T-33 te Oordegem

Het was op donderdag 19 juni 1952 dat er op de Staf van het 1 St GCI (1ste Station Ground Controlled Interception) te Semmerzake een telegram binnen liep met de vermelding dat er een militair vliegtuig neergestort was te Oordegem.

Het telegram was afkomstig van het Provinciecommando Oost-Vlaanderen te Gent en een detachement van de vliegveldverdedigingseenheid (VVE) van Semmerzake werd aangeduid om er de wacht rond het neergestorte vliegtuig te verzekeren . “Verdere instructies” zouden volgen.

Ik werd uitgenodigd op het bureel van de Station Commander (Kapitein Van Noyen) waar zich reeds de smaldeelbevelhebber (luitenant Holvoet) en de bevelhebber van de VVE (eerste luitenant Pielen) bevonden.

Als ik het bureel verliet kwam het er op neer dat ik aangeduid was om me als overste van een wachtdetachement naar Oordegem te begeven. Duur van de opdracht: onbepaald!

Bij gebrek aan “verdere instructies” die er ten andere nooit kwamen, stelde ik mijn enige hoop in de medewerking van de commandant van de plaatselijke rijkswachtbrigade van Oordegem.

We vertrokken in de late namiddag met een ploeg van drie MP’s, negen dienstplichtigen een chauffeur, eveneens dienstplichtige (Valere De Pau uit Adegem). Voor de logistieke steun moesten we ons tevreden stellen met twee legertenten, een oude Bedford, enkele veldbedden en lakens.

Niemand stelde zich de vraag waar we zouden eten, hoe we ’s morgens ons toilet zouden maken, en andere dagelijkse noden voor een normaal leven.

Er was tevens geen telefoon- of radioverbinding met onze eenheid zodat we afhankelijk waren van de goodwill van de dichts bij zijnde bewoners om van hun telefoon te mogen gebruik maken (mits betaling, waarvoor we later de kosten - op erewoord- mochten terug vragen).

We hadden dagrantsoenen meegenomen voor de eerste dag en toen deze verorberd waren kregen we, met opluchting, te horen dat we zouden bevoorraad worden door de keuken van de kazerne van Aalst (oude cadettenschool en dan school van de C.I.B.I. - Centre d’Instruction pour Brancardiers d’Infanterie).

Op de plaats van de crash troffen we een Amerikaans jachtvliegtuig aan van het type Lockheed T-33. Het vliegtuig werd bewaakt door een rijkswachter en was, naargelang de omstandigheden in een zeer goede staat. De piloot had zich in een perfecte buiklanding neergezet in een akker, gelijklopend met de weg van Smetlede naar Oordegem (Oordegemkouter). Het vliegtuig had bij de landing de rechter tiptank verloren maar uiterlijke schade. Het had een spoor van enkele tientallen meter getrokken in een korenveld. Als enige immatriculatie droeg het toestel rechts en links op de neus ”TR-445".

Na enkele dagen kwam een Amerikaans team op verkenning en ’s anderendaags werd de T-33 deskundig uiteen genomen, op een grote platte wagen van het type Queen Mary geladen en weggebracht.

De Amerikaanse militairen vertelden ons dat ze in Frankrijk gestationeerd waren en dat ze van de piloot vernomen hadden dat hij verdwaald was. De crash zou te wijten geweest zijn aan een te kort aan brandstof en dit zou wel eens op waarheid kunnen berusten want de tiptanks bevatten geen druppel brandstof meer.

Voor de bewoners van Oordegem en Smetlede werd het een weekend voor ramptoeristen. We hadden alle moeite om de menigte op afstand te houden. Het was een ongeval met weinig schade aan de landbouwgewassen en er vielen ook geen slachtoffers te noteren.

Na een kleine week mochten we onze tenten opvouwen en vertrokken we terug naar ons tentenkamp te Semmerzake met goede herinneringen aan een plaatselijk café dat toen de naam “Het Zonneke” droeg.

Datum: 
19/06/1952
Toestel: 
Serienr. / Rompcode: 
Locatie

Oordegem
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
Rik De Baets (Adjudant-Chef op rust); Een vliegtuigcrash te Oordegem, in: Contact 41