Farman F 41 te Wakken - Charles Kervyn de Lettenhove

Onderluitenant-vlieger graaf Jacques de Meeûs d'Argenteuil (°15 juni 1893 - Lillois) werd beschouwd als één van de beste piloten en kreeg daarom het voorrecht om op 6 juli 1917 met koning Albert I richting Duitse linies te vliegen. Van de entourage van de koning kreeg de piloot voor het vertrek te horen dat hij met zijn passagier zeker niet tot boven de vijandelijke stellingen mocht hangen. Ondanks hevig protest van de vorst hield de Meeûs zich aan zijn opdracht. Toch was Albert zo opgetogen over de vlucht dat hij de Meeûs een uurwerk schonk. De dagen nadien profileerde de Meeûs zich samen met zijn waarnemer onderluitenant-vlieger baron Charles Kervyn de Lettenhove (°29 oktober 1892 - Wakken) als een agressief team. Op 8 juli slaagde het duo er in om met hun 'Horace' een Duits toestel neer te halen. Maar het lot sloeg tegen op 15 juli toen hun Farman onderschept werd door een formatie van Jasta 7, dat waarschijnlijk vanop Roeselare/Torhout opereerde. De machine stortte neer nabij Vladslo. De Duitse soldaten wisten de Meeûs te identificeren aan de hand van inscripties in het uurwerk dat de man enkele dagen daarvoor van Albert had gekregen. Beide bemanningsleden liggen samen in één graf op de begraafplaats van Vladslo. In Wakken staat er een kapelletje ter nagedachtenis van Charles Kervyn.

Datum: 
15/07/1917
Organisaties: 
Personalia: 
Kervyn de Lettenhove Charles
Locatie