Lancaster R5914 te Poelkapelle

Lancaster  R5914 van 106 Squadron was om 17u.10 vanop Syerston vertrokken, en sloeg neer op het grondgebied van de gemeente Poelkapelle. De Luftwaffepatrouilles vonden in de brokstukken menselijke overblijfselen, en borgen deze op in twee kisten. Deze schamele resten kregen twee kruisjes. Twee 'Unnbekannter Fliegern" werden, waarschijnlijk wegens de winterse omstandigheden, pas tien dagen later begraven. Pas in 1947 had de CWGC uitgezocht dat het hier eigenlijk om drie gesneuvelde ging. Zij kregen weer hun naam : F/Sgt John Brinkhurst (piloot, 23 jaar), F/Sgt Trevor Mellors (22 jaar, radiotelegrafist) en Sgt Victor Greenwood (boordschutter, 26 jaar).

De overige bemanningsleden werden krijgsgevangen genomen. Eén van hen liet zich alvast niet meteen bij de kraag nemen. De toen 32-jarige landbouwer Emiel Deriemaecker uit Staden vertelde later :

"Op de avond van 22 december '42, rond 17 uur, toen ik mij naar de zolder van ons ovenkot begaf, om wat stoofhout te halen, was tot mijn grootste verbazing de deur langs de binnenkant met een houtgrendel gesloten. Met een weinig moeite kon ik de deur toch openen. Toen ik enkele stappen op zolder was, zag ik in de halve duisternis een man halfrecht op zijn zijde zitten. Hij rookte een sigaret, en bij mijn verschijnen greep hij met een snel gebaar naar zijn mes, dat in zijn bot verscholen was. Hij sprak mij aan in een taal waarvan ik niets verstond, terwijl hij zijn twee vingers in de hoogte stak. Hij bedoelde waarschijnlijk een V-teken. Op zeker ogenblik stak hij zijn vinger uit naar mij en zegde hij iets van "vriend". Ik zegde hierop "Yes, Belgium". Ik gaf hem te verstaan dat hij moest naar beneden komen, en met tekens en gebaren dat wij hem zouden eten en klederen geven. Met niet weinig vrees volgde hij mij naar de keuken waar hij zich aanstonds bij de stoof plaatste. Hij had het koud, en had vooral veel dorst. Honger had hij niet. Ik sloot de deur achter ons, gezien de Duitsers overal op zoek waren naar de vermiste vlieger.

Hij was Nieuwzeelander van geboorte, was slank en ongeveer 1m. 70 groot niet meer dan 22 jaar, zwartharig, op een zijstreep gekamd. Hij droeg het blauwe uniform, een battle-dress, zonder muts, met op de linkermouw een koperen kroontje alsook drie driehoekige strepen. Op de borst had hij een vleugeltje waarvan de top naar de arm gericht was. Hij droeg eveneens fijne zwarte fantasiesokken, een burgerbaai en een kakihemd.

Daar wij hem bijna niet verstonden, wilden wij bij een persoon gaan die de Engelse taal machtig was, maar daar wilde hij niet van weten daar hij zeer bevreesd was en zeer wantrouwig. Hij toonde zijn landkaart in lichte zijde, en toonde ons de plaats waar hij ongeveer moest neergekomen zijn. Hij drukte eveneens de wens uit naar Gibraltar te vertrekken. Door tekens en gebaren konde wij elkaar per slot van rekening min of meer verstaan. Hij had München gebombardeerd, en bij zijn terugkeer was zijn toestel brandend neergestort op de wijk "Schabalie" te Poelkapelle.

Vijf leden van de bemanning hadden zich met een valscherm kunnen redden, twee anderen zijn met het brandend vliegtuig naar beneden gestort en verkoold, wat naderhand juist is gebleken. Drie van zijn makkers hebben zich overgegeven aan een herberg in de wijk "Vijfwegen", daar zij geen kleding vonden, en de Duitsers reeds in de omgeving waren.

Volgens mijn mening was deze vlieger de piloot, daar hij dit woord verschillende keren uitsprak. Het is echter ook mogelijk dat ik hem niet goed begrepen heb. Ogenblikkelijk nadat hij neergekomen was moet hij van die plaats weggevlucht zijn, en diezelfde nacht aangekomen zijn op onze hoeve.

Na enkele zakken genomen te hebben om erop te liggen is hij op de zolder gekropen om er zich te verschuilen. Hij moet er alleszins gans de dag gezeten hebben tot op het ogenblik dat ik hem ontdekt heb. Nadat hij gegeten, gedronken ne zich verwarmd had, heb ik hem mijn klederen gegeven : een grijze broek en vest, een oude bruine klak en een blauwe sjerp met groene streepjes aan het einde. Hij droeg op zich een soort wit verbandpakje waar juist geteld 1150 frank Belgisch geld en denkelijk evenveel Frans geld in stak. Hij wist niet welke soort hij eerst moest gebruiken onderweg. Hij had eveneens een fluitje bij zich. Op zijn mes dat een lederen zakje stak stond het woord 'Sheffield'.

Zijn klederen had hij bij ons achtergelaten, de broek heb ik doen verven en de hele bezetting gedragen.

In zijn klederen staken nog enkele Engelse geldstukken. Ik heb de volgende bewijsstukken nog in mijn bezit : enkele Engelse geldstukken, het koperen kroontje, het fluitje en de broek die echter ver versleten is. De rest hebben wij verbrand, daar wij ook een huiszoeking vanwege de Duitsers vreesden. Hiervoor ook durfden wij hem niet verbergen. Denkelijk zou hij liever ook vertrokken zijn. Wij hadden echter medelijden toen wij hem in de koude nacht zagen vertrekken naar het onbekende. Hij had ook een rugzak bij zich, die wij volgestopt hadden met brood, tabak en sigaretteblaadjes. Toen hij vertrokken was, hadden wij maar eerst gedacht zijn naam te vragen. Door onze verbouwereerdheid en gejaagdheid hadden wij er niet aan gedacht. Voorzichtigheidshalve hebben wij hem ook onze naam niet bekendgemaakt.

Ik was, en ben nog tevreden een geallieerd strijder geholpen te hebben. Hiervoor verlang ik geen beloning, maar het zou mij echter groot genoegen doen, indien ik van die vliegenier zijn naam en adres zou kennen, om te weten of hij goed en wel aangekomen is.

Vermoedelijk moet deze vlieger in de handen gevallen zijn van de Duitsgezinde boer V. uit Boezinghe, die hem aan de Duitsers verklikt heeft. De persoonsbeschrijvingen en data komen sterk overeen. '

Die vreemde bezoeker was F/Sgt J.A. Shepherd, de Nieuwzeelandse staartschutter. Hij werd inderdaad krijgsgevangen genomen, net als Sgt P. Leedham, Sgt N.J. Elsom en Sgt C. Ward.

Omdat zij hun leven te danken hadden aan hun piloot Brinkhurst, die zijn toestel tot op het laatste moment stabiel hield, kreeg die posthuum het DFM.

Datum: 
21/12/1942
Toestel: 
Serienr. / Rompcode: 
Organisaties: 
Locatie
Schaapbalie
Poelkapelle
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
De Decker, Cynrik & Roba, Jean-Louis: RAF-bommenwerpers boven België, De Krijger, 1994