Even na middernacht, op 6 april vertrokken om 0u15 de Hampdens van het 49 Sqdn richting Keulen. De boordschutter van de AT156 'EA-C', Sgt S. Ainger, herinnerde zich :"Om 1u30 werden we door een nachtjager neergehaald. Onze Hampden sloeg zo'n drie kilometer van het dorpje Roly bij Philippeville te pletter. De rest van mijn bemanning bestond uit P/O D. Kay DFC (waarschijnlijk gevangen genomen bij Roly), Sgt R. Brown (navigator - volgens een Duits rapport gedood), Sgt J. Waddell (radiotelegrafist/boordschutter - hij wist waarschijnlijk eruit te komen, aangezien men geen lichamen in het wrak meer aangtroffen heeft).Ik kwam in de top van een boom terecht in een groot bos, zo'n drie kilometer van Roly. Ik liet mijn parachute achter in de boom en gooide m'n uitrusting van me af. Ik ging zuidwestwaarts doorheen het bos. Ik had brandwonden aan m'n hoofd. Ik kwam bij een spoorweg en ging een halve mijl verder tot aan een brug waar ik om 5u15 aankwam..."

De nachtjager die zo'n brutaal einde maakte aan de vlucht van de Hampden AT156, was Oblt Wilhelm Herget, die samen met zijn radiotelegrafist Uffz Liebherr zijn tegenstander om 2u10 als een 'Hereford' identificeerde (de Handley Page Hereford was haast identiek aan de Handley Page Hampden, en beide types konden tijdens de kortstondige ogenblikken bij een nachtelijke onderschepping haast onmogelijk van elkaar onderscheiden worden). Het zou Hergets vijfde overwinning worden, maar bovenal zijn eerste nachtelijke overwinning. Oblt Wilhelm Herget zullen we in de loop van deze kroniek meermaals ontmoeten.

Sgt Ainger zwierf nog een eindje verder. Hij kreeg een lekkere maaltijd bij een boer bij Mariembourg, een andere vriendelijke landbouwersfamilie verzorgde zijn hoofdwonden en gaf hem te eten. Een priester trachtte hem te overtuigen bij hem te blijven tot wanneer de Engelsen België zouden binnenvallen. Bij hem bleef Sgt Ainger acht dagen. Van hieruit werd hij op een ontsnappingslijn gezet, en op 27 september van dat jaar arriveerde hij in Gibraltar.

Twee overige bemanningsleden waarvan sprake, de sergeanten Robert Brown (22 j.) en James Wadell (22 j.) zijn begraven op de begraafplaats van Charleroi.