Lancaster te Sint-Genesius-Rode

De strooptocht van Major Martin Drewes

00.35 Eenmaal de bommenwerpers zich boven Leuven van hun lading ontdaan hadden, bleven ze nog even verder vliegen om boven Beauvechain een koers richting Kasteelbrakel, ten ZZW van Brussel, in te zetten. Om vijf minuten over half een kregen de toestellen van de III./NJG 5 het bericht dat de Leuven-formatie zich ten westen van Brussel bevond. Een aantal nachtjagers spoedden zich naar de zone "Blindschleiche", het radarstation bij Wambeek (Ternat), om er de Canadese formatie op te wachten.

Martin Drewes cirkelde in de zone "Blindschleiche". Hij kreeg er van in de bunkers instructies om een koers van 70° te vliegen. Na vijf minuten  zat hij middenin de stroom bommenwerpers. De vele doelwitten brachten de radar van Erich Handtke in verwarring. Het was uitermate moeilijk een doelwit uit te kiezen, temeer daar er heel wat andere nachtjagers in de onmiddellijke omgeving op zoek waren naar een prooi. Drewes schoof zijn machine iets naar het zuiden, en kwam uit de stroom uit. Hij bevond zich ten westen van Leuven en vloog verder naar Brussel toe. Voor hij het goed en wel besefte was hij terechtgekomen in de bommenwerpersstroom die huiswaarts vloog. De Lancasters en Halifaxes vlogen op een hoogte van nauwelijks 1000 tot 1500 meter - de formatie was nog steeds op de extreem lage aanvalshoogte. De Duitse aas zakte van 3500 meter naar omlaag, en volgde nu een koers naar het westen. Vanop 400 meter afstand had Erich Handtke een viermotorig toestel weten te plotten, een Lancaster. Behoedzaam schoof Drewes zijn Bf 110 onder de buik van de bommenwerper, en vanop een vijftigtal meter opende hij het vuur met zijn Schräge Musik.

00.44 Drewes' eerste slachtoffer die nacht vatte meteen vuur en dook naar omlaag. Hij bezegelde zo het lot van de Lancaster VR-W en haar bemanning.

We zijn haast zeker dat Drewes' eerste slachtoffer langsheen de dreve Collipin, in de Brabantse gemeente Sint-Genesius-Rode te pletter stortte. Aan boord van de "VR-W", een Lancaster van 419 Squadron, zou niemand aan de dood ontsnappen. Het was de bemanning van Pilot Officer Harold I. Smith.

Terwijl een Duits Bergungskommando de lichamen borg en ze naar Evere bracht, werden op de basis van het 419 Squadron de eerste brieven naar de getroffen families gestuurd.

De familie van Walter Finlayson, de bommenrichter, kreeg  een schrijven van Wing Commander Pleasance, gedateerd 16 mei 1944 :

"Uw zoon nam aan 16 succesvolle operaties tegen de vijand deel gedurende de 2 1/2 maand dat hij bij ons in het squadron was. Hij bewees een uitstekende bommenrichter te zijn die met grote vastberadenheid zijn piloot instructies gaf bij het maneuvreren van het vliegtuig, en dit ondanks hevig vijandelijk afweervuur. Hij was eerder een rustige kerel, die erg gelukkig leek en erg populair was bij de mensen die hem leerden kennen."[1]

De enige Brit aan boord was Ronald Bull, de boordmeccano. Hij werd op 18 juni 1921 geboren als oudste van drie kinderen in het gezin van Samuel en Gladys Bull. Ronald verloofde Doris, een meisje dat in een schoenenwinkel te Northampton werkzaam was. Tijdens zijn laatste verlofperiode had hij haar bezocht om er de laatste voorbereidingen te treffen voor hun huwelijk. Zijn trotse moeder en broer, die eveneens in het leger diende, kwamen hem er bezoeken. Ronald wandelde met hen naar het busstation om vaarwel te zeggen. Vanop de bus zwaaiden ze naar hem. Ron stond op het trottoir en salueerde. Het was de laatste keer dat ze elkaar levend zagen.

Eenmaal terug op Middleton St. George sprak Ronald met zijn navigator, James R. Moore, af om zijn getuige te zijn op het aankomende huwelijk.

Die 13de mei 's middags, het moment dat Rons lichaam geborgen werd aan de dreve Collipin te Sint-Genesius-Rode, kwamen zijn moeder en zuster nog eens langs bij de toekomstige bruid Doris. Zuster Margaret moest haar jurk als bruidsmeisje passen, Doris toonde trots haar bruidskleed. Op het moment dat ze de witte jurk aan had, werd er op de deur geklopt. Het was een boodschapper met het telegram dat Ronald vermist was.[2]

Middleton St. George, 21.55

Neergeschoten door Oblt Martin Drewes, neergestort te Sint-Genesius-Rode, begraven te Brussel op 16 mei

P/O Harold I. Smith RCAF, piloot, 26 jaar, uit Edmonton, Alberta, Canada (rij 19, graf 13)

Sgt Ronald Bull, boordmeccano, 22 jaar, uit Brackley, Northamptonshire(rij 19, graf 2)

F/O James L. Moore RCAF, navigator, 25 jaar, uit Ottawa, Ontario, Canada (rij 19, graf 3)

F/O Walter R. Finlayson RCAF, bommenrichter ,21 jaar, uit Okanagan Landing, British Columbia, Canada (rij 19, graf 12)

F/O Walter W. Price RCAF, radiotelegrafist, 22 , uit Montreal (rij 19, gemeenschappelijk graf 9-11)

Sgt John C. O'Connell RCAF, boordschutter, 22 jaar, uit Westmount Quebec, Canada (rij 16, graf 5)

Sgt Samuel G. Livingstone RCAF, boordschutter, 22 jaar, uit Winnipeg (rij 16, graf 22)


[1] Correspondentie familie Finlayson, via Gordon & Norma Finlayson, BC, Canada

[2] Herinneringen van Ernest Bull, Ronalds broer, via zijn dochter Carol Hawkins, 1998

 

Datum: 
13/05/1944
Toestel: 
Serienr. / Rompcode: 
Organisaties: 
Locatie

Sint-Genesius-Rode
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
De Decker Cynrik & Roba Jean-Louis: Doelwit: Leuven, De Krijger, Erpe, 1998