Het was waarschijnlijk de II./NJG 1 die die nacht  de 'KM-B' (W4838) neerhaalde, een Lancaster van 44 (Rhodesia) Squadron dat die nacht 15 Lancs vanop Dunholm Lodge inzette. Deze bommenwerper stortte neer bij een boerderij te Peer-Linde (op de grens tussen België en Nederland). De Duitsers borgen vier lichamen rond de boerderij (de piloot, P/O David Erickson, 20 jaar - de radiotelegrafist Sgt George Chadfield, 22 jaar en de twee boordschutters, Sgt Robert Woods, 21 jaar, RNZAF en Sgt Edward Thompson, 27 jaar). De drie overlevenden (navigator F/Sgt L. Davies, bommenrichter W/O C. Rees en boordmeccano W/O J. Grant) trachtten nog te ontsnappen maar twee van hen werden uiteindelijk aan de bezettingsmacht uitgeleverd. De derde, de bommenrichter Sgt Joe Rees genoot iets langer van een relatieve vrijheid in een ontsnappingslijn. Hij werd door het verzet geëvacueerd via Frankrijk maar intussen werd deze lijn geïnfiltreerd door een dubbelagent, de Belg Prosper De Zitter. Rees werd door de Duitsers naar Parijs gebracht en nadat hij zwaar ondervraagd werd, spendeerde hij de rest van zijn oorlog in krijgsgevangenschap.

Joe Rees keerde in 1981 terug, en kreeg van streekbewoner Eugene Thiery het deurtje mee van de staartkoepel. Dit ligt nu (2015) tentoongesteld in het Newark Air Museum.