De T-70 met aan boord André Glorie en zijn boordschutter, Onderluitenant Jean Vandenbosch, vloog op 11 mei vooraan een formatie van drie Battles die de brug van Vroenhoven aanvielen. Vandenbosch schreef later:
"Wij arriveren boven de brug. Ik maak me klaar om de bommen te lossen, de luchtafweer wordt intenser zodanig dat de uitbarstingen de elektrische bediening van het bommensysteem uitschakelen. Er blijft me niets anders over dan de acht bommen in één salvo te droppen. Om de kansen de brug te raken te vergroten, winnen we weer hoogte en bombarderen we in duikvlucht. Gedurende dit rechtdoorlopende traject hebben de Duitsers alle tijd om ons in het vizier te krijgen en een projectiel in onze motor te jagen, waardoor de hele machine weldra in lichterlaaie staat. De bommen worden gelost, drie vallen op de brug, maar helaas zonder schade te veroorzaken. Er blijft niets anders over dan onszelf te redden en op 145 meter boven de grond spring ik met m'n parachute. Vijf uur later word ik zwaargewond door Duitse brancardiers gevonden.".
Zijn piloot, de tweeëndertigjarige Naamse Kapitein André Glorie, bleef gekluisterd in de stuurzetel van zijn T-70 die te Lafelt tegen de aarde sloeg.
Boordschutter Jean Vandenbosch werd na de oorlog architect en hij tekende uiteindelijk het plan voor het ereperk voor de gevallen vliegeniers te Brussel – zijn piloot Glorie kreeg er een prominente plaats.
Lafelt
be