Leutnant Wenning van Jasta 28 haalde ten noordoosten van Ieper een Sopwith Pup neer. Lieutenant D.R. Cameron wist zijn machine nog aan de grond te zetten, vooraleer hij gevangen genomen werd.

De Australische 2nd Lt H.A.C. Tonks werd waarschijnlijk neergehaald door Hptm O. Hartmann van Jasta 28, die als locatie "Rollenberg" aangeeft. Tonks ligt begraven te Harelbeke.

Tijdens een luchtgevecht boven Bikschote werd een Nieuport 20 doorzeefd. De piloot, 2nd Lt G.P. Kay kon de machine veilig aan de grond zetten, maar zijn waarnemer, 2nd Lt Walter W. Steuart, bezweek de dag nadien aan zijn verwondingen. Hij ligt begraven te Lijssenthoek.

De Nieuport 12 werd boven de linies van Railway Wood (Zillebeke) neergehaald door Vizefeldwebel Ulmer van Jasta 8. Het toestel was vertrokken voor een fotoverkenning boven de Duitse stellingen. Zij waren de eerste vliegeniers die 46 Squadron verloor. Captain J. Nason en Lieutenant Felix-Brown liggen begraven te Vlamertinge.

Tijdens een opdracht stortte onderluitenant-vlieger (Flight Sergeant RAF) Roger de Cannart d'Hamale (°22 augustus 1919 St Gilles/Brussel) bij Smersole Farm Swingfield ten oosten van Dover te pletter met zijn Hawker Hurricane I (V7616) van 46 Squadron. Hij was een van de eerste Belgische piloten die toekwamen in Engeland op 20 juni 1940. In 1939 had hij zijn vliegbrevet behaald en werd hij aangewezen voor het 7e Smaldeel van het 3e Regiment van het Vliegwezen. Hij nam deel aan de achttiendaagse veldtocht en vloog verschillende opdrachten met de verouderde Fairey Fox.