Mitchell bij Bassevelde

Tijdens de namiddag van 22 januari 1943 scheerden zes paar B-25 'Mitchell' bommenwerpers over de grijze golven van de Noordzee. Het waren zes toestellen van het 180 Squadron, en evenveel machines van het 98 Squadron, die opgestegen waren van Foulsham. De tweemotorige toestellen werden geflankeerd door acht RAF-Mustangs van het 169 Sqn, eigenlijk een jager-fotoverkennerseenheid. Het was één van de weinige missies waarbij de Royal Air Force met uitsluitend Amerikaans materiaal vloog.

De bemanningsleden hadden instructies gekregen om het doel ZB885, de N.V.Purfina te Rieme te bestoken. De aanval van 22 januari 1943 moest worden uitgevoerd op lage hoogte, wat natuurlijk het risico om getroffen te worden door Flak verhoogde.

In deze omstandigheden vloog het 98 Squadron vandaag haar eerste oorlogsmissie. Kort na de start brak een ongelukkige zeemeeuw door de cockpitruit van een Mitchell, en bracht de piloot, Squadron Leader Slocomb, lelijke snijwonden toe in het aangezicht. Hij moest met zijn Mitchell de missie afbreken.

Via de Westerschelde drong de rest van de formatie dieper het binnenland in. De Flak van Walcheren liet even van zich horen maar verrichtte geen schade aan de bommenwerpers.

Maar de Duitse waarnemers hadden inmiddels de Luftwaffe verwittigd. Vanop het nabijgelegen Nederlandse vliegveld Woensdrecht kozen de piloten van het Jagdgeschwader 1 om 14.56 uur met hun Focke-Wulfs het luchtruim. Zij waren het nu die het noorden van België en het zuiden van Nederland beschermden. Boven Hulst zwenkte de RAF-formatie inmiddels naar het zuiden en steeg zij - zoals op de briefing opgedragen - naar een hoogte van 1500 voet (500 meter). De piloten volgden het Kanaal naar Zelzate en Rieme. Ondertussen was ook hier de Flak paraat; een in het kanaal verankerde aak met luchtafweergeschut, vuurde uit alle kanonlopen naar de B-25's. De bommenwerper met rompcode 'VO-O' (serienummer FL693) werd zwaar getroffen. Mede door de lage vlieghoogte kon de piloot, Flying Officer Roy Woods, zijn toestel niet meer onder controle houden. De andere piloten zagen tot hun ontzetting hoe zijn Mitchell in een regen van brandende brokstukken bij de Graaf Jansdijk, tussen Boekhoute en Bassevelde, tegen de grond sloeg. Naast de 21-jarige piloot stierven ook zijn navigator, Sergeant Herbert Barber (22 jaar), met de radiotelegrafisten/boordschutters Flying Officer Lawrence Carrington (22 jaar) en Flying Officer Paul Solon. Zij rusten nog steeds op de begraafplaats van Eeklo en waren de eerste oorlogsslachtoffers in het 98 Squadron.

Datum: 
22/01/1943
Serienr. / Rompcode: 
Organisaties: 
Locatie
Graaf Jansdijk
Bassevelde
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
De Decker Cynrik: Vleugels boven het Meetjesland, De Eecloonaer, Eeklo, 2008