Adolf Van Melckebeke - Navigator op Mosquito

Na de Eerste Wereldoorlog gingen vele Vlaamse landbouwersgezinnen hun geluk in het buitenland beproeven. Uit Grotenberge, vandaag een deelgemeente van Zottegem, vertrok Jules Van Melckebeke met zijn echtegenote, Aimée Claus richting Frankrijk. In Deuil werd op 12 april 1922 hun tweede zoon geboren, Adolf. In 1930 keert het gezin Van Melckebeke, een illusie armer en drie kinderen rijker, terug naar Grotenberge om de achtergelaten zuivelboerderij verder uit te bouwen. De jonge Adolf loopt school in het "Gesticht" van Zottegem en volgt zijn lagere middelbare studies te Ronse.

Wanneer de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, wordt van overheidswege van de Belgische jeugd verwacht dat zij naar Frankrijk zou trekken om daar de vijandelijkheden af te wachten. Adolf blijft echter thuis, het gezin wenst immers zo ver mogelijk van de militaire verrichtingen blijven en wil zo weinig mogelijk te maken hebben met het leger. Adolf zet het werk op de boerderij voort. Met paard en kar verkoopt hij melk, boter en eieren in de streek.

Naar het zuiden

Op 6 juni 1942, op een zomerse zondagavond, neemt de 20-jarige Adolf echter een beslissing waarvan we bij de reden nog steeds het gissen hebben. Zonder een bericht achter te laten verlaat hij de boerderij aan de Gentsesteenweg. De verontruste familie meldt het verdwijnen bij de politie, en een week later nemen de Duitse overheden de zaak ter harte. Doch geen van beide kan uitsluitsel geven omtrent de toch wel merkwaardige verdwijning (de verplichte tewerkstelling in Duitsland kwam pas later in voege).

Intussen zit Adolf reeds in Frankrijk. Mogelijks vergemakkelijkte het feit dat hij daar geboren was zijn ontsnapping. Zijn reis gaat vrij voorspoedig. Via de Pyreneeën en Spanje arriveert hij op 17 augustus in een snikheet Lissabon. Adolf verblijft er haast een maand, en hij maakt van de gelegenheid gebruik om via het Rode Kruis een brief naar Grotenberge te schrijven. Voor het gezin betekent dit een enorme opluchting. De brief is niet ondertekend, doch aan het handschrift weet men in Grotenberge dat zoonlief het goed stelt. Toch kan Adolf onmogelijk vertellen hoe hij in Zuid-Europa geraakt is, en wat zijn toekomstige plannen zijn.

In de Portugese havenstad weet hij een plaatsje aan boord van een schip te bemachtigen met bestemming Groot-Brittannië.

Drie weken later, op 5 oktober van hetzelfde jaar ontscheept hij in de Schotse haven van Gourock, even ten westen van Glasgow. In nauwelijks zestien weken was hij erin geslaagd uit bezet gebied te ontsnappen, een toch wel merkwaardige prestatie voor een jongen van nauwelijks twintig jaar oud.

Opleiding tot nachtjager-navigator

Na de nodige omzwervingen via diverse diensten komt hij op het bureau van de Belgische Strijdkrachten in Groot-Brittannië  terecht, waar hij op 3 november de tweetalige formulieren invult en recruut in het leger wordt. Hij viert Kerstmis en Nieuwjaar ver van huis, maar op 15 januari 1943 wordt Adolf in de Royal Air Force opgenomen.

Op dat moment draait het Commonwealth Air Training Plan op volle toeren, en brengen oceaanschepen jonge vliegeniers naar Canada om er de vliegkunst te leren. Het lijkt erg waarschijnlijk dat Adolf er aanvankelijk een opleiding tot piloot gevolgd heeft. Hij vliegt op 15 augustus voor de eerste maal als tweede piloot op een tweedekker van het type De Havilland 82 Tiger Moth, doch deze oefeningen zijn van kort duur. Vier dagen later is de cursus voorbij en volgt een maandenlange theoretische opleiding als navigator-radiotelegrafist. De praktijk - het vliegen dus - keert pas terug op 18 januari 1944, wanneer hij aan boord van een Avro Anson de theorielessen in praktijk moet brengen. De 5 Air Observers School is te Jurby op het eiland Man gevestigd. Tijdens dezelfde periode worden hem ook de basisbeginselen van het schieten met vliegtuigbewapening bijgebracht. Adolf moet meerder malen plaats nemen in een geschutstoren van een bommenwerper - die evenwel op de begane grond gemonteerd is - en hiermee schietoefeningen houden. "A keen and intelligent cadet" ("een goede en intelligente leerling") pent de luitenant neer. Maar hier komt zijn achterstand in de Engelse taal ter sprake, de Squadron Leader van de 62 Operational Training Unit gebiedt hem deze taal bij te schaven.

De opleiding op Anson duurt tot 22 augustus 1944, de dag dat hem het brevet van navigator/radiotelegrafist uitgereikt wordt.

Enkele weken later zet hij zijn laatste stap vooraleer operationeel te worden. In de 51 Operational Training Unit te Cranfield leert hij zijn piloot kennen : Flight Lieutenant Michael Corrie, een ervaren vliegenier die reeds het Distinghuished Flying Medal opgespeld kreeg. Op 16 april vliegen ze voor de eerste maal samen, en nu eens niet op een trage Ansons maar op een snelle, robuuste Bristol Beaufighter. Adolf wordt in november nog even gescheiden van zijn piloot, om aan boord van een stokoude Wellington bommenwerper zijn navigatie en het werken met de ingewikkelde radio-en radarapparatuur aan te scherpen, maar op 4 december ziet hij zijn piloot terug en gaan ze aan boord van één van de meest fantastische vliegtuigen die de Britse vliegtuigindustrie ooit voortbracht : de de Havilland Mosquito. In januari 1945 wordt de intensieve opleiding afgerond, en worden Adolf en Corrie een operationele bemanning.

De nachtjagers van Castle Camps 

Het vliegveld Castle Camps ligt ongeveer halfweg tussen Londen en Cambridge, en vormt de thuisbasis van diverse Mosquito-squadrons. Sinds oktober staat er ook het 25 Squadron gestationeerd, onder leiding van Wing Commander Mitchell. Aanvankelijk werd het squadron ingezet om V-1's te onderscheppen, maar bij de aankomst van Adolf en Corrie eind januari is het gevaar van de vliegende bommen geweken, en ondernemen de Mosquito's terug nachtelijke strooptochten diep boven het Duitse Rijk, dat op dat moment reeds aardig gekrompen was. De opmars van de geallieerden gaat naar een beslissende fase toe, maar de Britse bommenwerpers bombarderen onophoudelijk de steden en industriecentra. De Duitse nachtjacht, uitgerust met de fijnste radarapparatuur, is echter uitermate dodelijk. Een "Bomber Support"-strijdmacht, die de Duitse nachtjagers zou onderscheppen, is dus onontbeerlijk. Het 25 Squadron is hiervoor uitgerust met de modernste Britse nachtjager op dat ogenblik : de Mosquito Mk NF30, een nachtjager die zowel op grote als lage hoogte operationeel is.

De NF 30 is uitgerust met de meest geavanceerde toestellen die op dat moment in de elektronische oorlogsvoering voorhanden zijn. Het feit dat Adolf met deze apparaten had leren werken, verklaart zijn lange intensieve opleiding. Eigenlijk heeft hij aan boord van de Mosquito drie taken. Vooreerst verzorgt hij het radiocontact wanneer nodig tussen de grond (de basis) en het vliegtuig. Voor lange nachtelijke tochten boven vijandelijk gebied is tevens een uitermate accurate navigatie nodig. Hiervoor helpt de wetenschap een handje. Achter de cabine staat immers een fijne antenne geplaatst die leidt naar een apparaat dat signalen ontvangt van drie radiobakens op Brits grondgebied. Aan de hand van de aard van de signalen - voornamelijk de richting en de afstand - kan de navigator dus vrij exact bepalen waar hij zich bevindt. Het meest indrukwekkende en verfijnende materiaal bevindt zich echter in de neus, en - we zijn nu bij Adolfs derde taak - dit wordt gebruikt voor het onderscheppen van de vijandelijke nachtjager. Dit gebeurt met behulp van een zgn. AI Radar (Airborne Interception Radar), m.a.w. een radar die aan boord van het toestel, in de neus geplaatst is. Adolf heeft in de Operational Training Unit leren werken met de meest moderne radar, de à ÃAI Mk X (Airborne Interception Mark 10), een centimetrische radar van Amerikaanse makelij. Het systeem bestaat uit een schotelantenne in de neus van de Mosquito, die verbonden is met het instrumentenpaneel dat voor de navigator geplaatst is. Het is Adolfs taak om beide schermen te volgen die voor hem in het instrumentenpaneel staan. Het ene scherm geeft de afstand van een mogelijk doelwit weer, terwijl het tweede schermpje informatie verstrekt aangaande de richting waar het doelwit te vinden is. Met de AI Mk X kan men een vijandelijke nachtjager vanop een zevental kilometer in het duister terugvinden. Hoe hoger men vliegt, hoe verder de radar reikt. 

Aangezien het een ware heksentoer is om met al deze fijngevoelige instrumenten tegelijk te werken, en omdat het slechts in de operationale squadrons is dat toestellen ermee uitgerust zijn, zou het duo Corrie-Van Melckebeke nog enkele oefenvluchten ondernemen vooraleer ingezet te worden boven vijandelijk gebied.

Maar de heimwee naar zijn familie in Grotenberge begint nu wel erg te knagen. Nu pas begint het gevaarlijke werk, en Adolf had toch nog graag ÉÉnmaal zijn moeder teruggezien. Hij kan zijn Wing Commander ervan overtuigen mee te vliegen naar Brussel, dat reeds enkele maanden bevrijd is. Op 4 februari gaan hij en W/Cdr Mitchell aan boord van een Oxford die instaat als meid-voor-alle-werk. Na een vlucht van anderhalf uur ontwaart Adolf onder hem het Vlaamse landschap, dat hij haast in geen drie jaren gezien heeft. Zijn hart slaat sneller wanneer hij - vergelijkend op de kaart - de Wing Commander naar de kerktoren van Grotenberge kan leiden. Enige ogenblikken later cirkelt de Oxford rond het dorp. Zijn zus Jacqueline gaat net inkopen doen, wanneer zij een toestel hoort. Maar ja, het is nog steeds oorlog, zo vreemd is dat nu ook weer niet... Andere dorpelingen kijken het tweemotorige vliegtuigje wel na, dat het blijkbaar op Grotenberge "gemunt" heeft.

"Hewel, Jacqueline, hebt ge die vlieger gezien. Ik peins dat het Uw broer Adolf moet zijn...".   

Enkele minuten later landt de Oxford te Brussel. Adolf kan niet wachten om zijn Nonkel Charles op te zoeken die in de hoofdstad woont, en een auto heeft.

Die namiddag wordt er in de boerderij aan de Gentsesteenweg gelachen en gehuild. Adolf is veranderd, en ziet er ouder uit dan hij is. Iedereen wilt vernemen hoe hij in Engeland geraakt is, maar moeder wilt het waarom weten. Een vraag die Adolf niet kan beantwoorden, temeer omdat de namiddag veel te kort is en hij in Brussel verwacht wordt. Hij heeft immers geen officiële toestemming om de hoofdstad te verlaten. Maar de oorlog zou niet lang meer duren, belooft hij. Hij stapt in Nonkel Charles' auto en verdwijnt.

Vijf dagen later, terug op Castle Camps, wandelen Adolf en Corrie over de dispersal naar hun Mosquito 'ZK-X'. Via een ladder klimmen ze door het zijluikje in de kleine cockpit. Corrie kruipt als eerste in zijn positie, Adolf wringt zich naast hem op het stoeltje. De cabine is zo klein dat hun schouders en armen voortdurend tegen elkaar schuren. Enkele minuten later, het is dan 20u.10, start Corrie beide Merlin-motoren. Het gebrul verscheurt de nachtelijke stilte boven Castle Camps. Hij taxiet naar één van de drie banen, geeft de motoren 'full boost' en even later stormt de 'ZK-X' over het tarmac. Behoedzaam trekt de piloot de knuppel naar zich toe.

Enkele leden van het grondpersoneel kijken toe. Het motorgeluid neemt ineens drastisch af. Nog voor de Mosquito helemaal in het duister is verdwenen, klinkt een doffe klap, gevolgd door gekraak.

Op nauwelijks twee kilometer in het verlengde van de startbaan, in de buurt van een boerderij bij het dorpje Bendish Hall, vindt men in een bos tussen de versplinterde wrakstukken van de Mosquito 'ZK-X' de levenloze lichamen van Michael Corrie en Adolf Van Melckebeke.

Het blijkt algauw dat de motoren kort na de start minder vermogen gaven. Corrie was er niet in geslaagd zijn toestel tijdig op te trekken en kwam zo in een rij bomen terecht.

Flight Lieutenant Corrie DFM vindt een laatste rustplaats op de nabijgelegen rustplaats van het stadje Saffron Walden. Adolfs lichaam wordt echter overgebracht naar het perk voor de Belgische gesneuvelden te Brookwood, waar hij op 16 februari 1945 een tijdelijke rustplaats vindt.

Het bericht omtrent de dood van Adolf Van Melckebeke wordt naar Brussel verstuurd. De dag dat Adolf ter aarde besteld wordt brengt een Majoor van het Belgische leger het ontstellende nieuws naar Grotenberge. De familie is in shock, temeer daar ze Adolf nog maar nauwelijks enkele dagen voor zijn dood gezien hadden.

In 1946 nemen Jacqueline en haar moeder de ferry over het Kanaal en bezoeken ze het graf van hun zoon en broer, die er tussen zijn landgenoten ligt. Later zouden de resten van de Belgische gesneuvelden echter naar Brussel overgebracht worden, waar de kisten in een hangar opgesteld worden. Adolf Van Melckebeke rust nu te Evere.   

Datum: 
07/02/1945
Serienr. / Rompcode: 
Organisaties: 
Personalia: 
Van Melckebeke Adolf
Locatie

Bendish Hall
gb
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
De Decker Cynrik & Roba Jean-Louis: '40-'45 boven Schelde, Dender en Durme, De Krijger, Erpe, 1996
The Royal Air Force in Cambridgeshire, John F. Hamlin and Ron Pearson (1989)
The Aircraft of 100 Group , Martin Streetly (1984, Robert Hale, London)
Dossier Adolphe Van Melckebeke (HDK, Evere)
Navigator's, Air Bomber's and Air Gunner's Flying Log Book, A. Van Melckebeke
Interview met mevrouw Jacqueline Van Melckebeke, Grotenberge
Correspondentie met Hans de Haan, Wijchen (Ndl.) en Guy Destrebecq (Brussel)