Georges Jaspis DFC

“Ik werd geboren in Opprebais. Reeds in 1937 – ik was toen 21 - had ik mijn burgerlijk vliegbrevet gehaald. Het jaar daarna begon ik met een opleiding in de Belgische luchtstrijdkrachten, en in mei 1940 werd ik als jachtvlieger ingezet op Fiat CR.42 (n.v.d.s. de 5/III/1, eenheid die in mei 1940 even op Aalter verbleef). In april 1942 besloot ik naar Groot-Brittannië te vluchten – op nauwelijks zeventien dagen stond ik er ! Na een opleiding in de Royal Air Force werd ik in juni 1943 in het 609de ingedeeld. Mijn training had ik afgerond op de lichtere Hurricane, het verschil met de machtige Typhoon was erg confronterend. Ik kreeg mijn instructies in de cockpit en hop, ik kon vertrekken.

Op 2 november 1943 behaalde ik mijn eerste overwinning; een Bücker 133 die ten noordoosten van Parijs neerstortte. Op 10 januari 1944 was het de beurt aan een Ju 88 die bij Melsbroek neerkwam – het was de honderdste overwinning van de Belgen in de RAF. Op 26 februari schoot ik  een Ju 88 in de diepte tussen Charleroi en Fruges. Drie dagen later nam ik deel aan de laatste overwinning in 609 waarin Belgen betrokken waren; een Ju 188 werd door mij en vijf andere piloten geclaimd.  Eind 1943 gingen we ons steeds meer specialiseren in grondaanvallen. We moesten oefenen met droppen van bommen, en intussen schuimden we Frankrijk en België af op zoek naar treinen, konvooien en andere militaire doelwitten. Bij het Franse Chaunes beschoot ik eens locomotief, die explodeerde. Ik scheerde door de rookwolk en toen ik terug op de basis landde, zat ik onder het kolenstof !

Tijdens de eerste helft van 1944 werd ik even uit operaties genomen, maar met de invasie van Normandië gingen we er weer tegenaan. We hadden nu raketten, vier onder elke vleugel. Daarmee hadden we een ongelooflijke vuurkracht die met vrij grote precisie kon gebruikt worden. Let wel : we kregen nauwelijks training om te leren werken met raketten. Op 10 juni landden we eindelijk op het bevrijde continent – de strip B.5 bij Le Ferme Camilly. Vandaar vlogen we dag na dag in de aanval tegen tanks, Duitse hoofdkwartieren...”

Zo schoot Jaspis op 9 november 1944 een lichte flakpositie overhoop, “en als er al overlevenden waren, dan zullen ze nu wel een gezond ontzag hebben voor onze Tyffies – als ze dat al niet hadden”, aldus het oorlogsdagboek van 609 Squadron. Georges Jaspis kon na de landing opgelucht adem halen. Hij had voldoende vlieguren bereikt en missies gevlogen, en mocht beschikken. Na maandenlange vrijwel onafgebroken inzet mocht men niet meer van een mens vragen. Na een verlofperiode schoolde de RAF hem om tot transportpiloot. En hij zou met grote vliegtuigen blijven vliegen. Gezagvoerder Georges Jaspis was de man die de eerste Boeing 747 “Jumbo” van zijn luchtvaartmaatschappij Sabena overvloog uit de Verenigde Staten.

 

Toestel: 
Organisaties: 
Personalia: 
Jaspis Georges
Locatie


Bronnen: 
Cynrik De Decker, interviews met Georges Jaspis in 2002