Savoia Marchetti S 73P

Tijdens de jaren ’30 zette Sabena een dozijn prestigieuze driemotorige SIAI Marchetti S.73 op haar luchtlijnen. Elk van deze machines heeft een eigen verhaal – de carrière van deze Italiaanse schoonheid eindigde niet bij de Duitse inval van mei 1940. De Marchetti’s van Sabena zouden tijdens de oorlogsjaren aan diverse Europese fronten ingezet worden.

De ontwikkeling van de verkeersvliegerij tijdens het Interbellum was grotendeels te danken aan Europese landen die hun koloniën van een snelle luchtverbinding wilden voorzien. Zo ook Italië, waar de minister van luchtvaart, de illustere Italo Balbo, begin jaren ’30 benoemd werd tot gouverneur van Libië. En hij wenste een robuust, snel toestel. De Societa Idrovolanti Alta Italia (kortweg SIAI) Marchetti droeg zijn voorkeur – zij hadden immers voor deze pionier de S.55 ontworpen, een gigantische vliegboot waarmee Balbo zijn transatlantische vluchten in formatie ondernam.

Op de tekentafel van ingenieur Allessandro Marchetti werd met vloeiende lijnen een fraaie driemotor ontworpen, de S.73, die plaats bood aan een achttiental passagiers en vier bemanningsleden. Op 6 april 1934 vertrok het prototype op Cameri en het bewees in de opeenvolgende tests alles in zich te hebben om een snel verkeersvliegtuig te worden, waarmee de Italianen de concurrentie met de Douglas DC 2 aandurfden.

Vervanger voor de Sabena-Fokkers

Intussen kreeg een regelmatige verbinding Brussel-Congo stilaan vorm. Met haar oude Fokker F VII’s zochten de piloten een geschikte weg boven de Sahara richting kolonie, in het zwarte hart van Afrika. De eerste lijnvlucht zou pas in februari 1935 plaatsvinden, maar de directie van de luchtvaartmaatschappij zocht naar een krachtige vervanger van de Fokker-hoogdekker, en op 10 september 1934 klom Flerackers, hoofd van de technische dienst van Sabena, te Rome aan boord van het prototype. Blijkbaar waren de Belgen onder de indruk, want nauwelijks een goede week later werd een bestelling geplaatst voor (uiteindelijk) vijf toestellen. De OO-AGL werd op 18 maart 1935 geleverd.

Ook de Belgische vliegtuigfabriek SABCA wilde mee aan tafel schuiven, en sleepte een licentiecontract in de wacht. In de hallen van Haren-Evere zouden nog eens zeven S.73 gebouwd worden. De twaalf Sabena-Marchetti’s keken een wel erg bewogen carrière tegemoet.

In het Belgisch civiel luchtvaartregister werden ingeschreven:

OO- AGL

OO-AGM

OO-AGN

OO-AGO

OO-AGP

OO-AGQ

OO-AGR

OO-AGS

OO-AGT

OO-AGX

OO-AGY

OO-AGZ

De Tweede Wereldoorlog – drie uniformen

Toen de oorlog op 3 september 1939 begon, telde Sabena nog zeven vliegende S.73, en eentje, de OO-AGP, die in herstelling was. Door het conflict dat in de lucht hing, werden alle Europese vluchten gecancelled.  Pas op 1 mei 1940 mocht er naar Groot-Brittannië gevlogen worden, op voorwaarde dat op de rug van de toestellen in grote letters “SABENA” geschilderd werd, en de ramen van de passagiersruimte met doorschijnende verf bedekt werden – kwestie van de Britse voorbereidingen op de oorlog niet te kunnen bespioneren. Tegen dat die oorlog uitbrak, wist men zeven toestellen naar Groot-Brittannië over te vliegen. Nu de kaarten op tafel lagen werd de neutraliteit opgegeven en werden de zes toestellen in de rangen van de Royal Air Force geschoven. Vier zouden met hun Belgische bemanningen deel uitmaken van 271 Squadron, de twee overige werden naar 24 Squadron overgeheveld. Meteen werden ze ingezet om personeel en munitie naar het Westfront te transporteren.

Op 23 mei sloeg het noodlot toe. De twee S.73 van 24 Squadron bevonden zich te Merville op het moment dat het Franse vliegveld door Messerschmitts in scheervlucht aangevallen werd. De -AGZ werd in brand geschoten, de -AGX taxiede op hetzelfde moment over de piste. Piloot Victor Moreau zou het niet overleven, zijn  boordmecanicien Armand Peeters wist enkele seconden vóór de crash uit het vliegtuig te springen.

Na de capitulatie werden vijf overgebleven toestellen naar Zuid-Frankrijk overgevlogen. Uiteindelijk belandden ze in Algiers – de bemanningen hoopten van hieruit naar Congo te vliegen, maar dat was buiten de Franse maréchal Pétain gerekend, die ze meteen aansloeg. Het Vichy-regime had immers de kant van Duitsland, en dus ook Italië, gekozen. Voor de Italianen was dit het uitgelezen moment om de SIAI Marchetti’s naar hun land van herkomst te repatriëren, ze te reviseren en in te lijven in het 605a Squadriglia van de Regia Aeronautica. Vanaf de herfst van 1940 worden ze ingezet voor troepentransport rondom de Middellandse Zee, en zo crashte de ex OO-AGX op 19 november van dat jaar kort na de start te Brindisi. Drie bemanningsleden en 24 soldaten kwamen om het leven. In het kader van Operatie Barbarossa zonden ook de Italianen een expeditieleger naar het Oostfront. Daar raken we het spoor bijster van de OO-AGY. De OO-AGL werd achtergelaten in het Roemeense Boekarest.

En zo belandde de allerlaatste, de OO-AGO, nadat de Italianen Mussolini de laan uitgestuurd hadden, aan de zijde van de geallieerden in de 103a Squadriglia van de 2a Gruppo Trasporto te Lecce. Een tekort aan wisselstukken bezegelde in 1944 het lot van de allerlaatste van de Belgische S.73-vloot.

Organisaties: 
Locatie