Hamilcar te Bellem

Tijdens de oorlogsjaren woonden we in de Zwagerhullestraat te Bellem, in een wijk die bekend stond als het Bellems Hoekske. Deze was gelegen ten noorden van het kanaal Gent-Brugge.

In het begin van september 1944 werd Bellem bevrijd. Tijdens hun aftocht hadden de Duitsers de brug doen springen - de wijk was dus afgesloten van het dorpscentrum.

Begin september was ook de tijd dat de aardappelen gerooid werden. Op dinsdag 19 september waren we op het aardappelveld van mijn ouders bezig.

De volgende gebeurtenis op 19 september 1944 is bijna onwisbaar in mijn geheugen gegrift. Ik was toen zes jaar oud.

Boven Ursel verscheen een Halifax-sleepvliegtuig met achter zich een reusachtig Hamilcar-zweefvliegtuig aan de horizon. Het was een bewolkte dag met zonnige perioden. Plots zagen we dat door kabelbreuk de Hamilcar loskwam van de sleper. Van uit mijn gezichtspunt scheen de zwever een duik te maken naar Ursel-dorp. Die heeft dan een glijvlucht over de velden uitgevoerd en is veilig geland op 200 meter van de Gottebeek. De huizenhoge Hamilcar (spanwijdte 33 meter !) was terechtgekomen op landbouwgrond tussen de Gottebeekstraat, Kloosterstraat en Zwagerhullestraat, op een vierhonderd meter van ons huis.

De voorbije jaren wist ik met de hulp van de betrokken vliegeniers en hun familie het hele voorval te recontrueren.

Operatie Market Garden begon twee dagen voor de landing die ik als kleine jongen zag in Bellem. Op 17 september 1944 moest Flying Officer Vincent Blake met zijn Halifax (rompcode “9U-F”) de Horsa LH364 naar Arnhem slepen. De Canadees Blake was een piloot heel wat ervaring. Hij kreeg een opleiding tot bombardemenstpiloot in de 22 OTU, en daarna op Halifax in de 1659 Conversion Unit. Vanaf maart 1944 werd hij ingeschakeld voor bijzondere SOE-opdrachten, om wapens en ander materiaal te droppen voor het verzet. Zo vloog hij dertien maal naar Frankrijk, drie maal naar België, alsook naar Nederland, Noorwegen en Denemarken. Na een training in het slepen van zweefvliegtuigen werd hij ingezet op D-Day boven Normandië, en in augustus moest hij naar Brest vliegen. Op 17 september stonden hij en zijn bemanning klaar voor het volgende hoofdstuk van de Tweede Wereldoorlog : Operation Market Garden, de inname van de bruggen over de Nederlandse rivieren.   Dat de inzet van zweefvliegtuigen niet altijd vlot verliep, mag blijken uit wat er die dagen gebeurde vanaf Tarrant Rushton, het vliegveld waar een belangrijke groep zweefvliegtuigen startte. Blake steeg op om 10.25 uur, maar nog boven Engeland brak de kabel en de Horsa streek neer bij Andover. De Halifax landde om 11.50 uur weer op Tarrant Rushton. Diezelfde avond, om 20.14 uur, steeg Vincent Blake weer op, ditmaal met de “9U-S”. Ditmaal liet hij de Horsa boven Arnhem los, en keerde hij alvast veilig terug.

De dag nadien, 18 september, was “onze” Hamilcar klaargemaakt om naar Arnhem gesleept te worden – op de neus was met krijt het nummer 903 aangebracht – deze combinatie werd dan ook als “Chalk 903” geregistreerd. Het was Pilot Officer Shapley die de Halifax bestuurde. Om 11.23 uur steeg het duo op, maar nog voor ze aan het Kanaal waren kreeg de sleper motorproblemen, en moest Chalk 903 van elkaar gekoppeld worden. De Hamilcar maakte een veilige landing te Chimbolton, en werd diezelfde nacht nog teruggebracht naar Tarrant Rushton.

Op 19 september stond dezelfde Hamilcar 903 terug klaar, met aan het stuur Captain Bernard Halsall en Sergeant John Lodge van het N°7 Flight, C-Squadron van het beroemde Glider Pilot Regiment. Ook Bernard Halsall was iemand met een bewogen carrière.Op dat moment was hij 23 jaar oud, in juli 1942 had hij het Glider Pilot Regiment vervoegd. Eerst leerde hij vliegen met Tiger Moth en Miles Master. In 1943 nam hij deel aan de invasie van Sicilië. Bernard verdedigde de brug in Syracuse, raakte gewond en werd krijgsgevangen genomen. Toen de kolonne met POW’s op een Britse patrouille stootte, kon hij ontsnappen. Terug in Groot-Brittannië leerde hij met de enorme Hamilcar vliegen, en nu stond hij klaar om deel te nemen aan Market Garden.  De “tug” werd nu weer bestuurd door de Canadese Flying Officer Vincent Blake.

In 2003 had ik het geluk contact te maken met zweefvliegpiloot Captain Bernard Halsall. Hij beschreef me zijn vlucht :

“Vanaf Tarrant Rushton was het plafond heel laag en we hadden de grootste moeite met het sleepvliegtuig voor ons in het oog te houden (n.v.d.s. : de kabel was honderd meter lang !). Nadat we de kust waren gepasseerd, besloot de piloot om te proberen naar meer open lucht te klimmen, maar kort daarna, in een dik wolkendek, brak de kabel. We daalden om betere zichtbaarheid te krijgen vanop 1000 voet tegen 85 mijl per uur. Er bleef ons ongeveer één minuut vliegen over. Het veld dat ik uitkoos, leek mij het groenst. Dus daar kon ik me makkelijk op richten. Ik herinner me niet dat ik bomen zag, maar toch raakten we ze even met de wielen. De landing verliep OK, niemand raakte gewond. Een groepje mensen kwam uit de nabijgelegen boerderij aangelopen om te zien wie we waren. De sleper maakte een rondje om er zich van vergewissen dat alles in orde was met ons. Ik zwaaide OK en ze vlogen huiswaarts.”

De Hamilcar was geladen met een 17-pounder antitankkanon en een Morris-tractor met zeven soldaten van de F-troop, 2nd Airlanding Anti-tank Battery. Ze waren zeer dringend nodig voor de door de Duitsers omsingelde luchtlandingstroepen van Generaal-Majoor R.E. Urquhart ten westen van Arnhem. Het open voertuig, de Morris, en het kanon is dan met de volledige bemanning via de Zwagerhullestraat in de richting van Ursel gereden, met de hulp van de Witte Brigade. Bernard Halsall was op 21 september in Nijmegen :

“Wij reden oostwaarts en belandden uiteindelijk op het hoofdkwartier van de Canadese Divisie die we vervoegden en trokken verder naar Nijmegen. We konden niet verder geraken en wachtten tot de luchtlandingsdivisie zich terugtrok uit Arnhem.  De volgende dag werden we naar Eindhoven gebracht en vandaar overgevlogen naar Tarrant Rushton. “

De Hamilcar bleef lange tijd op de akker staan. Later werd hij door de omwonenden afgebroken. Vincent Blake, de piloot van de Halifax, overleed in 1991 na een carrière in de RCAF en in  diverse ambassades.

Bernard Halsall nam nog deel aan de oversteek van de Rijn in maart 1945. Toen ik hem leerde kennen liet hij weten :  ’How I would love to stand in that field again’.

Op 2 oktober 2003 kon ik hem op zijn verzoek de juiste landingsplaats aanwijzen. Bernard Halsall en zijn echtgenote Constance werden verwelkomd en gehuldigd door de Heemkundige Vereniging Emiel Mettenanxt van Bellem.

Datum: 
19/09/1944
Serienr. / Rompcode: 
Locatie
Gottebeekstraat
Knesselare
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
Bral Leo; Chalk 903 - De Hamilcar van Bellem, in: Contact