's Avonds vloog de 5.Staffel van het Jagdgeschwader 2 van het Nederlandse Deelen bij Arnhem naar de Parijse basis Creil. In de buurt van Doornik liep de eenheid in de armen van een formatie geallieerde jagers - waarschijnlijk Thunderbolts - die er meteen drie neerhaalden. De Staffelkapitän van de eenheid, Ridderkruisdrager Oberleutnant Georg Eder stapte ten oosten van Binche uit zijn Bf 109 G-6 (Wnr.20733) maar werd naar eigen zeggen nog aan zijn valscherm beschoten. De Staffelkapitän, die al een dertigatal overwinningen op zijn actief had, kreeg schotwonden in de buikstreek en landde in een veld. Lokale boeren kwamen aangesneld die hem op een karretje naar een nabijgelegen boerderij bracht, waar de piloot op een divan gelegd werd. Een Belgische dokter diende hem de eerste zorgen toe. Eder verbleef vervolgens acht dagen in het Lazarett van Jemappes, om tenslotte tot begin januari 1944 in het Hospitaal van Parijs Clichy te herstellen. Daarna vervoegde hij zijn Staffel.

Eder werd later getransfereerd naar Jagdgeschwader 1 en vocht boven Normandië. Hij eindigde de oorlog als piloot van een Me 262-straaljager.