Halifax bij Heppeneert

Om 3u.05 stortte ten zuidoosten van Heppeneert (Maaseik) één van de zeventig Halifaxes neer die die nacht ingezet waren tegen Dusseldorf. Het was de 'LQ-T' (W7718) van het 405 Squadron die om  00u.34 de startbaan van Pocklington verlaten had.

De 'LQ-T' had voor de eerste maal twee bommen van elk 4000 pond in z'n buik. De bemanning was niet erg tevreden met deze lading. Hoewel de Halifax zo'n gewicht kon torsen, moesten de bomdeuren open blijven, wat een grote beperking in snelheid en wendbaarheid teweegbracht. De piloot van de Halifax, de Canadese Sgt D.E. West, slaagde erin tot 13 000 voet te klimmen, maar geraakte niet hoger. Boven Den Haag kruiste de Halifax de kust. Bij het aanvliegen van het doel moest Sgt West voortdurend zwenken om de Flak en zoeklichten te vermijden. Dit bleek uitermate moeilijk doordat de bommenluiken openstonden en de overbelaste Halifax verloor voortdurend hoogte. Het toestel kwam op zo'n 8000 voet boven Düsseldorf aan en de bommenrichter, de Australische Sgt R.E. Pearce, was maar al te gelukkig dat hij de loodzware vracht in het midden van de vuurzee kon droppen.

Het vliegtuig draaide naar het zuidwesten, maar na een paar minuten zag de staartschutter, Sgt Ivor Watters, een Ju 88 naar de staart komen. Deze zou hij weten neer te schieten. Kort daarna werd het toestel geraakt door Flak, waarbij de radiotelegrafist, de Canadese P/O Laurent Nadeau, gewond werd. Verscheidene granaatsplinters drongen doorheen zijn vliegpak in zijn benen. 

Het vliegtuig dook in een tolvlucht, de piloot slaagde erin zijn bommenwerper terug recht te trekken maar toen bleek dat de buitenste bakboordmotor brandde.

Kort daarop werd de cabine doorboord door een verbeten nachtjager. Het vliegtuig viel weerom stuurloos naar beneden en een onbekende stem gaf bevel tot springen.

F/Sgt Ivor Watters sprong als eerste, gevolgd door de Canadese navigator P/O W.R. Bandeen en de zwaar gewonde radiotelegrafist Nadeau. De bommenrichter Pearce was de laatste om de machine te verlaten, op zo'n 4000 voet. Bengelend aan zijn parachute zag hij hoe de bommenwerper nog twee keer tuimelde alvorens op de grond te ontploffen.

Kort daarop werd in zijn richting met een lichtpistool geschoten. Minutenlang zeilde de lichtkogel door de lucht. Intussen belandde Pearce in een boom.

Hij gooide zijn parachute in een snelstromend riviertje en zocht naar de twee andere leden van zijn bemanning. Het duurde niet lang of hij vond de gewonde radiotelegrafist, Laurent Nadeau, met zware wonden aan zijn linkervoet en been. Pearce hielp hem van zijn parachute en mae west af en gooide deze eveneens in de rivier. Vervolgens trachtte hij zijn gewonde vriend te helpen. De bommenrichter probeerde hem op z'n rug te dragen, maar dit was veel te pijnlijk. Pearce moest een erg moeilijke beslissing nemen. Ofwel zou hij bij Nadeau blijven, en onvermijdelijk in krijgsgevangenschap belanden, ofwel zou hij het op een lopen zetten. De Australiër liet zijn Canadese strijdmakker erg tegen zijn zin achter.

Het was volle maan, en Pearce marcheerde tot zonsopgang, tot hij een boerderijtje vond . De vrouw des huizes reikte hem oude kleren aan en vervolgens ging hij zich verbergen in het bos. "'s Avonds keerde de zoon terug," aldus Pearce. "Hij had een briefje bij zich waarop in gebroken Engels stond dat ik nu veilig was en dat ik binnen de 48 uur in Engeland zou zijn. Ik keerde terug naar het huisje. In de ochtend van 3 augustus, omstreeks 4 uur, kwam er een man en we namen de tram richting Luik. De tocht duurde haast drie uren. In Luik bracht men mij naar een café waar ik een oudere man zat. Die bracht me naar een huis waar twee oude dames me twee dagen verborgen hielden. Een jongeman begeleidde me tenslotte naar Brussel, waar ik in een organisatie gebracht werd die me weer naar Engeland bracht."

Het duurde niet lang of de bezetter had de overige bemanningsleden van de 'LQ-T' ingerekend. Het waren naast de piloot en zijn navigator, de boordmeccano Sgt D. Gibbons en de Canadese rugkoepelschutter Sgt J.H.G. Howard. De staartschutter, Sgt Ivor Watters, overleefde de valschermsprong niet, zijn graf vinden we terug te Heverlee.

We weten niet lang hoe lang het geduurd heeft vooraleer de zwaar gewonde Laurent Nadeau werd gevonden. Hij werd naar het Bordetinstituut gebracht voor verzorging, maar bezweek er op 3 augustus. De Duitsers verzorgden zijn begrafenis op de begraafplaats van Brussel-Evere, waar hij nog steeds rust.

Datum: 
01/08/1942
Serienr. / Rompcode: 
Organisaties: 
Locatie

Heppeneert
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
De Decker Cynrik & Roba Jean-Louis, RAF-bommenwerpers boven België, 1942, De Krijger, Erpe, 1996