Morane Parasol

Als parasol eendekker was de Morane bijzonder geschikt voor luchtverkenning, maar de piloten onthielden vooral zijn bedenkelijk vlieggedrag. Naar Morane piloten werd destijds met evenveel ontzag en bewondering opgekeken als enkele jaren later naar Camel piloten. Het was een toestel waarin je geen moment mocht wegdromen of van het voorbijtrekkende landschap genieten; je moest constant op je hoede zijn.

De meeste vliegtuigen hebben een vast staartvlak met daarachter een beweegbaar stuurvlak – het hoogteroer. Als de piloot zijn hand van de stuurknuppel neemt, blijft het roer in het verlengde van de stabilo “zweven”, zodat een goed uitgetrimd toestel met de handen los van het stuur kan worden gevlogen.

Een dergelijk horizontaal staartvlak was nu precies wat op de Morane ontbrak, met alle daaruit voortvloeiende gevolgen. Aan de staart zat slechts een aerodynamisch gebalanceerd hoogteroer waarvan één derde gedeelte (het balansvlak) zich voor de draaias bevond. Daardoor werd het hoogteroer zo gevoelig als een goudschaal. Als de piloot het aandurfde de stick los te laten, viel die gewoon met een metaalachtige ‘klonk’ tegen het benzinereservoir en de Morane sloeg met een smak voorover. Als de piloot daarop geschrokken de stuurknuppel naar zich toehaalde, nam het hoogteroer onmiddellijk zijn andere uiterste stand aan en het toestel ging al fluks op zijn staart staan. Tussen deze twee extremen in moest de piloot voortdurend naar zijn evenwicht zitten zoeken met een stuurknuppel, waarop hij niet de minste weerstand voelde en die bovendien zo kort was dat hij die niet eens tot boven zijn knieën uitreikte.

De stuurkrachten waren zo bedrieglijk licht dat iemand met een ietwat harde vlieghand het hoogteroer zover kon doen uitslaan dat het loodrecht op de luchtstroom stond en de lichtgebouwde staart eraf gescheurd werd.

Rolland Garros vond echter de roerwerking bijwijlen onvoldoende. In een brief gedateerd 5 april 1915 schrijft hij aan een vriend:

Een andere reden waarom de Morane zo moeilijk te besturen valt, is dat het hoogteroer niet groot genoeg is. Ik heb dit al 6 maanden geleden aan Saulnier verteld, maar de man is zo vastgeroest in zijn ideeën dat hij dit nooit zal toegeven. Hoewel het hoogteroer bij normale snelheid een zeer krachtige werking heeft – er is immers geen stabilo – wordt deze beslist onvoldoende als de snelheid afneemt.”

In scherp contrast met de overgevoelige hoogteroerbesturing, reageerde de Morane zo traag op het richtingsroer en de rolroeren dat deze stuurorganen wel onbestaand leken.

“Keer op keer”, schrijft Cecil Lewis, “als ik in een vlagerige westenwind over de hangar opsteeg, placht de vleugel van de Parasol naar beneden te gaan, maar vol tegengesteld rolroer sorteerde geen enkel effect. Ik zat daar, terwijl ik de stick stevig naar één kant gedrukt hield en wachtte af, schietgebedjes prevelend opdat de vleugeltip het dak van de hangars zou missen.

In zijn boek Flying Corps Headquarters getuigd Wing. Cdr. Baring van zijn eerste vlucht in de Morane Parasol (met Smith Barry als piloot):

We waren nauwelijks van de grond of het toestel helde scherp naar links over. Daarop schoten we met een geweldige ruk het luchtruim in. Tijdens het thee-uurtje wist Smith Barry me te vertellen dat we bij de start ei zo na waren verongelukt, want de linkervleugel had de grond met slechts een paar centimeter gemist. Mijn piloot had de Morane nooit eerder gevlogen en hij was niet vertrouwd, zo vertelde hij, aan zijn rolbesturing, of beter gezegd, aan het gebrek aan rolbesturing (hij beweerde dat het toestel er eenvoudig geen had.).

Ook de landing vereiste zoveel stuurmanskunst dat minder ervaren piloten met de schrik op het lijf aan hun naderingsvlucht begonnen. Het toestel moest tijdens het  uitzweven op precies het goede moment doorgetrokken worden; wie daarmee een tikje te vroeg of te laat kwam, maakte onvermijdelijk een zware, ruggegraatschokkende bons die de zwakke V-stijlen van het onderstel verboog en de Morane over de kop deed gaan. Harde wind kon het toestel na de landing metershoog terug in de lucht verheffen, waarna het als een stuk speelgoed omver werd geblazen. De meccano’s plachten dan ook naar de landingsstrip te rennen als een Morane kwam aanzweven en trachtten te schatten waar het vliegtuig zou neerkomen. Als de wielen grond tikten volgde een felle spurt en een wilde grabbel naar de liftkabels onder de vleugels. Zodra de meccano's beet hadden, gingen ze met hun volle gewicht aan de draden hangen. Een Morane die bij felle wind binnentaxiede, had dan ook steevast een heen en weer zwaaiende man onder elke vleugeltip bungelen.

Datum: 
02/04/2013
Toestel: 
Locatie