Deperdussin 1911 Type B

De Deperdussin eendekker (type B) was ontworpen door het aeronautisch genie Louis Béchereau, de constructeur van het later zo beroemd geworden SPAD jachtvliegtuig. Het werd in België ondermeer gevlogen door Joseph d'Hespel.

De aantrekkelijke Deperdussin bezat rechthoekige vleugels, vervaardigd uit houten geraamten met elk twee liggers. Om de rigiditeit ervan te bevorderen lagen de vleugelribben erg dicht naast elkaar, afwisselend met compressieribben gemonteerd.

In contrast met de meeste van zijn tijdgenoten was zowel de boven- als de onderzijde van de vleugel met linnen bekleed, terwijl het vleugelprofiel van het toestel ongewoon dun en vrij vlak was gehouden. De spanwijdte bedroeg slechts 9 m en de koorde 1,80 m, wat een draagoppervlak opleverde van 16 m².

De romp uitlopend in een verticale lijn, bestond uit een rechthoekig geraamte van vier liggers met spanten, onderling verspannen met pianosnaren. Onderaan verstevigde een afneembare schaal in hout het voorste gedeelte van de romp tot onder de zitplaats. In tegenstelling tot de Blériot eendekker was deze romp helemaal met linnen bekleed.

De landingsdraden had men vastgemaakt aan een dubbele verspannen mast, gemonteerd op de bovenste rompliggers, terwijl de vliegdraden bevestigd waren aan de stijlen van het onderstel.

Dit laatste was betrekkelijk eenvoudig van constructie en uitzonderlijk stevig voor zijn tijd. Het bestond uit twee stevige wielen waarvan de as gesoldeerd was aan een stel stijlen in trapeziumvorm en een diagonaalstijl. Dit landingsgestel eindigde op een paar korte vooruitstekende schaatsen die bij de ietwat steile landingen de houten schroef moesten beschermen. Het toestel was echter weinig geschikt om op te stijgen van of te landen op ruw terrein. Die schaatsen waren erg noodzakelijk in die pionierstijd met om de haverklap een noodlanding, maar het onderstel was stukken beter dan het chassis dat men toen gewoonlijk bij de eendekkers aantrof.

De beide staartvlakken vormden een driehoekige stabilo met een gedeeld hoogteroer, een driehoekig kielvlak en een vierkant richtingsroer dat met een voetenstuur werd bediend. Een met rubberstrengen afgeveerde staartsteun verhinderde alvast elke beschadiging van de staartsectie.

De Clerget motor van 50 pk was in de rompneus gemonteerd en daar achter stak de radiator. Aan de spanmast boven de piloot hing een puntvormige benzinecilinder.

Met de stuurkolom in omgekeerde U-vorm kon zowel het hoogteroer als de rolbesturing bediend worden. Voor dit laatste was een wiel op de stuurstang gemonteerd waarmee de piloot de vleugels kon scheluw trekken. (8) Aan het stuurwiel was immers een tamboer bevestigd waarrond de kabels voor het kromtrekken van de vleugel achterranden waren gewonden. Deze rolstuurkabels passeerden over kleine katrolletjes op de hoeken van de U-vormige stuurstang en liepen langsheen de buitenwand van de cockpitruimte naar de vleugelranden.

Halverwege de stuurstangbenen overbrugden zij de horizontaal gespannen kabels die het hoogteroer moesten bedienen. Wanneer men de bestuursruimte bekijkt, valt onmiddellijk op dat door deze inrichting de piloot hier, in tegenstelling tot andere vliegtuigen, in zijn bewegingen praktisch niet wordt belemmerd door allerlei bestuursdraden. Net zoals bij de Antoinette eendekker zat de piloot met heel het bovenlijf buiten de cockpit.

Het voor- en achterwaarts bewegen van de stuurkolom bediende het hoogteroer in de staart met heen en terug kabels (return wires).

Het gas- en ontstekingshendel waren rechts bovenop de stuurstang geplaatst. Het achteraan uitstekend vierkantig richtingsroer kon de piloot uitslaan door het intrappen van het gewone voetpedaal, een dwars gemonteerde stok.

In vlucht was de slanke Deperdussin eendekker 1911 een zeer vliegwillig toestel dat 90 km / u. kon halen, haarscherpe bochten kon beschrijven, maar net zoals bij de latere modellen tijdens de landingen de volle aandacht opeiste van de piloot.

Personalia: 
d'Hespel Joseph
Locatie


Bronnen: 
Major Walter, Vleugels boven Oostende, Flying Pencil, Erembodegem, 2010
Lecomte Georges, Pingouin Vole, (manuscript)