107 Squadron, gestationeerd als dagbombardementseenheid te Lecoivres, was die dag betrokken in hevige luchtgevechten, en verloor drie machines. De C2182 van de bemanning Lt James Cook en 2nd Lt Herbert Ankrett stortte neer bij Doornik. De bemanning werd eerst te Ramignies-Chin begraven, nu rusten ze te Doornik.

Drie Boston-eenheden (88, 107 en 342 Squadron) zetten elk een dozijn toestellen in om Courcelles te bombarderen. In een fabriek aldaar werden Junkers Jumo-motoren hersteld en gereviseerd.

Op 7 november was een bewolkte, regenachtige dag te Great Massingham. Negen Boston-bemanningen van het 107 Sqdn worden gebriefed voor vluchten boven het vasteland. Zij zouden per secties van drie vliegen. De eerste drie zetten koers naar het rangeerstation te Kortrijk, de volgende formatie zou de cokes-ovens bij Zeebrugge bestoken en de laatste drie vliegen naar krachtcentrale van Zwevegem. Rond 15u hangen de toestellen boven hun respectievelijke doelwitten. De Flak van Wevelgem haalt de Boston III Z2259 neer.

Op 31 oktober vallen de Bostons van het 107 Sqdn in scheervlucht de krachtcentrale te Pont à Vendin aan. De Boston Z2179 wordt door een Focke-Wulf belaagd en moet bij het Westvlaamse Woumen het onderspit delven.  Een ooggetuiggeverslag van de crash ontlenen we uit het boek 'Vermist boven Vlaanderen' waarvoor auteur Dirk Decuypere o.m.

Aanval op de route Tongeren-Maastricht. P/O Osborne Keedwell, Sgt Leonard Merritt en ACS Leslie Berridge komen om het leven.

F/O Rotherham wordt aangevallen maar slaagt erin de Duitse jagers een tijdje van zijn Blenheim L8747 te slaan en deze met zijn gewonde schutter LAC Coote in België aan de grond te zetten (waarnemer W/O R. Brown). Enkele momenten later is hij verbaasd Leopold III en de Admiraal van de Vloot, Sir Roger Keyes voor hem te zien staan (de koning was die dag in vergadering met de geallieerde legerleiding in Casteau in Henegouwen).