Een Stirling, de 'HA-R' (W7562) van het 218 Squadron, die die nacht opgestegen was van Downham Market, kwam om 23u.50 neer tussen Thynes en Sovet. Het duurde een tijd vooraleer de Duitsers bij het wrak konden, door de extreme hitte die het vuur met zich meebracht. De bemanning werd met militaire eer te Thynes begraven (6 km NE of Dinant). De weerstand arriveerde later op het kerkhof, gooide de Duitse kronen weg en legde zelf bloemen neer. Er werden foto's gemaakt en deze werden verkocht als steun voor het Onafhankelijkheidsfront. De bezetter was woedend en liet de gemeente Thynes op eigen kosten de lichamen van de acht gesneuvelden ontgraven en naar Charleroi overbrengen. Door dit voorval verbood de bezetter om geallieerde gesneuvelden nog langer lokaal te begraven. De acht ongelukkigen waren F/Sgt Robert Yates (piloot), F/Sgt James A. Morgan RNZAF (co-piloot, 23 jaar), Sgt Robert W. Beales (boordmeccano, 21 j.), Sgt Arthur E. Richardson (waarnemer, 21 j.), Sgt Lawrence F. Boreham (bommenrichter, 22 j.), F/Sgt John C. McGann (radiotelegrafist, 26 j.), Sgt Geroge L. Boxall (staartschutter, 20 j.) en Sgt Benjamin R. Dixon (rugkoepelschutter)