Flight Lieutenant Harold Rosher, geboren te Beckenham op 18 november 1893, was één van de vijf piloten van No. 1 Naval Aeroplane Squadron van de B.E.F. die op 24 maart 1915 een raid uitvoerden op de Cockerill werf te Hoboken.  De vier andere piloten waren : Squadron Commander Ivor T. Courtney, Flight Lieutenant B. Crossley-Meates,  Flight Lieutenant P.G. Andreae en Flight Commander B.L. Huskisson. 

Zij stegen die dag om 05.30 uur op met hun Avro 504 vliegtuigen, elk geladen met 4 bommen, vanaf hun basis in Frankrijk maar door het bewolking  en de mist beslisten  Andreae en Huskisson om de raid af te breken.  Huskisson dropte zijn bommen nog in de buurt van Oostende vooraleer terug te keren naar zijn thuisbasis.  F/Lt Crossley-Meates had af te rekenen met motorproblemen en maakte een noodlanding in Nederland waar hij gevangen genomen werd.

Enkel Courtney en Rosher bereikten het doelwit en dropten hun bommen vanaf hoogte van 1000 voet. Volgens een officieel Frans communiqué werden bij de aanval 2 duikboten vernietigd en een andere beschadigd, tevens verloren  40 werkmannen het leven enraakten er 62 raakten gewond.

Door de luchtafweer werd de Avro van Rosher geraakt in het richtingroer en de main spar van een van de vleugels.

Na zijn terugkeer beschreef Rosher de raid in een brief aan zijn ouders, in 1916 werden de brieven die Rosher gedurende zijn dienst aan zijn ouders schreef gepubliceerd in het boek “With the Flying Squadron” dat door The Macmillan Company werd uitgegeven.  De foto’s van Rosher en Courtney komen uit dit boek.

In Hoboken is een straat naar hem genoemd. 

Steven Volckaerts