De basis Sint-Truiden verloor die nacht een bemanning : om een onbekende reden stortte de MesserschmittBf 110 « G9+BP » (Werknummer 740022) van de 6.Staffel op enkele kilometer daar vandaan, bij Budingen, te pletter. Voor de bemanning kon geen hulp meer baten : Leutnant Hans-Georg Mattejat, Gefreiter Ludwig Schlanstein en Gefreiter Hans Dobberke werden op de begraafplaats van de basis gelegd.

De eerste dodelijke slachtoffers in het oorloggebeuren van 1943 boven ons grondgebied waren een Duitse nachtjachtbemanning, Oblt Ludwig Wolff en zijn Bordfunker, Fw Ernst Kurz van het 6.Staffel. Na technische problemen aan boord van hun Bf 110 F-4 'G9+DP' stortten zij om 20u.55 na een oefenvlucht in vlammen neer op drie kilometer ten westen van Tongeren. De bemanning, die reeds één overwinning op haar actief had (1 augustus 1942), werd te Brustem begraven.

Een toestel van de Truiense 6./NJG 1 ging verloren, en wel de Messerschmitt van niemand minder dan von Bonin. Hij was aan boord van zijn Bf110 F-4 (Wn.2685) om 22u.34 aan een aanval begonnen op een Lancaster, maar deze maakte zulke heftige manoeuvers dat von Bonin niet in een goede schietpositie raakte. Tot overmaat van ramp geraakte hij zelf in het bereik van de staartschutter, die prompt beide motoren van de nachtjager uitschakelde. Hierdoor moest de bemanning om 22u.42 het vliegtuig verlaten.

Boven de Antwerpse Kempen had de bemanning Petersen/Leidenbach (6.Staffel) een Stirling van hetzelfde 149 Sqdn in het vizier. De Duitse piloot kon zijn slachtoffer niet ontwijken en ramde de bommenwerper. F/Sgt E.W. Whitney wist zijn R9314 'OJ-T' in bedwang te houden en vervolgde zijn koers naar de Noordzee toe.

Uffz Paul Panitz (6.Staffel ?) zou die nacht een machine achtervolgen. Het zou zijn laaste onderschepping zijn. De volgende ochtend vindt men te Laar de brokstukken van de Bf 110E-1 (Wn.3853), een aktentas en een verkoolde handschoen. Diezelfde voormiddag vindt men driehonderd meter ten westen van het wrak het lichaam van de onfortuinlijke piloot aan. Zijn boordschutter, Gefr Erwin Cobi, had nog net op tijd zijn machine kunnen verlaten en kwam gewond aan de grond. Cobi kon de nabijgelegen piste van Le Culot vervoegen.

Leutnant Helmut Niklas vloog zijn Bf 110E-2 (Wn.2654) 'G9+GP' om 2u05 haast in de vernieling langsheen de landingsbaan van Sint-Truiden. De piloot was ernstig gewond, Uffz Wenning bleef vrijwel ongedeerd.

Omstreeks 2 uur later hing Oblt Fritz Gutezeit (6./NJG 1) in de staart van de Stirling W7520 'MG-S' van het 7 Sqdn. Hij haalde de machine neer, maar zou het met de dood bekopen. De 'MG-S' dook naar omlaag, en sleurde de Bf 110E-1 van zijn belager mee naar de aarde. Ook voor Gutezeit was er geen ontkomen aan. Om 2u24 stierf hij samen met Fw Heinz Januschewski aan boord van hun G9+HP (Wn.4071), op één kilometer ten oosten van Sint-Truiden. Hij was met meer dan zestig missies en één overwinning een vrij ervaren piloot.