Hawker Hurricane N2492 te Vollezele

Op de grens van de dorpen Vollezele (Galmaarden) en Denderwindeke (Ninove) beheerst de Congoberg het prachtige landschap van golvende weiden. Meer dan zestig jaar was in de flank van deze heuvel een raadsel vervat. Het kostte ons tien jaar om te achterhalen wat hier in mei 1940 gebeurde : de crash van een “Engels” vliegtuig.

Volgens de lokale overlevering was het toestel betrokken in een luchtgevecht met de Luftwaffe die op dat moment de suprematie in het Belgische luchtruim bevocht. Opeens dook een van de machines loodrecht naar de aarde – de piloot kon op tijd zijn jachttoestel verlaten.

En vanaf dan verschillen de versies.  Een ooggetuige stelde dat de piloot in de bomen belandde, beneden aan de heuvel. Hij was gekwetst aan het been – volgens de ene door een kogel, volgens de andere door zijn val. Werd hij vervolgens met een kruiwagen weggebracht – of zou hij nog naar de krater gehinkt zijn ? Sommigen stellen dat hij zich wou vergewissen van de aard van de crash, om te zien of er geen documenten waren die de oprukkende Wehrmacht van dienst konden zijn. Toen hij de smeulende hoop aluminium zag, maakte hij een veelbeduidend gebaar, zeggende dat het hopeloos was. Toegesnelde omwoners waren er al op uit om iets mee te pikken. “No souvenirs” zou hij nog geschreeuwd hebben.

Even later werd hij weggebracht door een voertuig van het Britse leger.

Al eind jaren ’80 ging BAHA-lid André Mertens op zoek naar resten van het vliegtuig. Zijn vader was tijdens de oorlogsjaren schoolmeester in het dorp en elke dag na schooltijd ging de door vliegmachienen gepassioneerde knaap de werkzaamheden volgen. Men was er immers aan het werk om de resten van het vliegtuig te bergen. En telkens weer verdween er wel iets in de kleine André zijn broekzakken.

De inmiddels gepensioneerde Vollezelenaar ging eind jaren ’80 met zijn spade tot zowat anderhalve meter diep, op zoek naar het wrak dat hij als kind gezien had. Op een bepaald moment vond hij een blijkbaar intact profiel van een flap – dat kreeg hij er echter niet uit en na enkele dagen werd de put weer dicht gegooid.

Samen met Erwin Vanden Broecke zochten we rond 1994 met een detector naar de plaats waar André gegraven had – na enkele spadesteken vonden we enkele fragmenten : fijne aluminium structuur en zeildoek.

Het bevestigde ons vermoeden dat we hier te maken hadden met een Hawker Hurricane. De Royal Air Force verloor tijdens de “Battle of France” maar liefst 386 van deze machines – Luchtmaarschalk Dowding, de bevelvoerder van RAF Fighter Command weigerde immers pertinent om Spitfires in te zetten boven Continentaal Europa – de vooruitziende strateeg wist dat hij ze nodig zou hebben boven Groot-Brittannië.

De Hurricane-verliezen van mei 1940 bezorgen de luchtoorloghistoricus immers nog heel wat kopbrekens. In België kwamen er heel wat neer en daar waar de piloot het overleefde is de identiteit in veel gevallen onbekend.

Het BAHA-team slaagde er reeds in 1997 de resten van F/Lt Michael Newlings Hurricane N2600 te bergen en alzo te identificeren. Vijf jaar later zouden we eens proberen het mysterie van de Congoberg te ontrafelen. We hadden het vermoeden dat we niet zo gek veel zouden vinden – André Mertens bevestigde ons dat bij de bergingsoperatie in 1940 al heel wat verdwenen was – inclusief de motor.

Maar het bleef het proberen waard.

De berging van 4 november 2001

Op zondagochtend 4 november 2001 – het was een prachtige herfstdag – keken we over de valleien rond de Congoberg. Sporen van gecorrodeerd aluminium kwamen al gauw aan de oppervlakte. Het leek veelbelovend.

De inslagplaats was door de verkleuring van de aarde duidelijk te zien. Een blinkend stuk aluminium was na enkele minuten graven het eerste tastbare bewijs van de crash – en wat voor een...

Met onze vinger streken we de modder weg. Vijf met zwarte verf gestencilde karakters zorgden er voor dat deze berging op voorhand al een succes was. Nadat we het met wat water en een borsteltje schoongemaakt hadden, stond de serial en de identiteit klaar en duidelijk voor ons : N2492.

Het luchtgevecht van 14 mei 1940

Een eerste blik in de lijsten die we bij ons hadden gaven het verhaal een heel andere wending : N2492 was inderdaad een Hurricane MkI, en wel een van het 504 Squadron. Deze eenheid was in de mêlee van de  meidagen naar Frankrijk gestuurd in een ijdele poging het tij te keren. Op 14 mei 1940 werden ze voor de eerste maal de lucht in gestuurd om het luchtruim rond Brussel te verdedigen. Squadron Leader Parnall leidde een sectie van vier Hurricanes richting Leuven. Zes Heinkel 111 van III./Lehrgeschwader 1 werden intussen geëscorteerd door de Messerschmitts van het gerenommeerde Jagdgeschwader 26. De Hurricanes vielen de bommenwerperformatie aan. F/O Royce zag hoe zijn Squadron Leader één Heinkel danig toetakelde, en vervolgens nam Royce de aanval over. We weten nu dat binnen de 9.Staffel van de Heinkels één man gewond raakte. 

De Duitse jachtpiloten grepen nu in. Boven de provinciegrenzen Brabant en Oost-Vlaanderen kwam de RAF-sectie in aanvaring met de Messerschmitt BF 109 van de Stabsschwarm en de 7.Staffel van het Jagdgeschwader 26 ; vier van hun elitepiloten sloegen de hele 504 Squadron-sectie zonder veel omhaal uit het luchtruim. 

Het was 18.45u. Belgische tijd. Het uiteindelijke conto luidde als volgt :

- De 34-jarige Squadron Leader James B. Parnall, de bevelvoerder van de eenheid, stortte met zijn L1639 neer bij Louvignies. Hij vond er zijn laatste rustplaats.

- In de buurt sprong F/O M.E.A. Royce uit zijn L1950 – hij keerde veilig terug.

- P/O S.A.C. Sibley verliet zijn L1941.

- Sgt S. Hamblett, 27 jaar, wist met zijn valscherm zijn Hurricane N4292 te verlaten. We weten nu dat dit boven Vollezele gebeurde.

De resultaten van de berging zelf waren betrekkelijk pover te noemen. Dany Saey voerde verscheidene detecties uit, doch spectaculaire vondsten bleven uit. Kleinere brokstukken van de motor, wat hout- en aluminiumfragmenten gaven aan dat hier al tijdens de oorlog een ander bergingsteam aan het werk geweest was.

Maar de identiteit van het vliegtuig hadden we nu toch, en dat was de belangrijkste doelstelling.

Heel even dachten we het raadsel van de Congoberg opgelost te hebben, doch we hadden het verkeerd voor. Stanley Hamblett staat officieel geboekt als “overleden”. Doch alle buurtbewoners beweerden bij hoog en bij laag dat de piloot gesprongen was en dat zijn verwondingen niet van die aard waren dat hij bezweken zou zijn. Bij het nakijken van de registers van de Commonwealth War Graves Commission lezen we bovendien dat Hamblett “vermist” is, en dat zijn naam gebeiteld staat op het monument van Runnymede.

Bij het reconstrueren van het luchtgevecht stootten we op nog meer vreemde dingen. Ook P/O Samuel Sibley heeft geen bekend graf, alhoewel het luchtgevecht boven land plaatsvond.

Het was uiteindelijk Elie Schepens, ook iemand die het allemaal als kind zag gebeuren, die met de meest plausibele verklaring kwam. Elie stond bij de krater en zag al gauw dat we ons vragen stelden omtrent het lot van de piloot.

Die ligt op de bodem van de zee ”, zo vertelde hij. En toen hij zag hoe we onze wenkbrauwen fronsten, gaf hij ons het volgende verhaal.

Kort na de oorlog arriveerde bij zijn ouders een team van Britse militairen. Ze vroegen inlichtingen omtrent de piloot die op de Congoberg geland was. Ze hadden een foto van de man bij zich en vroegen de buurtbewoners wat ze zich nog herinnerden van wat er vijf jaar ervoor gebeurde.

De ouders van Elie kregen te horen dat men sinds mei 1940 niets meer over de piloot gehoord had. Men wist enkel dat hij opgepikt was door een Britse legereenheid, en van Denderwindeke naar een hospitaal gebracht was. Van daar af aan was men het spoor bijster. Maar de Britse officials lieten ook weten dat ze veronderstelden wat er met Hamblett gebeurd was. Naar alle waarschijnlijkheid werd hij naar de kust gebracht om er geëvacueerd te worden. En net zoals zovele anderen, overleefde de gewonde piloot, die waarschijnlijk niet kon zwemmen, het verschrikkelijke inferno van Duinkerke niet. Piloot Hamblett heeft naar alle waarschijnlijkheid een zeemansgraf.

We kunnen enkel veronderstellen dat de andere vliegenier van 504 Squadron die tijdens dit luchtgevecht neergehaald was, P/O Sibley, hetzelfde lot beschoren was. Bleven de twee kameraden bij elkaar tijdens hun evacuatie naar huis ? Het antwoord ligt mogelijks onder de golven van de zee, maar we zullen het daar nooit vinden.

Datum: 
14/05/1940
Serienr. / Rompcode: 
Organisaties: 
Locatie
Congobergstraat
Vollezele
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
Cynrik De Decker-Jean Louis Roba: Mei 1940 boven België, de luchtstrijd tijdens de achtiendaagse veldtocht. De Krijger
Peter D. Cornwell: The Battle of France then & now. After the Battle