Wellington Z1316 te Olmen

De bewoners van het dorpje Olmen werden omstreeks 3u.15 opgeschrikt door een luchtgevecht tussen een Duitse nachtjager en een Britse bommenwerper. Twee minuten later stortte het toestel op de wijk Heivoort, rechtover het huis van de burgemeester. De heer Kenis vertelde later dat het bijna licht was. Hij kon het geluid van de bommenwerper horen, komende uit het oosten achternagezeten door de Messerschmitt bestuurd Oberleutnant Wilhelm von Bonin en zijn radiotelegrafist, Feldwebel Johrden. Na de beslissende aanval stortte de bommenwerper op de neus neer in het "waterstraatje". Deze plek stond immers in de winter steeds onder water en er was enkel een karrespoor gelegen tussen twee weiden. De vleugels van het toestel tekenden zich links en rechts af in deze weiden. Na de crash kwam een vliegtuig (vermoedelijk de Duitse jager die het toestel neerschoot) poolshoogte nemen. Er woedde een hevige brand. Spoedig was de bezetter ter plaatse en werden de Olmenaren op een afstand gehouden.

Frans Smolders uit Balen liet ons nog weten : "Ikzelf bezocht als 10-jarige de rampplaats. Het vliegtuig en de bemanning waren totaal verhakkeld. Menselijke resten hingen in de struiken en een afgerukt hoofd hing in de prikkeldraad. Door de plaatselijke schrijnwerker Mertens werden vier kisten in rekening gebracht aan de gemeente, vijf namen werden vermeld op het grafschrift, zes bemanningsleden werden gedood. Ze werden in eerste instantie begraven op het kerkhof van Olmen, later werden ze overgebracht naar Adegem. Mensen die de rampplaats bezochten namen een souveniertje mee. Ikzelf stal onder de ogen van de Duitse bergers een .303 patronenband. Thuisgekomen moest ik hem afgeven waarna men hem in het geheim in de grond stopte. De heer Aerts gebruikte het staartwiel als kruiwagen, enig in Olmen in die tijd. Landbouwer Kenis liet van een dunne plaat een aanaardploeg maken bij de smid in Olmen. Ik waagde het zelfs zeskantige magnesiumbrandbommen uit elkaar te schroeven. Menigeen ging zelfs zitten op de nog niet ontplofte bommen die in de weide lagen."

Het was de bemanning van de Wellington IV (Z1316) van het 142 Squadron die daar in Olmen zo een vreselijk einde kende. De piloot was de Canadese Pilot Officer George Hooper, die deze nacht bijgestaan werd door een erg jonge co-piloot, de Schotse Sgt Kenneth McLennan. Het was zijn eerste missie, op zijn basis Waltham wachtte zijn eigen 'groene' bemanning tevergeefs op de terugkeer van hun piloot die vannacht naast de ervaren George Hooper zijn vuurdoop zou ondergaan.

Mevrouw Marjorie Tait, het toenmalige buurmeisje van Kenneth McLennan vertelde het volgende : "Toen de oorlog uitbrak was Kenneth nog maar een schooljongen, maar toch stelde hij zich onmiddellijk vrijwilliger voor de RAF, en dit zonder medeweten van zijn ouders. Omdat hij nog zo jong was, waren ze erg ongerust. Ze trachtten nog het idee uit zijn hoofd te praten, maar tevergeefs.

De zes gesneuvelden werden aanvankelijk in een collectief graf op het kerkhof van Olmen te ruste gelegd. Later werden hun stoffelijke rusten overgebracht naar de Canadese begraafplaats te Adegem (Oost-Vlaanderen). Naast George Hooper en Kenneth McLennan waren dit de waarnemers Ronald Bedford (20 jaar) en Richard Foster (21 jaar), radiotelegrafist Richard Stainforth en staartschutter Harold Oates (19 jaar). Op Kenneth McLennans grafsteen lezen we een foutieve vermelding van zijn leeftijd : 19 jaar. "Fout", vertelde zijn zus Betty ons, "Kenneth was nauwelijks 18 jaar. Hij was nog maar een jongen, die nog een heel leven voor zich had.

Cynrik De Decker

Datum: 
30/07/1942
Serienr. / Rompcode: 
Organisaties: 
Locatie
Heivoort
Olmen
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
De Decker Cynrik & Roba Jean-Louis, RAF-bommenwerpers boven België, 1942, De Krijger, Erpe, 1996
Correspondentie Marjorie Tait & Betty McLennan, 1993
Info heemkring Olmen, 1993