Spitfire X4668 te Adinkerke

Op 27 juni vindt boven St. Omer een luchtgevecht plaats tussen de Messerschmitts van het JG 26 en de Spitifres van het 19, 74, en 303 Sqdn. De Spits van het 74 Sqdn worden geleid door hun Squadron Leader John Colin Mungo Park. Hij vliegt op kop van zijn formatie, wanneer een groep Messerschmitts van het Jagdgeschwader 26 uit de wolken naar omlaag duikt. De Duitse jagers worden net op tijd opgemerkt, en Mungo Park schreeuwt door de microfoon : "O.K. I'll deal with this lot. You carry on" ("O.K. Ik hou me met deze bende bezig. Jullie vliegen verder."). Het waren zijn laatste woorden. Mungo Park verdwijnt rond 20u50 in de wolken; van hem alsook van P/O Sandman en Sgt Hilton wordt op de basis Gravesend niets meer vernomen. Van de eerste, P/O Sandman, is slechts bekend dat hij werd gevangen genomen.

Mungo Parks Spitfire V X4668 stort bij het goederenstation van Adinkerke neer. De 23-jarige Squadron Leader werd bij het wrak van zijn Spitfire geborgen door enkele mensen uit Adinkerke, waar hij nog steeds rust.  

Squadron Leader Mungo Park is de RAF-piloot met het grootste aantal overwinningen die in België sneuvelde, en daarom gaan we eens dieper in op de levensloop van deze jongeman.

John Colin Mungo Park was een rechtstreekse afstammeling van de Schotse ontdekkingsreiziger Mungo Park, die in het begin van de 18de eeuw om het leven kwam in West-Afrika.

John werd naar zijn illustere voorouder genoemd. Zijn vader sneuvelde tijdens de Eerste Wereldoorlog. John verliet de school op 17-jarige leeftijd om in de textielnijverheid een baan te zoeken. Algauw werd het hem duidelijk dat hij de verkeerde keuze gemaakt had. Hij zou piloot worden.

Toen hij 19 was vloog hij met Swordfishes in de Fleet Air Arm, waar hij een uitmuntend piloot bleek te zijn. Met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd hij op 4 september 1939 naar het 74 'Tiger' Sqdn van het Fighter Command overgeplaatst. Dit squadron werd geleid door de bekende Squadron Leader 'Sailor' Malan. De twee konden goed met elkaar opschieten en reeds tijdens de laatste meidagen van 1940 vloog Mungo Park met zijn Spitfire boven Duinkerke om de geallieerde ontscheping tegen de Duitse bommenwerpers te beschermen. Malan en Mungo Park ontwikkelden een tactiek, waarbij zij een onafscheidelijk duo vormden in de lucht. Ze vlogen achter elkaar aan terwijl de ene lette op de staart van de andere. Op 24 mei deelde Mungo Park een overwinning op een Henschel Hs 126 met twee andere piloten, en nog eens twee Dornier 17's met vier collega's. Hij kreeg een schot in de arm, maar wist zijn basis te bereiken. Tijdens de daaropvolgende 'Slag om Engeland' kon Mungo Park zijn kwaliteiten als jachtpiloot verder ontplooien. Op 10 juli haalde hij een Do 17 naar omlaag en op 11 augustus vernielde hij een Bf 109 en beschadigde hij een tweede. Twee dagen later vernielde Mungo Park waarschijnlijk een Do 17. Zijn squadron werd dan voor een korte rustperiode naar het Noorden geplaatst. Mungo Park vond intussen een tweede vleugelman in P/O Stephen.

In september keerde het 74 Sqdn terug naar het strijdgebied, om haast onmiddellijk in de overwinningen en de brokken te delen. De 24ste van die maand keerde hij na een hevig gevecht met een Bf 110 in een beschadigde Spitfire en met een vleeswonde in zijn linker arm naar zijn basis terug. Op zondag 20 oktober haalde hij tijdens een jachtbommenwerpersaanval op Londen een Bf 109 van het 3./LG 2 neer. Zijn tegenstander, Uffz Franz Maierl kon springen maar zijn parachute vatte vuur. Nauwelijks twee dagen later schoot hij de Bf 109 van Fhr Kurt Müller (3./JG 51) in de Noordzee. Ditmaal werd de Duitse piloot gered - de overwinning werd Mungo Park echter niet toegekend. Zijn score bleef maar stijgen : op 27 oktober vernielde Mungo Park twee vijandelijke machines.

Op 5 november werd hem een hoge Britse vliegeronderscheiding toegewezen : het Distinguished Flying Cross (DFC). Een week later, op 14 november leidde hij weerom het 74 Sqdn in het gevecht, trof een vijftigtal Stuka's aan en schoot er twee omlaag (mogelijks van het StukaGeschwader 1).

Intussen was op zijn basis Biggin Hill een prijs uitgeloofd voor diegene die de 600ste overwinning vanop dit RAF-station zou behalen.

30 november was een betrokken en mistige dag. Mungo Park zat slecht bij kas en was vastbesloten die prijs binnen te rijven. Hij trachtte zijn vleugelman, P/O Stephens, te overhalen om samen met hem een slachtoffer te zoeken. Deze had echter te kampen met een kater en was niet bereid mee te vliegen, tot er vijandelijke toestellen gerapporteerd werden. Mungo Park besloot in de mist te vertrekken. Zijn trouwe vleugelman Stephens volgde uiteindelijk toch. De Squadron Leader, 'Sailor' Malan, organiseerde een optocht naar de 'Operations Room' vanwaaruit de hele actie gevolgd werd via de boordradio's. Beide Spitfires stegen uit de mist en vlogen boven de wolken door een open hemel. Ze troffen er acht Bf 109's van het 5./JG 53 aan, wisten er één af te zonderen en begonnen afwisselend de Duitse jager te beschieten. Het 600ste slachtoffer van Biggin Hill, de Bf 109 E-4 (Wn.1145), sloeg bij Ruckinge tegen de grond. De piloot, Uffz Fritz Wägelein kon net op tijd zijn gedoemde 'Graue 3' verlaten. De projectielen van beide Spitfires hadden zijn parachute echter doorboord. Wägelein werd zwaar gewond aangetroffen. Hij stierf op 3 december.

Het hele gebeuren kreeg heel wat media-aandacht. Het daaropvolgende interview met Mungo Park en Stephen werd in de bioscoopzalen van Groot-Brittannië vertoond - klik hier om het interview met Stephen en Mungo Park te bekijken en te beluisteren. Wanneer de film in Mungo Parks woonplaats Bolton vertoond werd, trachtte een bioscoopuitbater de 'Bolton Air Ace' zelf naar de zaal te brengen. Mungo Parks intimi kenden hem echter als een te bescheiden man, die er helemaal niets voor voelde om in de belangstelling te staan. Mungo Park weigerde dan ook het aanbod. 

Hij werd tot Flight Commander gepromoveerd, en op 20 februari 1941 volgde hij Sailor Malan op als bevelvoerder van het 74 Sqdn. De overdracht werd op 4 april met 'beer' - 'more beer' en 'still more beer' in een hotel beklonken. Intussen werd hij op Buckingham Palace ontboden.

Mungo Park wilde als jonge jachtpiloot het succes van Malan als bevelvoerder evenaren. Zijn vrienden merkten echter op dat hij erg vermoeid begon te raken. Op 16 juni 1941 haalde hij twee Bf 109 omlaag. Blijkbaar hoopte hij op een spoedige afloop van de oorlog, maar het vliegen kon hij niet meer laten. "Ik wil niet naar de katoenindustrie terugkeren", vertrouwde hij Malan toe, "Ik blijf in de RAF, ik denk zelfs dat het nog prettig zou blijven indien we slechts routinevluchtjes moeten maken".

Maar het 'Nonstop Offensive' besliste er anders over. Mungo Park en zijn 74 Sqdn werden op 28 juni boven Noord-Frankrijk in de strijd geworpen. Drie piloten keerden niet terug, waaronder de Squadron Leader.

Voor het 74 Sqdn kwam het verlies die dag erg hard aan : "Het Squadron verloor één van de vrolijkste en één van de dapperste officieren" aldus het dagboek van het 'Tiger'-Squadron. De 23-jarige piloot was op dat moment samen met 'Sailor' Malan, Douglas Bader en John Kilmartin één van de bekendste jachtpiloten van de RAF.

Zijn vrienden vreesden voor zijn lot. Mungo Park was immers eerder tenger van gestalte en moest zijn vliegkunst niet hebben van een paar stevige armen - die toendertijd haast onmisbaar waren voor een piloot - maar van zijn tactisch doorzicht.

Zijn moeder bleef erg ongerust over het lot van haar zoon. Enkele dagen later ontving ze een brief van de Squadron Adjudant, Flight Lieutenant A. Powell : "Ik heb 'Mungo' leren kennen bij mijn aankomst in het Squadron in maart 1940. Sinds hij het bevel overnam ben ik zijn adjudant. Ik hield van hem alsof het mijn eigen zoon was - ik ben tweemaal zou oud als hij. Ik heb nooit een aardiger man ontmoet en zijn verlies was een echte schok voor me - alsook voor de rest van zijn Squadron. Maar als zijn Adjudant had ik een beter inzicht in zijn fijne karakter dan zijn strijdmakkers. Er is niet één iemand in het Squadron, tot de laagste rangen toe, die niet van John hield en hem bewonderde. Wat we vooral in hem waardeerden was zijn bescheidenheid. Ondanks al de publiciteit en aandacht die hij kreeg door zijn uitzonderlijke prestaties, steeg het succes hem niet naar het hoofd. Hij bleef zichzelf."

Datum: 
27/06/1941
Serienr. / Rompcode: 
Organisaties: 
Personalia: 
Mungo Park John
Locatie
Zwartenhoekstraat
Adinkerke
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
De Decker Cynrik & Roba Jean-Louis: Luchtslag boven het Kanaal, De Krijger, Erpe, 1994
correspondentie fam. Mungo Park 1992
archief Fernand Dejonghe