Lancaster NN775 te Bunsbeek

De Lancaster NN775 van 514 Squadron stortte op 5 maart 1945 omstreeks 15u  neer in de Pamelenstraat (net achter de Velp) in Bunsbeek. Deze machine was om 10u35 opgestegen in Waterbeach met 169 andere bommenwerpers en was onderweg naar Gelsenkirchen voor een aanval op een benzineraffinaderij. Het toestel stortte neer op 10 meter van de weg schuin tegenover de vroegere woning van de familie Giedts. Marcel Vranckx uit Bunsbeek zag als 20-jarige  dat het toestel met de neus naar beneden crashte en volledig in de drassige grond aan de Velp verdween. Wrakstukken zouden er nog steeds zitten en men merkt ook vandaag een duidelijk niveauverschil in de weide waar de inslag was.

De zeven inzittenden kwamen om: piloot F/O Holman Kerr (23j), Sgt William Marsden (20j), navigator F/Sgt Sidney Smith (21j), F/O Frank Clarke, F/Sgt Allan Olsen (20j - Australië), Sgt Christopher Hogg (20j) en Sgt Herbert Thomas (23j - Jamaica). Men vond slechts schamele resten die aanvankelijk begraven werden onder een kruis met de vermelding "Bomber Crew (Perhaps 5)". Voor de betrokken families braken bijzonder moeilijke maanden aan, gezien ze lange tijd in het ongewisse bleven omtrent het lot van de bemanning. Van Allan Olsen bv. werd enkel een Australische badge gevonden - aangezien hij de enige Australiër was, betekende dit dat ook hij met zekerheid omgekomen was. De crew van de NN775 rust in een collectief graf te Heverlee.

De opgraving van de NN775

De ochtend van 11 november 2016 startte de opgraving van het wrak van de NN775. Een enthousiast team van ruim zestig mensen zou er drie dagen werken om de wrakstukken op te graven.  Bekijk hier de filmbeelden.

Eerst werd de teelaarde verwijderd teneinde een zicht te krijgen op de inslagkrater. Hieruit bleek dat de tekening in de bodem verrassend goed overeen kwam met de eerdere detectie.  Over vrijwel de hele lengte werden restanten van de vleugels gevonden. Aan de hand van de vondst van de rubberboot (de "dinghy"), welke zich in de stuurboordvleugel bevond, kon snel bepaald worden hoe het vliegtuig in de bodem verdween. 

Dankzij de bronbemaling en de inzet van een zware graafmachine kon tot op de maximale diepte gewerkt worden.  

De aarde die uit de krater kwam werd nog eens gezeefd om alle stukken te recupereren. Terzelfertijd werd de oorspronkelijke ligging met GPS geregistreerd. De archeologen slaagden er aan de hand van de bodemverkleuringen in vast te stellen tot waar de bergingsactiviteiten van 1945 en 1946 reikten.  Aangezien nu tot onder de inslagkrater, in de moederbodem kon gegraven worden, mogen we ervan uitgaan dat bij dit onderzoek alle resterende wrakdelen van de NN775 geborgen werden. 

Samenvattend kan gesteld worden dat alle vier de motoren, de beide landingsgestellen, en belangrijke delen van de romp terug aan de oppervlakte kwamen. Het blijft voorlopig een raadsel waarom delen van de staart, maar veel minder van het voorste deel (cockpit) gevonden werden. 

Zoals verwacht werden ook stoffelijke resten opgegraven, welke met de nodige piëteit verzameld werden. Deze worden onderzocht door een fysisch antropologe en nadien aan de bevoegde autoriteiten overgedragen. 

Tevens werden een aantal objecten aangetroffen welke rechtstreeks gerelateerd kunnen worden aan de bemanning: een polshorloge, delen van een vliegmuts, zuurstofmaskers, onderdelen van de elektrisch verwarmde kledij, een uniformmuts, en een aantal wat Britse munten.

Uiteindelijk bleken ettelijke tonnen materiaal - een groot deel van de NN775 - na registratie weggevoerd. Dit wordt nu allemaal aan een maandenlang onderzoek onderworpen, teneinde alle mogelijke informatie te verzamelen. 

De aarde die uit de krater kwam werd nog eens gezeefd om alle stukken te recupereren. Terzelfertijd werd de oorspronkelijke ligging met GPS geregistreerd. De archeologen slaagden er aan de hand van de bodemverkleuringen in vast te stellen tot waar de bergingsactiviteiten van 1945 en 1946 reikten.  Aangezien nu tot onder de inslagkrater, in de moederbodem kon gegraven worden, mogen we ervan uitgaan dat bij dit onderzoek alle resterende wrakdelen van de NN775 geborgen werden. 

Samenvattend kan gesteld worden dat alle vier de motoren, de beide landingsgestellen, en belangrijke delen van de romp terug aan de oppervlakte kwamen. Het blijft voorlopig een raadsel waarom delen van de staart, maar veel minder van het voorste deel (cockpit) gevonden werden. 

Zoals verwacht werden ook stoffelijke resten opgegraven, welke met de nodige piëteit verzameld werden. Deze worden onderzocht door een fysisch antropologe en nadien aan de bevoegde autoriteiten overgedragen. 

Tevens werden een aantal objecten aangetroffen welke rechtstreeks gerelateerd kunnen worden aan de bemanning: een polshorloge, delen van een vliegmuts, zuurstofmaskers, onderdelen van de elektrisch verwarmde kledij, een uniformmuts, en een aantal wat Britse munten.

 

Voor meer informatie, ga naar https://lancasterglabbeek.weebly.com/


 

Datum: 
05/03/1945
Toestel: 
Serienr. / Rompcode: 
Organisaties: 
Locatie
Pamelenstraat
Bunsbeek
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
Chorley W.R.: Bomber Command Losses, 1945
Commonwealth War Graves Commission
Australian War Memorial - file F/O Frank Clarke
informatie vertrekt door Benjamin Cleynen (mailverkeer juli-augustus 2012, november 2015)
informatie verstrekt door burgemeester Peter Reekmans, Glabbeek (mail van 18 september 2015)