Halifax te Haasdonk

Op 24/25 april 1944 vloog RAF Bomber Command weer in gespreide gelederen aan: er trokken formaties naar Karslruhe en München, terwijl voor de kust trainingseenheden patrouilleerden die de nachtjagers moesten aantrekken. De nachtjager Heinz Schnaufer was om 00.12 uur met zijn bemanning Friedrich Rumpelhardt/Willem Gänsler vanop Sint-Truiden vertrokken. Veel hoop hadden ze aanvankelijk niet – er sijpelde regenwater in hun cabine en er was veel bewolking. En bovendien viel Rumpelhardts SN-2 radar uit, waardoor hun Messerschmitt met code G9+DF elektronisch blind was. Maar ongeveer twee uur later zat hij op het goede pad, want hij zwom mee met de stroom “Viermots” die huiswaarts keerde. Dit was vooral aan Willem Gänsler te danken, want het was hij die met zijn kattenogen de doelwitten zag.  Rumpelhardt kreeg weer enkele aanwijzingen van het grondstation, nu vlogen ze verder in noordwestelijke richting. Schnaufer opende weer het vuur.[i] Dit keer is het de Halifax LW622 van het 192 Squadron. Hiermee hadden ze wel een zeer bijzonder toestel weten neer te halen. Dit toestel was niet enkel voorzien van de gebruikelijke bommenlading, maar was ook uitgerust met gesofisticeerd radar- en radioapparatuur. Het was de taak van de bemanning om de Duitse radarposten in kaart te brengen en ze tevens te storen. Daarom waren er ook acht leden aan boord waaronder de “Special operator”. De bommenrichter fungeerde nu als derde boordschutter vooraan. Over hun specifieke opdracht is niets geweten, het logboek van het Squadron vermeldde dan ook niets meer dan: “Special duty flight to Karlsruhe” – speciale opdracht naar Karlsruhe.

De Halifax kwam in een weide neer, net naast de boerderij van de familie van Geystelen, op de grensscheiding van Melsele en Haasdonk.[ii]

De lichamen van de acht bemanningsleden werden reeds de volgende morgen geborgen – er was al lijkroof gepleegd - en met een opgevorderde vrachtwagen overgebracht naar de Fort III begraafplaats in Borsbeek. Na de oorlog werden de bemanningsleden allemaal overgebracht naar het Schoonselhof in Antwerpen. De Canadese familie Morris werd er maar eerst in september 1944 van op de hoogte gebracht. Hun zoon, Frederick ‘Fred’ Morris, en tevens de radio-operator aan boord, kreeg bij zijn geboorte de naam van zijn oom die op 16 september 1917 aan het front in Frankrijk sneuvelde. Hij ligt begraven op het kerkhof van Aix Noulette in de nabijheid van het Noordfranse Lens. Daarmee liggen ze op nauwelijks 150 kilometer van elkaar begraven.

De jongere broer van de in 1944 omgekomen Fred Morris, Bob, kwam reeds vroeger naar België op bezoek. De tweede keer was toen er op zondag 24 april 2005 een gedenkplaat werd onthuld in Haasdonk, dit op initiatief van het Belgian Aviation History Association Archaeology Team en het gemeentebestuur van Beveren. De gedenkplaat zelf bevindt zich langs de Heirbaan.




[i] Het juiste uur is niet te bepalen. In het Leistungsbuch van Schnaufer staat 02.30 uur vermeld, daartegen staat in het Leistungsbuch van Rumpelhardt 02.38 uur genoteerd.

[ii] Feldwebel Schirm, Flieger Dreher, en Flieger Rickert, van het 8 Kompagnie Flieger Regiment 53 zagen het allemaal van op de grond gebeuren.

 

Datum: 
25/04/1944
Serienr. / Rompcode: 
Organisaties: 
Locatie
Heirbaan
Haasdonk
be
Type Locatie: 
Incident