Mustang bij Burkel

Eind 1943 kwam een nieuwe speler op het Europese luchtstrijdtoneel : de North American P-51 Mustang – een eenmotorige jager met een reikwijdte tot bij Berlijn. Het jaar daarvoor had de RAF er enkele squadrons mee uitgerust, maar die hadden een andere, veel zwakkere motor. Pas toen constructeur Packard er een licentieversie van de Rolls Royce Merlin inbouwde, werd het de krachtige jager die nadien zo geroemd werd. Toen Göring deze boven zijn Rijkshoofdstad zag, besefte hij dat de oorlog verloren was.

De 4th Fighter Group, de eenheid die tijdens de maand mei 1943 al boven de streek een Thunderbolt verloor, was in januari 1944 operationeel met de nieuwe Mustang. En ze zouden weer bij Maldegem een toestel verliezen.

Op 4 maart 1944 werd de eerste “full escort” tot bij Berlijn gevlogen. Het liep niet zoals gepland – de Mustangs hadden te kampen met bevroren cockpitvensters, machinegeweren die blokkeerden, motorpannes ... Toen ze na een zes uur lange missie weer op hun basis landden ontbraken er een aantal toestellen.

Captain Paul “Duke” Ellington was een van hen. Hij had motorpech en moest noodlanden – het was op het gehucht Burkel dat hij zijn raspaard (serienummer 43-7004, rompcode WD-U van 335 Squadron) aan de grond zette. Het was een inlichtingenagent niet ontgaan :

“Amerikaans jachtvliegtuig gevallen te Burkel, nabij Cleit-Maldegem. Dit gebeurde enkele dagen geleden, de piloot, 17/18 jaar oud, werd verraden, nadat hij ontvlucht was, door een vrouw die hem te eten gaf en intusschen telefoneerde naar de Duitsche overheid, welke algauw opdaagde om den jongen gevangen te nemen : het waren 2 gestapos en 2 Belgische gendarmen, hiervoor zijn die gestapos[1] opgeeischt. – Toen de piloot zich aldus verraden zag, zei hij tot die vrouw in het Nederlandsch : “Daar zult ge de gevolgen van dragen !”  - Vooraleer te vluchten had hij zijn machien vernietigd en zijn uniform die hij er bovenop gelegd had.”

Dat Ellington Nederlands praatte, vinden we erg twijfelachtig. Sommige elementen in de weerstandsrapporten waren van “horen zeggen” en moeten vandaag met een korrel zout genomen worden.

 

We kwamen heel toevallig op het spoor van deze crash toen we op vriendenbezoek gingen bij Myriam De Schrijder en haar echtgenoot Rick De Bock, die een gezellig boerderijtje betrokken te Burkel. Ze kenden mijn passie voor de luchtvaart, en vertelden me dat ik eens in het kolenkot moest gaan kijken. De vorige eigenaar van de boerderij had hen verteld dat het raampje van “nen vlieger” afkomstig was. Het was het intacte zijruitje van een P-51 Mustang. De buren bevestigden me dat “Duke” Ellington na zijn landing zijn raampje met zoveel geweld geopend had om snel uit de cockpit te kruipen, dat het los kwam en op de vleugel donderde. Een boer had het voor de Duiters arriveerden gezien, en meegenomen. En zo diende het een halve eeuw als venstertje van het kolenhok, tot wanneer ik het met hamer en beitel losmaakte en er een ander – minder historisch verantwoord – raampje in zette...[2]




[1] In talloze publicaties en bronnen wordt te pas en te onpas het woord “Gestapo” gebruikt. Deze organisatie, de Geheime Staatspolitie, was vooral actief binnen de grenzen van het Reich. In de bezette gebieden was het de Sicherheitsdienst die met de hulp van de Feldgendarmerie dergelijke onderzoeken en arrestaties uitvoerde.

[2] Het raampje van de Mustang staat nu tentoongesteld in het museum voor Luchtvaartarcheologie en Vliegtuigwrakken “Broken Wings” te Erembodegem.

 

Datum: 
04/03/1944
Serienr. / Rompcode: 
Personalia: 
Ellington Paul
Locatie
Burkel
Maldegem
be
Type Locatie: 
Incident