Flight Lieutenant Waclaw Chojnacki van 308 Squadron was vroeger dan de anderen van zijn squadron  teruggekeerd, omdat boven het doel zijn bommen weigerden te lossen en hij onverrichterzake rechtsomkeer maakte. Hij slaagde erin zijn landing te onderbreken en weer op te stijgen. Hij zette zich achter een Focke-Wulf en schoot er van op 800 meter de staart van af.  De Duitser tuimelde naar omlaag, sloeg in de finale meters met de stuurboordvleugel tegen een boom, ramde het dak van een vliegveldgebouw er af en belandde tenslotte in een geparkeerd Vliegend Fort.

Sinds de aanval op Sint-Denijs-Westrem staat Uffz Otto Kuntsch in "Raum Sinaai" als vermist geboekstaafd.

Sinds de aanval op Sint-Denijs-Westrem staat Ltn Walter Holick in "Raum Gent" als vermist geboekstaafd.

Sergeant Hubert (318 Squadron) schoot een toestel naar omlaag langsheen het Kanaal Gent-Terneuzen, ter hoogte van het industrieterrein bij de Scheepzatestraat te Meulestede. Zijn toestel stortte neer bij  Kerkbrugge (Ertvelde) en ontplofte.Naar alle waarschijnlijkheid ging het hier over Uffz Edgar Ardner, die kort nadien getuigde: “Net nadat ik het vliegveld aangevallen had, op zo’n tweehonderd meter hoogte, werd ik door twee Spitfires besprongen. Ik kreeg treffers in de cockpit en staart, en de besturing liet het afweten.

De Duitse formatie die richting Sint-Denijs-Westrem vloog, werd onderschept door Poolse Spitfires van 318 Squadron. Flight Lieutenant Roman Hrycak en Warrant Officer Zenobiusz Wdowczynski, die als laatste vloog omdat zijn toestel motorproblemen had, namen boven Desteldonk een Duitser onder vuur die op een 1000 meter hoogte vloog. Een halve eeuw later vonden we  de crashplaats, in de Achterlindestraat, achter de hoeve nr. 106. Het verhaal van de omwonenden was weer eens gruwelijk.

Stfw. Rudolf Martens, 5./JG 1, was Schwarmführer en werd samen met zijn vleugelman Ltn. Harald Schilling bij Doornik neergehaald tijdens een luchtgevecht met Lightnings. Martens vond de dood bij Maulde. Op 24 augustus 1994 werden de resten van zijn vliegtuig opgegraven.

Omstreeks hetzelfde tijdstip verloor Uffz Georg Pissarski van de 5./JG 1 het leven te Bassevelde. Hij raakte in een gevecht met vier Spitfires verwikkeld, en stierf aan de stuurknuppel van zijn FW 190 A-4 (Wn.6571) "Schwarze 9" die explodeerde. De piloot werd op de begraafplaats van Deinze ter aarde besteld.

Op 27 mei 1943, om 16u.50, startten vier squadrons voor Rodeo 224. Vooraan vlogen de twee Noorse Squadrons (het 331ste en 332ste). De Spitfires vlogen over Oostende, doorkruisten de hemel boven Diksmuide vooraleer de richting Brugge-Gent te kiezen. Het was daar dat zij de route kruisten van enkele Focke-Wulfs 190 van het JG 1 die op 20 000 à 32 000 voet vlogen. Het waren de jagers van de Stab, alsook de 4. en de 5.Staffel, allemaal van de II.Gruppe. Uit de gevechtsrapporten is duidelijk op te maken dat de Duitsers totaal verrast waren.