Florent Van Rolleghem, piloot bij Bomber Command

Florent Van Rolleghem werd op 10 november 1912 geboren te Dendermonde, waar zijn vader, Florent, en moeder Clara Roland, een woning betrokken in de Kasteelstraat. Op 1 september 1927 begon hij zijn schooljaar als leerling aan de kadettenschool, een opleiding die een logisch vervolg aan de Miltaire School kende. Na zijn dienst in de Cavalerie en het 2de Regiment Lansiers ging hij naar het 2de Regiment van de militaire luchtvaart als waarnemer. Hij behaalde het brevet van piloot. In 1938 gaf hij les aan de luchtvaartschool van Evere als leraar.

Op 13 mei 1940 zat hij met de vliegschool in Frankrijk, maar hij verkoos na enkele maanden terug te keren naar België.

Florent Van Rolleghem kreeg een betrekking aan de staat, en trad toe tot het Geheim Leger. Op 24 april 1941 vluchtte hij uit België, via Frankrijk en Spanje. Op 3 mei 1941 zat hij opgesloten in het kamp van Miranda. Hij was voor de rest van het jaar politiek gevangene, maar werd op 11 januari 1942 op vrije voeten gesteld, om uiteindelijk via Gibraltar op 11 maart van dat jaar voet op Britse bodem te zetten.

Op 9 juni 1942 nam Van Rolleghem dienst in de RAF als vrijwilliger. Maar aangezien Van Rolleghem in het Belgische 3de Regiment gediend had, dat voor bombardementsopdrachten ingezet werd, werd hij in de RAF niet naar het Fighter Command, maar naar het Bomber Command verwezen. Na vier dagen in de Elementary Flying School bleek dat hij nog niets van zijn vliegkunsten verleerd was. Hij werd doorverwezen naar Tern Hill en Ossington waar hij op de tweemotorige Airspeed Oxford leerde vliegen. Twee maanden later ging de training verder op een Whitley-bommenwerper. Tijdens een 'dinghy-drill', een reddingsoefening met opblaasboot, leert hij een bemanning kennen waarmee hij goed op kan schieten. Het zijn een navigator, Gilbert Agar ; een bommenrichter, Sgt Bill Carlin ; een radiotelegrafist; Sgt Tim Procktor en een staartschutter, de Canadese P/O Roy McLeod. Op 26 februari 1942, de bemanning is dan in de 81 Operational Training Unit, vliegen ze een "nickel"-operatie. Het was de bedoeling de bemanning een eerste, betrekkelijk ongevaarlijke oorlogsopdracht te doen uitvoeren boven Rouen. Er zouden geen bommen gedropt worden, doch pamfletten. Van Rolleghem kan deze missie als zijn eerste 'operatie' in zijn logboek optekenen. Aan het eind van de maand maart worden Van Rolleghem en zijn vierkoppige bemanning naar Lindholme overgebracht, naar de 1656 Heavy Conversion Unit. Hier wordt gedurende vier weken getraind op zware, viermotorige bommenwerpers. Maar wat belangrijker was, de bemanning werd er aangevuld met Sgt Philip Vickers, een boordmeccano, en Sgt R. White, die voortaan Van Rolleghems rugkoepelschutter zal zijn.

Bomber Command heeft er nu een nieuwe bemanning bij. De Dendermondse Flight Lieutenant en zijn bemanning worden doorgestuurd naar Elsham Wolds, de basis van 103 Squadron. De hele opleiding had net niet één jaar geduurd.

De bemanning begint er aan een 'tour' van operaties. Bomber Command verwachtte van haar vliegeniers dat zijn tijdens die eerste reeks dertig operaties zouden vliegen vooraleer vrijgesteld te worden van verder opdrachten. Statistisch gezien hadden ze maar een kleine kans om deze te vervolmaken. Maar daar hielden slechts weinig vliegeniers rekening mee. En wat ze zeker niet konden weten, was dat Bomber Command op dat moment voor de bloedigste periode uit haar geschiedenis stond, een luchtslag die bekend zou worden als "De Slag om het Ruhrgebied".

In de nacht van 30 april/1 mei 1943 steeg Florent Van Rolleghem voor de eerste maal op voor een echte bombardementsraid. Hij neemt plaats in de stoel van de tweede piloot. Zijn bemanning  zou deze nacht nog niet vliegen en wachtte angstvallig aan de rand van de startbaan. Wanneer de Lancaster omstreeks halfzes 's ochtends over de dispersal taxiet, kunnen ze niet wachten hun skipper zijn eerste ervaringen te horen. Het doelwit van de strijdmacht was Essen, het hart van het Ruhrgebied.

Vier dagen later wordt de hele bemanning ingezet bij de raid op Dortmund. Tijdens deze missie wordt hun Lancaster beschadigd, doch de zeven vliegeniers keren ongedeerd terug naar Elsham Wolds.  De week daarop volgt raid nummer vier, met bestemming Duisburg. Florent krijgt hiervoor de Lancaster 'PM-X' toebedeeld, een machine die hem en zijn bemanning in het verloop van hun eerste tour telkens naar huis zal brengen.

Vanaf dan volgden de opdrachten elkaar op, soms twee nachten na elkaar, meestal met intervals van twee à drie nachten. Boven Bochum krijgt de 'PM-X' een treffer in de nabijheid, waarbij een motor, een vleugel en de bomdeuren beschadigd raken. De bemanning komt weerom ongedeerd uit het strijdtoneel, maar in de nacht van 24/25 juni, wanneer Van Rolleghem koers zet naar Gelsenkirchen doorboort een flakgranaat langs alle kanten de 'PM-X'. De gevolgen zijn het meest te merken in de cockpit : de navigator, boordmeccano en de piloot lopen kwetsuren op door de rondvliegende splinters. Maar ook die nacht brengt de 'PM-X' haar bemanning terug naar het continent. Om halfvier zet ze de wielen op het asfalt. De drie gewonde vliegeniers worden meteen verzorgd. Het grondpersoneel krabt zich echter in het haar : na een zorgvuldige telling bleek de Lancaster op 125 plaatsen doorboord te zijn ! De machine zal enkele weken uit roulatie zijn. Florent Van Rolleghem en zijn twee gewonden bemanningsleden eveneens, maar zij staan twee weken later terug paraat om Turijn aan te vallen. Aan het einde van de maand juli krijgen ze hun geliefde 'PM-X' terug. Hij is net op tijd terug om één van de gevaarlijkste opdrachten van de oorlog uit te voeren : Peenemunde, de V-wapen fabriek aan de Oostzee.

Op 7 september 1943, om halfvier 's ochtends, is er geen enkele bemanning op Elsham Wolds zo gelukkig als die van Florent Van Rolleghem : de dertig missies zijn volbracht.

Bill Carlin, de bommenrichter, stapt enkele dagen later en Florent is natuurlijk van de partij. Voor de Dendermondenaar komt nu een periode van relatieve rust. Hij mag enkele maanden de public relations verzorgen op het Air Ministry, om eind november een functie te krijgen als instructeur op de zware bommenwerpers op de 1656 Heavy Conversion Unit.

In maart 1944 is Van Rollegham terug in het 103 Squadron te Elsham Wolds en vervoegt hij er zijn bemanning. Bill Carlin is nu niet meer van de partij. Hij wordt vervangen door P/O William Vanderdasson. Het zal niet de eerste verandering zijn. Florent en zijn bemanning worden op dat moment nog niet ingezet.

Op 22 maart 1944 neemt zijn radiotelegrafist, Tom Proctor, deel aan de raid op Frankfurt, ditmaal als vervanger voor de afwezige telegrafist van F/Sgt MacPurney. Florent en zijn bemanning gaan een onrustige nacht tegemoet. Ze kunnen de slaap niet vatten en wachten op de terugkeer van Tom... Het wachten was tevergeefs. Tom Proctor was vermist en er moest een nieuwe telegrafist gevonden worden. Het werd Sgt Finighan.

Maar er stonden de bemanning veel groter drama's te wachten...

Eind maart 1944 startte Bomber Command haar 'Transportation Plan', waarbij getracht werd de aanvoerlijnen via het spoor naar het invasiefront op voorhand af te snijden. In de nacht van 10/11 april 1944 kreeg Van Rolleghem opdracht op het rangeerstation van het Franse Aulnoye te bombarderen. Hij kreeg hiervoor terug een Lancaster met de rompcode 'PM-X'. De nacht daarop werd het station 'Rothe Erde' te Aken bestookt.

Maar onze Dendermondse 'skipper' had met gezondheidsproblemen te kampen. Maagklachten bezorgden hem tijdens de voorbije twee missies heel wat problemen, en hij werd twee dagen later naar een hospitaal doorverwezen. De diagnose was dat hij een maagzweer had. Er waren twee oplossingen : een operatieve ingreep of een streng dieet. Er werd voor de laatste mogelijkheid geopteerd, ook al omdat hij hierdoor niet zo lang uit roulatie zou zijn.

Zijn bemanning bleef werkloos op de basis. Ze voelden er niets voor om zonder 'Rollo' boven bezet gebied te trekken. Maar de dagen verstrijken, de verliezen nemen toe, en ze zouden de dans niet ontsnappen. Desnoods kregen ze maar eens een andere piloot. Op 2 mei bezoeken McLeod, White en Vickers hun piloot in het hospitaal van Ranceby. De patient stelt het goed, maar mag nog niet meteen het bed uit. Zijn drie bezoekers worden echter uitermate ongerust, ze vrezen immers met iemand anders te moeten vliegen en laten dat ook blijken aan hun piloot. Van Rolleghem stelt hen gerust, zo'n vaart zal het nu ook wel niet lopen.

Vier dagen later krijgt Van Rolleghem een tiendaags verlof. Hij begeeft zich onmiddellijk naar Elsham Wolds en vraagt er een onderhoud met de bevelhebber, Wing Commander Goodman. En heftige discussie volgt, en de Wing Commander heeft een voorstel dat te nemen of te laten is : Goodman zal zelf nog één missie met Rollo's crew vliegen. En dan krijgen ook zij verlof. Van Rolleghem is furieus, maar kan slechts het voorstel aanvaarden. Hij bemerkt echter dat zijn bemanning er nog minder mee opgezet is.

In de nacht van 12 mei wordt Hasselt aangevallen. Wing Commander Goodman kiest er Rollo's 'PM-X' uit, neemt de bemanning bij zich in het vliegtuig en vertrekt...

Op het moment dat de strijdmacht boven Hasselt hing, cirkelden boven Leuven en Leopoldsburg, eveneens Britse formaties. Een dikke laag mist boven Hasselt verhinderde de Master Bomber de nodige berekeningen uit te voeren. In de gelederen van Wing Commander Goodman's squadron heerste verwarring. De eigen Master Bomber gafg het bevel met de bommen terug te keren, maar twee piloten hoorden in hun radio het bevel "Bomb Red Target Inidicators", waarschijnlijk van de Master Bomber die boven Leuven hing.

Vervolgens gaf Goodman het bevel terug te keren.

Kort daarop werd het 103 Squadron door de Duitse nachtjacht bestookt. De machine van P/O Whitley stortte brandend neer.

Om 00u.43 besluipt Oblt Baake van de I./NJG 1 de 'PM-X'...

Doordat de bommen nog aan boord waren, zijn de gevolgen voor de bemanning verschrikkelijk. Wanneer de Duitsers de volgende uren bij de crashlokatie arriveren, vier kilometer ten zuiden van Oostmalle, kunnen ze slechts één bemanningslid terugvinden : de rugkoepelschutter 'Lofty' White. Van de overigen geen spoor.

Bovendien loopt bij de teraardebestelling op Fort III te Borsbeek het één en het ander fout. Onbegrijpelijkerwijze wordt White in hetzelfde graf gelegd als de bemanning van P/O Whitley. 

Na de oorlog, in april 1947, werd besloten de andere bemanningsleden te bergen. Zij werden voor korte tijd in Neufchateau begraven, doch kregen op 3 juni 1946 hun definitieve rustplaats op het Schoonselhof.

Vijf dagen later komt Van Rolleghem - hij is intussen gepromoveerde tot Squadron Leader - terug op Elsham Wolds en verneemt hij het lot van zijn vliegtuig, de 'PM-X', Goodman en zijn bemanning. De piloot blijft verweesd achter. En toch moet hij binnenkort weer vliegen. In de nacht van 21/22 mei vliegt hij terug, ditmaal met de 'PM-K'. Er zouden nog vele verschillende machines volgen, zijn 'X for X-Ray' was hij voorgoed kwijt.

Met de nieuwe bemanning kon hij het wel goed vinden. Het aantal missies volgde gestaag, en op 3 augustus 1944 zat de tweede tour (twintig missies) er op. Het squadron was op dat moment betrokken in een reeks daglichtraids boven Frankrijk. Ze besloten door te zetten en een derde tour aan te vangen.

De Belgische Squadron Leader was erg geliefd bij zijn bemanning. Zijn navigator, Wilfrid Pickering, herinnerde zich later : "Hij was een fantastische man en een geboren leider. Wij als bemanning meenden dat we wel ontzettend veel geluk hadden zo'n piloot te hebben.

"Van" leende wel eens de Oxford van de Wing Commander. Hij kende Engeland niet zo goed en we trokken er samen op uit."

Ook zijn staartschutter, J. Murray, steekt zijn lof voor Van Rolleghem niet onder stoelen of banken : "Hij was een uitzonderlijk goed officier en een echte gentleman, een fantastisch leider en piloot. Met veel moed en volharding slaagde hij erin de 'job' uit te voeren.

Op 15 augustus 1944 kreeg hij de opdracht een doelwit in België aan te vallen : de brandstofvoorraden te Ertvelde-Rieme. Twee dagen later stond het vliegveld van Bevekom op het programma. De Dendermondenaar kreeg in zijn cockpit trouwens het gezelschap van nog een Belgische piloot : Flight Lieutanant Anselme Vernieuwe. In de nacht van 26/27 oktober 1944 komt een makkelijke opdracht : mijnen droppen boven Heligoland. Om 21u.15 landt Rollo voor de allerlaatste maal zijn Lancaster op de piste van Elsham Wolds. Hij was erin geslaagd drie 'tours' te vliegen, een totaal van 47 missies. Weinigen hadden hem dit voorgedaan.     

Organisaties: 
Personalia: 
Van Rolleghem Florent
Locatie


Bronnen: 
De Decker Cynrik & Roba Jean-Louis: '40-'45 boven Schelde, Dender en Durme, De Krijger, Erpe, 1996