Kort na de start vanaf Le Culot (Beauvechain) stort een Ju 88 neer. De vierkoppige bemanning komt om het leven: Uffz Brthold Weis (piloot) - Uffz Werner Jung (navigator) - Ogfr Helmut Löw (radiotelegrafist) en Gefr Kurt Höft (boordschutter).

Het 5./KG 54 (basis Beauvais) verloor de Ju 88 A-4 (Wn.1496) met rompcode 'B3+ON', met aan de stuurknuppel Fw Kurt Lischinski. De bemanning was waarschijnlijk het noorden kwijt en kreeg tenslotte te kampen met brandstoftekort. De bommenwerper ontplofte bij Malmédy waarbij de vier vliegeniers (waarnemer Ofw Kurt Freiberg, radiotelegrafist Uffz Erns Petig en boordschutter Hans-Eberhardt Haase) om het leven kwamen.

Een bemanning van een Ju 88 A-4 (Wn.2084) van III./KG 26 had minder geluk. Het toestel scheerde rakelings langs de huizen bij het station van Ordingen en stortte op een driehoekig stuk akkerland in Zepperen. Geen van de bemanningsleden kon ontsnappen. Eén ervan was in zijn stoel tegen een haag geslingerd. Het was de bemanning van Leutnant zur See Wolfram Thiele, waarnemer Ofw Bernard Hennings, radiotelegrafist Fw Alfred Gress en boordschutter Fw Gustav Kuhlmann die daar haar lot deelde. Ze werden te Sint-Truiden begraven.

De Ju 88 A-4 (Wn.1556) van de III./KG 26 (basis Rennes) stortte bij Koksijde neer. De bemanning was waarschijnlijk in een dichte mist geraakt en plots tegen de grond geslagen. De piloot, Ofw Bruno Elsner en zijn drie strijdmakkers, Ogefr Horst Kasper, Ogefr Alfons Mirek en Uffz Georg Stauber waren gewond.

De eerste aanval op de Midlands vond plaats in de nacht van 27/28 juli 1942. De I.Gruppe van het Kampfgeschwader 77 werd ingezet. Ze hadden tot eind juni gevochten boven Rusland vooraleer naar hun Franse basis Creil af te zakken. De Ju 88 A-4 (Wn.5694) van Fw Max Gaschke werd boven Engeland geraakt en moest zich ten oosten van Nieuwrode aan de grond zetten. De vier vliegeniers waren gewond.