Spitfire AD292 te Bridlington - Albert Van Hecke

Te Waasmunster, aan de oevers van de zilveren Durme, kreeg Martha Van Haver op 7 december 1914 haar enige kind, dat ze Albrecht noemde, maar dat door het leven zou gaan als Albert. De vader, rijkswachter August Van Hecke, ging zijn eerste winter aan het IJzerfront tegemoet. Albert bracht dan ook zijn eerste levensjaren zonder vader door, en het is dan ook niet vreemd dat die eerste oorlog op hem een belangrijke invloed had.

Na de oorlog trok ook Albert, zoals zovele kinderen van oud-strijders, op veertienjarige leeftijd naar de Aalsterse pupillenschool. Na zijn opleiding in de cadettenschool werd hij op 21-jarige leeftijd in het 5de Linieregiment opgenomen. Het landleger zegde Albert echter vrij weinig, en het jaar daarop vroeg hij een overplaatsing aan naar de Militaire Luchtvaart.

Na een vliegopleiding in het West-Vlaamse Wevelgem werd hij als piloot in het "Meeuwen"-smaldeel (1/I/1) opgenomen, dat voornamelijk de verkenning vanuit de lucht voor het landleger beoogde.

In dit smaldeel beleefde hij één van zijn eerste hachelijke avonturen. Op 11 januari 1939 startten hij en zijn waarnemer vanop Goetsenhoven voor een oefenvlucht op Fairey Fox VI N°163. De tweedekker klom gestaag naar 3000 meter in de winterlucht. Op het zilverkleurige zeildoek van de Fox kwamen echter dikke klompen ijs vast te zitten, die uiteindelijk één van de vleugels zodanig beschadigden dat de bemanning het vliegtuig moest verlaten. Albert wist tijdig zijn valscherm te gebruiken, maar zijn waarnemer, Luitenant Van Slagmolen, stortte reddeloos te pletter. Zijn lichaam en de Fox werden te Sint-Margriete Houtem teruggevonden, een dorpje ten noorden van Tienen. Albert kwam er met de schrik vanaf.

Bij diverse familiefeestjes wist hij met zijn avonturenverhalen de disgenoten mateloos te boeien. Zijn nichtje Celine uit Waasmunster herinnert zich haar Nonkel Albert als iemand die haar graag op schoot nam, een toffe kerel.

Begin mei 1940 studeerde Albert te Evere aan de Militaire Luchtvaartschool om het examen van waarnemer af te leggen, met het vooruitzicht officier te worden.

Na zijn gevangenschap keerde Albert terug en vond hij een betrekking in de "Speciale Brigade voor Controle der Voedselvoorziening" (Winterhulp) in de Brusselse Zuidstraat. Met zijn brevet van "Militair Vliegtuigbestuurder" kon hij in het bezette België weinig uitrichten. Albert leerde er een meisje kennen, Suzanne Van Eeck. In 1941 huwden ze en en het jonge echtpaar betrok een woning in de Landhuizenstraat te Ukkel. Beide zochten in het voorjaar toetreding tot de Brusselse weerstand. Het duurde niet lang of het werd Albert en Suzanne te heet onder de voeten. Albert wist dat hij zijn vaardigheden als piloot ten dienste kon stellen van de Royal Air Force. Plichtsgetrouw schreef hij een brief naar zijn Brusselse werkgever waarin hij zijn ontslag indiende wegens "persoonlijke redenen". Op 3 juni 1942 verliet hij Brussel, en trok hij via Lons le Saunier, Lyon, Toulouse, Barcelona, Madrid en Sevilla naar de Britse enclave Gibraltar, waar hij op 24 oktober 1942 arriveerde. Na het invullen van de nodige formaliteiten werd hij op transport naar Groot-Brittannië gezet.

Twee weken later zette hij voet op Britse bodem. Net voor het einde van het jaar 1942 vervoegde hij als Flying Officer de Royal Air Force. Wegens zijn staat van dienst in de Belgische luchtstrijdkrachten duurde de training slechts zeven maanden.

Sinds kort was er een tweede Belgisch squadron gevormd, het 349 'Belgian' Squadron, dat in het schild twee "goedendags" droeg.

Op 20 juli 1943 werd onze Waasmunsternaar opgenomen in dat 349 'Belgian' Squadron, dat op dat moment druk bezig was aan het oefenen op de basis Kings Cliffe. De Belgen oefenden zich in het formatievliegen en voerden schijngevechten uit boven Noorden van het Verenigd Koninkrijk. Kort na Alberts aankomst kende het squadron nog een kort verblijf op Wellingore, om vanaf 25 augustus naar de basis Acklington, ten noorden van Newcastle, te verhuizen. Het Squadron zou er haar laatste oefenperiode afronden vooraleer operationeel te worden.

Tijdens de namiddag van 12 oktober 1943 vertrok Albert Van Hecke voor een zoveelste oefenvlucht vanop Acklington aan boord van de Spitfire Vb AD292. Wat er juist gebeurd is zal wel nooit geweten zijn, maar we veronderstellen dat hij door dichte grondnevel de weg kwijtraakte en via de kustlijn zijn weg hoopte terug te vinden.

In het kustplaatsje Bridlington (Yorkshire) arriveerde die vooravond het bericht dat op aan de buitenwijken van het stadje, langsheen de Bessingby Road het wrak van een Spitfire gevonden was met het lichaam van de piloot.  Het bleek algauw om een toestel van het 349 Squadron te gaan. In het oorlogsdagboek van het 349 Squadron staat geschreven : "We vernemen vanavond tot onze verbijstering dat een van onze beste en meest populaire piloten om 15u. omgekomen is bij een vliegongeluk te Hutton Cranswick. F/O Van Hecke is de eerste piloot van het 349 Squadron die in actieve dienst om het leven komt. Het verlies kwam erg hard aan in het squadron... "

Alberts lichaam werd gekist en met de trein naar de Belgische begraafplaats van Brookwood vervoerd.

Op 17 oktober vertrokken F/Lt Van de Velde en F/O Sans naar Londen waar ze de volgende dag begrafenis bijwoonden van Albert Van Hecke. Een ontroerde Luitenant Van de Velde sloot er de afscheidsbrief aan een open groeve : "Mijn beste Van Hecke, onze Belgisch luchtstrijdkrachten zijn fier op U. U heeft Uw plicht als soldaat volbracht. Adieu et Merci." Even later ploften de eerste kluiten aarde op de kist.

Een week later vloog 349 Sqn haar eerste operatie, een Ramrod richting Beauvais. Albert was er niet meer bij. Er zouden er nog honderden volgen.

De geschiedenis van de Van Heckes heeft tijdens die Tweede Wereldoorlog nog een vrij bizarre speling van het lot gekend. Alberts tante langs moeders zijde, Maria Van Haver, was voor de oorlog kortstondig met een Nederlander, Peter Boes, getrouwd. Het huwelijk bracht een kind voor, Marcel. Doordat Maria hertrouwde met een Duitser verhuisde het gezin naar Duitsland. Marcel kwam er in de Hitlerjugend terecht, en vervoegde vervolgens de Luftwaffe. Hij werd aan het einde van de oorlog neergeschoten boven Oberbayern, maar bracht het er levend vanaf nadat hij liefdevol verzorgd werd door de dochter van een boerderij. Zij zou zijn echtgenote worden. En zo komen we tot de vreemde situatie dat twee neven dienden in de luchtmachten van de respectievelijke tegenstanders. 

Suzanne Van Eeck zou pas veel later het overlijden van haar echtgenoot vernemen. Door haar activiteiten in de weerstand werd zij na het vertrek van Albert opgepakt en naar de kampen gevoerd. Zij zou op het einde van de oorlog, na een kalvarie langsheen de kampen van Ravensbruck, via Zweden geruild worden. Na dertig maanden keerde ze naar huis, om het droeve nieuws te vernemen. Ook zijn moeder zou het verlies van haar zoon nooit te boven komen. Zij overleed tien jaar later. 

Ieder jaar, op 11 november, brengt zijn nichtje Celine bloemen naar Evere, naar het graf van Albert Van Hecke. En denkt ze steeds terug aan die avonden in Waasmunster toen zij op schoot zat van Nonkel Albert.

Datum: 
12/10/1943
Serienr. / Rompcode: 
Organisaties: 
Personalia: 
Van Hecke Albert
Locatie
Bessingby Road
Bridlington
gb
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
De Decker Cynrik & Roba Jean-Louis: '40-'45 boven Schelde, Dender en Durme, De Krijger, Erpe, 1996
Bar André, Brackx Daniël, De Decker Cynrik, Lecomte Georges, Schelfaut Jacques: Gebroken Vleugels, Flying Pencil, Erembodegem, 2010