De Franse luchtstrijdkrachten (Armée de l'Air) aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog

Vooral de toestellen van de ZOAN (Zone Aérienne des Armées du Nord) zouden die meidagen over België vliegen.

De jagers waren elk in een Groupement de Chasse (GC) ingedeeld, dat enkele Escadrilles de Chasse telde.

Zes Groepen waren met de Morane 406 (MS 406) uitgerust (GC III/1, III/2, III/3, II/2, II/6 en III/7) ; vijf Groepen vlogen met de Bloch 152 (I/1, II/1, II/10, III/10 en II/8). Evenveel groepen vlogen met Potez 631 (tweezitters) (I/16, I, II, III en IV/13).Inmiddels maakte ook de Dewoitine De 520 zijn intrede. Dit was het enige toestel dat het enigszins tegen het Duitse jachtwapen zou kunnen opnemen. Bovenstaande types waren produkten van de Franse luchtvaartindustrie. Deze werden echter aangevuld met twee groepen Amerikaanse Curtiss H-75 (I/4 en II/5). Volgens een studie van G. Botquin telde de ZOAN 250 eenpersoonsjagers en 40 tweezitters.

Een tweede segment was de verzameling van een hondertal bombardementsvliegtuigen, ingedeeld bij de diverse Groupement de Bombardement (GB) waarvan de helft als modern kan aanzien worden (12e, 34e, 38e en 52e escadres).

Tenslotte waren er de de 18 verkenningsgroepen (Groupement Aérien d' Observation - GAO) die met een hondertal Potez 63-11 en enkele tientallen verouderde toestellen (vb. Les Mureaux) waren uitgerust.

Natuurlijk werd na de eerste schok de ZOAN aangevuld door eenheden die meer in zuiden gestationeerd waren. Maar de eerste 48 uren van het conflict waren het enkel de toestellen van de ZOAN die de Luftwaffe tegemoet gingen. Die dagen vlogen niet alleen Fransen in de Armée de l'Air, maar ook vele Tsjechische en Poolse vliegeniers die na de invasie van hun land bij de Franse strijdkrachten een onderkomen vonden. Enkelen vonden samen met hun Franse collega's hun einde in ons land.

 

Datum: 
09/05/1940
Organisaties: 
Locatie


Bronnen: 
De Decker Cynrik & Roba Jean-Louis: Mei 1940 boven België, De Krijger, Erembodegem, 1993