Sinds 28 juni 1943 werd het 342 "French" Squadron ("Lorraine") operationeel verklaard. De Franse vliegeniers, moe van de langdurige training en het wachten, brandden van verlangen om aan de actie deel te nemen. Op 3 juli kregen ze het bevel om met drie bemanningen naar Great Massingham te gaan. Daar wachtten hen evenveel Bostons die de avond ervoor klaargemaakt waren en afgeladen vol met bommen en brandstof klaarstonden voor een nieuwe opdracht. Eén toestel had een Britse bemanning aan boord, de twee overige werden bemand met Franse vliegeniers. Aan boord van de Boston met de rompcode "D" en het serienummer BZ366 klommen sous-lieutenant Clément Pineau (piloot), sous-lieutenant Raymond Petain (waarnemer) en boordschutter/radiotelegrafist sergent-chef Maurice Barat.

Het doelwit was een fabriek bij Langerbrugge, ditmaal waar vloeibare zuurstof geproduceerd werd. De aanval zou op lage hoogte uitgevoerd moeten worden. We hebben reeds gezien dat de industriezone langsheen het zeekanaal Gent-Terneuzen erg goed bewaakt werd door een schare flakbatterijen. De bemanningen kregen tevens de opdracht om - indien het weer het niet zou toelaten - niét te bombarderen.

De drie bommenwerpers stegen omstreeks 16 uur op. Het door Britten bemande vliegtuig was slechts een reserve-toestel en maakte boven de Noordzee rechtsomkeer. Deze aanval zou uitsluitend aan beide door Fransen bemande toestellen gelaten worden.

Boven Sluis oordeelde de bemanning aan boord van de Boston "N" dat er teveel bewolking was en ook deze machine keerde terug naar de basis. Slechts de BZ366 vervolgde haar missie. Een agent van "Marc" was getuige hoe de bommenwerper tegen een schoorsteen van de fabriek Kuhlman bij Ertvelde vloog en te Zelzate - volgens onze getuige Maurice Querter op het gehucht “Klein Rusland” - te pletter sloeg. Was deze Boston het slachtoffer van de Flak ? Het is eveneens mogelijk dat sous-lieutenant Pineau zo laag mogelijk wou vliegen en een beoordelingsfout maakte.

De drie vliegeniers vonden de dood. Ze werden op 6 juli te Gent begraven. Na de oorlog werden hun lichamen naar Frankrijk gerepatrieerd.

De waarnemer, Raymond Petain, werd te Calais begraven. Hij was één van de oudste leden van het "Lorraine"-Squadron. Hij had deelgenomen aan de campagne in Libië en was "Compagnon de la Libération". Hij en zijn bemanning waren de eerste slachtoffers van het 342 "Lorraine" Squadron.