Wellington Z1404 bij Eisden

Een Australische Wellington zou die nacht naar alle waarschijnlijkheid het slachtoffer worden van de bemanning Hans Autenrieth/Adam.

Om 1u.14 spatte bij het Limburgse Eisden de Wellington 'UV-J' (Z1404) uit elkaar. De hele bemanning, vijf Australiërs, kwamen hierbij om het leven en werden aanvankelijk te Brustem begraven. We hebben reeds gezien dat de vliegeniers uit overzeese gebieden een onmiskenbare bijdrage leverden aan de oorlogsinspanningen van het Bomber Command (hierdoor moet het begrip 'Engels vliegtuig' steeds met de nodige omzichtigheid behandeld worden).

Mede dankzij het feit dat de heer Holland ons tijdens het samenstellen van dit manuscript prompt de brieven, het dagboek en het logboek van zijn broer Allen, de navigator van de Wellington, stuurde, kunnen wij een beeld schetsen van het wedervaren van één van de vele Australiërs die die jaren van 'Down Under' naar Europa kwamen.

Sgt Allan Holland verliet de Australische haven Newcastle op 17 november 1941 aan boord van de SS Themistocles. Op Kerstavond ontscheepte de Australische 'lading' in de Zuidafrikaanse havenstad Natal. Allan Holland schafte in het grootwarenhuis 'Woolworth's' van Kaapstad een dagboek aan. Op 29 december 1941, onder een stralende zuiderse zomerzon aan boord van de Almanzora zette hij en honderden lotgenoten koers naar Europa.

"Ik begroette het nieuwe jaar, kauwend op stukjes ananas die ik wegspoelde met brak water uit mijn drinkfles." Op 10 januari kruist de Almanzora de evenaar. En naar aloude traditie werden alle passagiers die nog nooit deze breedtegraad overgestoken hadden, aan een 'doopplechtigheid' onderworpen. "Vannacht vierden we de oversteek van de 'lijn' (= evenaar). Ze scheerden onze snorren en het borsthaar af, en we kregen een koud bad. Er volgde een feestmaal en dan gingen we naar bed." Omstreeks die dagen werd het ook gevaarlijk aan boord van het schip. Duitse U-boten schuimden immers de hele Afrikaanse kust af, op zoek naar oorlogsbodems, maar vooral cargo- en troepentransportschepen. Aan boord van de Almanzora werd een wachtschema opgesteld : "Wacht van 5 tot 7. We kregen voor de eerste maal de vijand te zien : om 7 uur bemerkten we een duikboot, ik ontwaarde slechts zijn periscoop. Ons schip maakte enkele bochten en we maakten dat we wegkwamen. Ik was maar wat blij dat we de laatste dagen voortdurend in zig-zag-koers voeren."

Op dinsdag 13 februari vaart de Almanzora langsheen de 'Goudkust' en meert het schip aan voor de kust van het Nigeriaanse Takarodi. Allan noteert : "We mogen niet eens van boord gaan om bv. een brief te posten... Er is hier een grote assemblagefabriek van de RAF. Blenheims en Hurricanes vliegen de hele dag rond vanuit de fabriek. Vandaag zag ik drie Blenheims en vijf Hurricanes die richting Kartoem vliegen (Soedan), naar de Westelijke Woestijn. We kopen trossen bananen en ananas van de inheemse vrouwen. We hangen ze in de kajuiten die er nu als fruitstalletjes uitzien"

Via het Westafrikaanse Freetown (Sierra Leone), na een boottocht van wel tien weken, gooide de bemanning op 1 februari 1942 voor de kaaimuren van Glasgow de trossen los. "Ik zie voor de eerste maal sneeuw, op de heuvels, op de stad." Met de trein reed Holland naar Londen."Onderweg bemerken we de effecten van de Blitz. Er is schade, grote gaten waar eens gebouwen stonden, maar het valt allemaal wel mee. Het land is er beter af dan ik dacht, er is veel voedsel, er heerst blijkbaar geen schaarste. Ik denk dat ik het hier wel naar mijn zin zal vinden."

Op de basis Carnarvorn wordt de training tot navigator verder gezet. Aanvankelijk wordt er gevlogen op Ansons, later op Blenheims. Op donderdag 3 april noteert Allan Holland : "Ontbijt en klaar om te vliegen om 9u.45. Ik stijg op in Blenheim G8356 voor oefening kaartlezen. Erg aangename tocht. Vlieg tot op 2000 voet tegen 180 mph. Zichtbaarheid 5 mijl. Vlieg tot boven het Engelse Worcester en zie het grootste gedeelte van Wales. Ik onderga een boel interessante dingen. Landing om 11u.55. Duur van de vlucht 2u.25 min.

Middagmaal en weer opstijgen om 13u.35 voor een navigatieoefening. Vlieg over het grootste gedeelte van de Ierse Zee, over het eiland Man en ontwaar verscheidene malen zowel Noord- als Zuid-Ierland. De Ierse zee lijkt slechts een beek. Veel konvooien. Deze Blenheims zijn fantastische kisten in vergelijking met de Ansons, ze klimmen als een raket. Landing om 16u.55. Duur van de vlucht 3 u. Mooie dag vandaag, ik heb er intens van genoten."

Op 18 juli belandt hij dan uiteindelijk in het 460 RAAF Squadron te Breighton. "Breighton is een sattelietvliegveld van Holme en ligt 18 mijlen van York. Er is geen licht in de Nissen huts, en geen washuizen dichter dan twee mijlen van onze slaapplaatsen. De mess is smerig, maar buiten dat is het een erg leuke basis."

Op 21 juli vliegt Allan zijn eerste operatie : "Om 17 uur vertelden ze ons dat het doelwit Duisburg was, in Happy Valley (Vallei van de Ruhr nvds). Avondmaal om 20u.20 en dan naar de kist om 21u.30. De stuurboordmotor wilde eerst niet starten, maar omstreeks middernacht konden we opstijgen. Mijn piloot is Bill Clegg, een kerel uit Melbourne. Heeft reeds een halve tour achter de rug en is nogal ervaren."

F/O William A. Clegg was een Australiër uit Queensland. Op 24 Mei 1994 schreef zijn zus Doss : "Mijn broer William Alexander Clegg was bekend als Bill, en vandaag zou het zijn 78ste verjaardag geweest zijn.

We hadden altijd een kat en een hond als huisdier en we fietsten, zwommen, visten en speelden met de andere kinderen uit de buurt. Elke zaterdag gingen we naar de stomme films en keken naar Rin Tin Tin, Tom Mix enz. Op Nieuwjaarsdag trokken we met de hele familie op pick-nick, en we zwommen, speelden cricket, hielden wedstrijden en we keerden terug naar huis, moe maar blij. Elke zaterdagavond gingen we bij onze grootouders, waar de volwassenen biljart speelden en de kinderen voor een groot vuur toasts maakten, we vielen in slaap en onze ouders droegen ons naar bed. Bill hield duiven, en samen met vader loste hij ze mijlenver van huis, beiden renden huiswaarts en ze wachtten op hun thuiskomst.

Bill studeerde aan de Ballarat High School en toen hij deze verliet ging hij in vaders zaak. Na enkele jaren realiseerde hij dat hij meer kwalificaties nodig had, en studeerde boekhouden. Het was de tijd waarin Sir Charles Kingsford-Smith, Jimmy Mollison, Amy Johnson, Bert Hinkler hun epische vluchten uitvoerden. Dat sprak allemaal erg tot onze verbeelding, vooral toen Sir Charles Kingsforth-Smith Ballarat bezocht met zijn 'Southern Cross', en we gingen naar hem toe.

Bill ging naar de Australische luchtmacht. Hij kreeg zijn eerste training te Bradfield Park bij Sydney, bij Narrandare leerde hij vliegen en wachtte daar af om overzee te gaan. Hij zou naar Canada varen en Ma en ik gingen naar Sydney waar we hem uitwuifden. Nooit zal ik moeders gezicht vergeten toen zij toekeek hoe het schip aan de einder verdween. Vanuit Canada ging Bill naar Engeland waar hij nog meer training kreeg, om uiteindelijk bij het 460 RAAF Squadron ingelijfd te worden."

Allan Holland vloog met Bill Clegg missies naar Saarbrücken (29 juli), Dusseldorf (31 juli), Saint Nazaire (4 augustus) en Mainz (11 en 13 augustus).

Hun radiotelegrafist/boordschutter, Reginald Mayne werd geboren te Clifton, Queensland (Australië) in 1919. Hij werkte aan boord van de schepen van de Burns Phillip and Co Ltd die de eilanden in de Pacific en Nieuw-Guinea aandeden. Verder had hij een grote belangstelling voor theater en muziek. In 1939 meldde hij zich reeds kandidaat en in 1940 werd hij opgeroepen. Na zijn eerste training in Australië werd hij naar Winnipeg (Canada) verscheept. Samen met het 460 RAAF Squadron vloog hij zeven missies (Keulen, Essen, Duisberg, Saarbrucken, Mainz en twee mijnenlegoperaties voor Terschelling). "Het is moeilijk te zeggen waarom hij de RAAF vervoegde, misschien was het een zucht naar avontuur of misschien wilde hij meehelpen om de opmars van Nazi-Duitsland te stoppen", aldus zijn broer Murray in 1994.

De twee andere bemanningsleden die niet van de fatale Mainz-missie terugkeerden waren Sgt Ronald D. Smith (28 j.), en Sgt Lewis K. McMichael (33 j.).

Het Duitse Bergingskommando kon slechts de dood vastellen van de hele bemanning. De administratieve molen maalde slechts langzaam, en het duurde weer een hele tijd vooraleer de vijf families aan de andere kant van de aardbol ingelicht werden over de dood van hun geliefde.

Pas op 2 oktober ontving de familie Holland het nieuws dat men via het Rode Kruis in Geneve vernomen had dat Sgt R.D. Smith en drie 'onbekende' leden van de bemanning hun leven verloren op 13 augustus 1942.

"Het was een trieste dag toen we het telegram ontvingen met het bericht dat Bill vermist was. We wachtten vol ongeduld op meer nieuws, maar zes weken later vernamen we dat hij en zijn hele bemanning op 13 augustus om het leven gekomen was. Bij zijn dood stierf de naam Clegg uit."

Cynrik De Decker

Datum: 
13/08/1942
Serienr. / Rompcode: 
Organisaties: 
Locatie

Eisden
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
De Decker Cynrik & Roba Jean-Louis, RAF-bommenwerpers boven België, 1942, De Krijger, Erpe, 1996
Correspondentie fam. Clegg, Mayne en Holland, 1994