Op 15 januari, om 11 uur, stortte de Bf 109F (Wn.9719) te pletter in een veld te l'Escaillère (grens België-Frankrijk). Tussen de brokstukken, die over een afstand van tweehonderd bij vijftig meter verspreid lagen, vond men het uit elkaar gereten lichaam van de piloot. De Rijkswacht van Rièzes betrok de wacht. De Duitse diensten identificeerden het lichaam als dat van Lt Philipp Kupfer, een vlieginstructeur van de Jagdgruppe 101 (ex-Jagdgruppe Ost). De dertigjarige vliegenier werd op het Duitse kerkhof van Charleroi-Nord ter aarde besteld.

Op 10 juni voert Fw von Bitter, piloot van een Bf 109 F (Wn.780750) tijdens een vlucht van Le Havre naar Wevelgem wegens motorpech bij Bury een kraaklanding uit. De jager is vernield maar de piloot blijft ongedeerd. De Fliegerhorstkommandantur van Chièvres wordt op de hoogte gebracht en even later staat er een wachtpost bij het wrak dat langsheen de weg naar Leuze ligt.