Luitenant Henri de Roy daalde ietsje te snel op Goetsenhoven, raakte een boomtop en sloeg te pletter. De piloot overleefde het ongeval.

Adjudant Delache raakte verdwaald boven Noord-Frankrijk en zette zijn Fox bij Colembert (in de buurt van Boulogne-sur-Mer) aan de grond. Hij was op weg van Nijvel naar Oostende. Het toestel raakte zwaar beschadigd bij de kraaklanding, maar de piloot bleef ongedeerd. De O-133 zou hersteld worden.

Piloot Jacques Legrand moest zijn Fox op het vliegveld aan de grond zetten - om een onbekende reden ging het fout en het toestel schoof over de buik. De piloot en zijn waarnemer Robert Deppe bleven ongedeerd. De Fox O-154 werd enkele weken nadien afgeschreven.

Over deze crash publiceerde de Standaard: "In den nacht van Donderdag op Vrijdag vloog een groot jachtvliegtuig boven Gembloers. Plots deed zich een motordefekt voor. Het toestel daalde snel en de piloot die, naar kan worden afgeleid uit den stand der apparaten het vliegveld van Nijvel probeerde te bereiken, slaagde er niet in de machine zwevend te houden. Het toestel stortte naar beneden en kwam terecht in een beetenveld tusschen de hoeve van Penteville, het bosch van Godeau en de spoorlijn van Gembloers naar Tamines.

Adjudant Carijn, die twee maand ervoor al een Renard R-32 met zijn valscherm moest verlaten, testte die dag een doelmouw boven Evere. Het ding ontrolde zich niet volledig en de kabel blokkeerde de besturing. Isidoor Carijn beval zijn waarnemer te springen. Adjudant Vanneste kwam behouden aan de grond, maar werd door zijn valscherm nog over de grond gesleept en raakte hierdoor gewond. De piloot kwam veilig neer.

Tijdens een oefen-luchtgevecht botsten twee Foxes boven Tervuren tegen elkaar. Beide piloten konden springen. Hun valschermen bleven hangen in de oude bomen, en adjudant Michel de Pret de Roose de Calesberg en adjudant Louis Crooy moesten uit hun benarde posities bevrijd worden. Beide toestellen stortten op enkele tientallen meter van elkaar op het domein van graaf Marnix. Crooy wist op eigen kracht uit de boom te kruipen, maar verloor kort daarop het bewustzijn.

Tijdens een oefen-luchtgevecht botsten twee Foxes boven Tervuren tegen elkaar. Beide piloten konden springen. Hun valschermen bleven hangen in de oude bomen, en adjudant Michel de Pret de Roose de Calesberg en adjudant Louis Crooy moesten uit hun benarde posities bevrijd worden. Beide toestellen stortten op enkele tientallen meter van elkaar op het domein van graaf Marnix.

Onderluitenant Roger Bataille kreeg tijdens een test motorpech, raakte het dak van een boerderij en stortte even verder neer te Stene. De piloot bleef ongedeerd, maar de Fox was vernield.

Adjudant Pessendorfer's Fox vatte op 500 meter hoogte vuur. De piloot sprong met zijn valscherm en kwetste zijn voet bij de landing. Het vliegtuig stortte te pletter in een veld bij Goetsenhoven en brandde na inslag uit.

Busreizigers op de lijn Brussel-Leuven keken met belangstelling naar de oefeningen die een vliegtuig tussen Zaventem en Nossegem uitvoerde. Plotseling dook het vliegtuig naar omlaag, en op slechts enkele honderden meter hoogte stapte de piloot uit. Na een korte, snelle daling brak adjudant Léopold Mouzon zijn been. Zijn Fox sloeg verderop in een veld overkop.

Nadien verklaarde de piloot dat hij zijn machine in een tolvlucht zette, maar daarna het bewustzijn verloor. Op lage hoogte kwam hij weer bij, maar gezien de lage hoogte restte hem niets anders dan te springen.