Wellington te Porcheresse

Omstreeks middernacht stonden de Truiense nachtjagers van de II. Gruppe van het Nachtjagdgeschwader 1 paraat om de Britse aanval op Saarbrücken te onderscheppen. Om 1u.32 wordt vanop Sint-Truiden de eerste overwinning behaald : de Messerschmitt Bf 110, bestuurd door Hauptmann Ludwig Bietmann en zijn radiotelegrafist, Wolfgang Reinicke van het 5.Staffel onderscheppen ten noordoosten van Ciney de Wellington III 'VR-D' (serienummer X3712) van het 419 'Moose' Squadron. Deze tweemotorige bommenwerper had om 23u.30 boven de startbaan van zijn basis Mildenhall de wielen ingetrokken. Op dat moment was de sfeer binnen het squadron niet al te best. De bemanning van de Warrant Officer Noel Moore, een Amerikaan uit Savannah (Georgia) die nog voor Pearl Harbour in de Canadese luchtmacht (RCAF) dienst nam, had de voorbije zes nachten maar liefst vijf missies gevlogen. Tijdens de voorbije zenuwslopende week kreeg het 419 Squadron gevoelige verliezen te incasseren. Ook de populaire bevelhebber van het squadron was niet weergekeerd. Nodeloos te zeggen dat ook de bemanning van Noel Moore niet erg enthousiast was om vannacht naar Saarbrücken te vliegen.

Ten noorden van Charleroi werd hun vrees bewaarheid. Hptm Bietmann bemerkte Moores Wellington en ging tot de aanval over. Met het helle maanlicht in de rug sloop hij langs onder naar de weerloze buik van de bommenwerper. Vanop nauwelijks vijftien meter afstand vuurde hij uit al zijn boordwapens. De granaten sloegen in de romp ter hoogte waar de navigator, de 21-jarige Sergeant Brian Coffey plaatsgenomen had. Hierbij werden ook de accumulatoren getroffen waardoor de staartkoepel niet meer kon gedraaid worden. De stuurboordvleugel en motor vatten vuur en de Wellington dook in een tolvlucht waarin hij gevangen zou blijven. De staartschutter, Sgt William 'Bill' Orndorff, eveneens een Amerikaan uit New York City, trachtte toch nog zijn belager onder vuur te nemen. Met meer dan tweehonderd .303-kogels richtte hij zoveel hij kon naar de nachtjager van Sint-Truiden.

Orndorff was de enige die uit de getroffen Wellington raakte. Hoewel dit hem heel wat moeilijkheden en krachtinspanningen kostte wrong hij zich uit zijn benarde positie en vanop nauwelijks 500 voet hoogte kon hij zijn reddende valscherm openen. "Ik landde tussen Soy en Mohiville, ten zuiden van Namen. Ik zocht een tijdje naar de rest van mijn bemanning, maar aangezien ik niets vond verborg ik mijn parachute in een hooiberg en opende mijn ontsnappingsset. Op dat moment wist ik niet waar ik was maar kort daarna bemerkte ik een wegwijzer langsheen de weg naar Pessoux. In Sinsin vond ik een afgelegen boerderij. Omstreeks 6u. ontmoette ik een 16-jarig meisje dat de koeien binnenbracht. Ik vroeg haar een beetje melk en vertelde haar dat ik een Brit was. Ze zei dat ik niets te vrezen had van de Belgen, en ging haar vader halen, die echter niet zo enthousiast was om mij te helpen. Maar ik kreeg toch wat te eten. Ik informeerde naar de dichtsbijgelegen pastorij. De man gaf me zijn naam in Sinsin en hielp me op weg naar het dorp. Ik wantrouwde de man, ik verdacht hem ervan een Rexist te zijn, en van zodra hij me verliet meende ik dat het beter zou zijn niet naar Sinsin te gaan maar naar Marche. Onderweg ontmoette ik een jonge Belg per fiets. Hij droeg een legerbroek en -schoenen. Hij begreep onmiddellijk dat ik geen Fransman was, aangezien mijn Frans wel erg slecht is. Ik vertelde hem wie ik was en hij nam me het bos in, zei dat ik er moest blijven terwijl hij kleding en eten zou halen. Hij keerde terug met een auto en twee vrienden. Ze namen me mee naar een kleine boerderij waar ik negen dagen bleef. Daar kreeg ik een plunje en op 8 augustus kwam de oom van de jongen me halen en hij bracht me naar Marloie, waar we de trein naar Brussel namen. Daar werd in in contact gebracht met een organisatie die me terug naar Engeland zou brengen."

Bill Orndorff maakte het terug naar Engeland. Toen hij over zijn wederwaardigheden door de Britse inlichtingendienst MI9 geïnterviewd werd, bleek hij ontzettend zenuwachtig te zijn - bovenstaande getuigenis citeren we uit zijn "Report on Escape and Evasion" ('ontsnappings'-rapport). De Britse officieren ondervroegen er een verslagen man en noteerden onderaan het rapport : "Hij (Orndorff) voelde zich persoonlijk verantwoordelijk voor de dood van zijn makkers doordat hij de nachtjager niet gezien had. Op bepaalde momenten waren zijn zinnen onsamenhangend en besefte hij nauwelijks wat hij zei. Het enige dat hij wilde was 'in een kamer te Cornwall trekken en er één maand slapen'."

Sgt Orndorff had inderdaad Bietmanns nachtjager niet op tijd opgemerkt, en zijn makkers kwamen inderdaad om het leven. Het waren naast zijn piloot Moore en navigator Coffey, de Canadese radiotelegrafist, Sgt Donald 'Red' Macaulay en de 21-jarige neusschutter, Sgt Kenneth J. Aronson RCAF, die in het squadron beter bekend stond als "de Vliegende Fin". De schamele resten van de vier lichamen werden tussen de wrakstukken van de Wellington 'VR-D' te Porcheresse aangetroffen, ze rusten vandaag te Gosselies.

Datum: 
30/07/1942
Serienr. / Rompcode: 
Organisaties: 
Locatie

Porcheresse
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
De Decker Cynrik & Roba Jean-Louis, RAF-bommenwerpers boven België, 1942, De Krijger, Erpe, 1996