Dostler reeg hij de zesentwintigste overwinningaan zijn gordel. Boven Roeselare overviel hij een DH4 van  57 Squadron. Lieutenant J. Hood en 2nd Lieutenant J.R. MacDaniel hadden in hun A7510 geen schijn van kans. Volledig verrast werden ze met kogels besproeid en schoten de dieperik in. Bij de inslag ten oosten van Roeselare kwamen ze alle twee om - ze rusten nu te Harelbeke.

Tussen Kortrijk en Menen hadden Dostler en de zijn piloten van Jasta 6  om 7.10 uur een confrontatie met die van  57 RFC Squadron. 

Ze counterden de Britse DH4’s, joegen ze uit elkaar en probeerden er een in’t vizier te krijgen. Maj. E.G. Joy en Lieutenant F. Leathley in de A7563 voelden duidelijk de hete adem van Dostler in hun nek en probeerden die op alle mogelijke manieren van zich af te schudden.

2nd Lieutenant H.W.B. Rickards en 2nd Lieutenant R.H. Corbishley, slachtoffer van Lt Czermak van Jasta 6, sloegen met DH4 – A7538 ten zuidwesten van Tielt tegen de grond. Beiden kwamen om.

Adam van Jasta 6  haalde een DH4 neer  – de A7540 sloeg in bij Oostrozebeke. Piloot  Captain L. Minot en waarnemer 2nd Lieutenant S.J. Leete sneuvelden ter plaatste, ze rusten zij aan zij te Harelbeke.

Het was dicht bij 19.00 uur toen Dostler met zijn Staffel zes Britse de Havilland DH 4’s van 57  RFC Squadron op de nek vielen. Die voerden een bomaanval uit op de troepentrein die in het station van Ingelmunster stond te stomen. De de Havilands zwermden uiteen en probeerden uit de greep van de gestreepte Albatrossen te blijven. Met Dostler in zijn zog probeerden Lieutenant H.N.S. Skeffington en Lieutenant A.C. Malloch er vanonder te muizen, maar tevergeefs. Boven Oostrozebeke kreeg de Jastaführer hen te pakken. Doorzeefd stortte hun DH4 - A7448 neer te Oostrozebeke.

Staffelcommandant Dostler va, Jasta 6 haalde een DH4 van het 55 RFC Squadron neer, zijn elfde overwinning. De DH4 - A7493 met piloot Lieutenant P.W. Battersby en observer  Captain W.W. Fitzherbert sloeg te pletter ten zuidwesten van Warneton - beiden sneuvelden.

Op vrijdag 13 juli 1917 waren de Albatros D.III’s van van Jasta (jagdstaffel) 28 waartoe Ltn Ernst Hess behoorde pas opgestegen, als de Duitse piloten een formatie DH-4’s ontwaren die de Frans-Belgische grens kruisen. De Duitse jagers zetten de achtervolging in tot in de nabijheid van Oudenaarde, maar kunnen de snelle Britse toestellen niet bijbenen. De Albatrossen klimmen naar 4.300 meter en komen aldus in een uitstekende positie om de bommenwerpers op te vangen als ze de op de terugweg zijn.

68 toestellen in militaire dienst van 1919 tot 1932. Het staartstuk van de E-5 staat in het Brussels Luchtvaartmuseum.

E1

E2

E3

E4

E5

E6

E7

E8

E9

E10

E11

E12

E13

E14

E15

E16

E17

E18

E19

E20

E21

E22

E23

E24

E25

E26

E27

E28

E29

E30

E31

E32

E33

E34

E35

E36

E37

E38

E39

E40

E41

E42

E43

E44

Militair piloot van de 13^de promotie met verlof zonder wedde en piloot bij Sabena Clément Herman (°22 december 1902 - La Hestre) verongelukte met de de Havilland DH-4 O-BALO in de nabijheid van het vliegveld van Straatsburg. Herman had de Franse stad omstreeks 9u.45 verlaten met bestemming Brussel, en hij was nog betrekkelijk laag bij de grond toen hij een korte bocht inzette. Daarbij gleed zijn toestel over de vleugel en plofte met geweld tegen de vlakte. De zieltogende piloot werd naar het hospitaal overgebracht waar hij kort nadien bezweek.

Omdat hij voor de oorlog geen officier was, geen persoonlijk vliegtuig bezat en bijgevolg geen militair piloot kon worden, werd Prosper Georges (°25 mei 1892 -Champion) vliegtuigwerktuigkundige. Door een tekort aan piloten besliste de legerleiding in het begin van de oorlog dat ook onderofficieren en soldaten voortaan konden opgeleid worden tot vliegenier. Georges nam de gelegenheid te baat en in 1916 behaalde hij zijn militair brevet in Etampes.