerikaanse jagers. Alle drie de inzittenden van de Messerschmitt « 3C+TJ » (WNr. 720078) raakten gewond : Ludwig Meister, zijn 24-jarige Bordfunker Fw Hans Forke, en de boordschutter, Fw Anton Werzinski. Het wrak brandde uit in Naninne, tussen het fort van Dave, niet ver van de weg naar Namen.

Nabij Saint-Hubert stortte de machine neer met aan boord een van de Nachtjagd-Professoren, Major Prinz zur Lippe Weissenfeld, de winnaar van 51 luchtgevechten. Op 12 maart was de man van Parchim/Berlijn vertrokken en zette hij met zijn Bf 110 « G9+CD » (WNr. 720010) koers naar Saint-Dizier, om daar officieel het bevel van de III.Gruppe aan Martin Drewes over te dragen – zelf was hij nu bevorderd tot Kommodore van het Nachtjagdgeschwader 5.

Tijdens de nacht van 1/2 maart was het de Venlose I.Gruppe NJG 1 die boven België een verlies optekende. Leutnant Heinz Oloff en zijn Bordfunker, Uffz Josef Schaffer, stegen om 1.06 uur op voor een « Nachteinsatz » met hun Bf 110 « G9+EK » (WNr.740171). Na anderhalf uur vliegen dook de 25-jarige Oloff door het wolkendek. De linkermotor liet het afweten en even later crashte de Messerschmitt op zo’n kilometer ten westen van Bihain. Schaffer stierf in het wrak en werd op het « Heldenfriedhof » van Houx, bij Dinant, begraven.

De basis Sint-Truiden verloor die nacht een bemanning : om een onbekende reden stortte de MesserschmittBf 110 « G9+BP » (Werknummer 740022) van de 6.Staffel op enkele kilometer daar vandaan, bij Budingen, te pletter. Voor de bemanning kon geen hulp meer baten : Leutnant Hans-Georg Mattejat, Gefreiter Ludwig Schlanstein en Gefreiter Hans Dobberke werden op de begraafplaats van de basis gelegd.

Mogelijks was het één van de boordschutters van de Lancaster DS758 die Hauptmann Karl-Heinz Kamp van de III./NJG 4 in een laatste moment uitschakelde ? Want tijdens deze confrontatie werd Kamp prompt neergehaald. De piloot kon springen, zijn Bordfunker, Fw Franz Stein, en Uffz Wilhelm Rürup, raakten gewond. De Messerschmitt « 3C+AD » (Werknummer 5527) ging eveneens bij bij Baugnez verloren. Kamp had zijn vijftiende overwinning duur betaald, maar zou zijn palmares doen stijgen tot 24.

Major Walter Ehle, de Kommandeur van de II./NJG 1, werd zo met zijn Messerschmitt Bf 110 G-4 « G9+AC » (Wnr.5575) naar Mannheim gezonden. Na er vruchteloos rondjes gedraaid te hebben besloot hij weer naar Sint-Truiden te keren. Terwijl hij de manoeuvres inzette viel de landingsbaanverlichting uit. De Kommandeur gaf volgas om een tweede circuit aan te vangen, in de veronderstelling dat de verlichting weer zou aanfloepen. Het weer was barslecht, en mede hierdoor bemerkte Ehle te laat een obstakel waartegen hij met zijn Messerschmitt smakte. De jager stortte neer te Horpmaal.

Op 17 oktober voerde de bemanning Unteroffizier Georg Geyer en Gefreiter Reinhold Heil van de 5./NJG 1 een oefenvlucht uit. Hun Messerschmitt F-4 (WNr.4789) «G9+DM» kreeg echter kort na de start te kampen met motorpech en dook naar omlaag. De bemanning kwam om het leven, het toestel werd volledig vernield ten westen van de basis aangetroffen. Drie dagen later werd de bemanning te Brustem begraven.

De II.Gruppe verloor een Messerschmitt Bf 110 bij een intercepte op B-17's overdag – het ging over de « G9+GR » (Werknummer 6347) van Unteroffizier Robert Koch die eveneens door een Thunderbolt aangevallen werd. De drie bemanningsleden konden de cabine verlaten. Piloot Koch raakte gewond, maar veel slechter verging het zijn Bordfunker, Unteroffizier Otto Schneider, die op de kritieke fase van het « uitstappen » tegen het staartvlak sloeg en er zo het leven bij inschoot. De machine stortte neer bij Odeur.

De nachtjagers van Sint-Truiden werden die dag ingezet om de B-17 naar Schweinfurt te onderscheppen. Om 15.30 uur stortte bij Villers l'Eveque een Bf 110 G-4 neer. Uffz Otto Schneider, de Bordfunker uit Sudeten, verloor hierbij het leven; zijn piloot Uffz Robert Koch raakte gewond. Deze machine, met rompcode G9+CR (Wnr.6347), was waarschijnlijk het slachtoffer van Thunderbolts van de 61 Fighter Squadron.