B-17 te Harchies

Tijdens die namiddag was het de beurt aan de 8th USAAF om het Belgische luchtruim te betreden. De zware verliezen boven Schweinfurt de week daarvoor wogen nog erg door en daarom kozen de Amerikanen een doelwit dat dichterbij lag : Düren. Hiervoor zouden zij vrijwel altijd geëscorteerd kunnen worden door jagers ; maar liefst 338 Thunderbolts en Lightnings waren hiervoor verzameld, nog eens ondersteund door 106 Spitfires.

 

In de buurt van Bergen en Doornik, onderschepten de Schlageter-jagers toch een Vliegend Fort.

De B-17 kwam om 14 uur neer op zo'n 24 kilometer ten zuidoosten van Doornik. Die dag kon een dode geborgen worden en twee bemanningsleden gevangengenomen.

Het was het toestel met rompcode "MZ-P" van de 96 Bomb Group, 339 Bombardment Squadron, gestationeerd op Snetterton Heath, waarvan 2nd  Lt Robert Grimes de gezagvoerder was. Het was de vijfde missie voor de bemanning, die ook deelnam aan de Münster-raid, een missie waarbij de 96 Bomb Group zware verliezen incaseerde.

Zijn copiloot was 2nd Lt Arthur Pickett. De voorbije missies hadden een diepe indruk op de jongeman nagelaten. Kort voor zijn dood schreef hij naar zijn boezemvriend Vic Zeller :

"Veel van de jongens zijn weg nu. Sommigen voor altijd, en anderen zijn ontgetwijfeld krijgsgevangen. Als je zo die Forten ziet exploderen en naar beneden dwarrelen in miljoenen  stukjes, denk je twee keer na. Maar 't kan me allemaal niet zoveel schelen. Ik denk dat ik verdomd te onverschillig ben. Volgende keer moeten we enkele korte plankjes meenemen zodat we eens kunnen wandelen over die flakontploffingen. Man, die zijn groot. Die smeerlappen ontploffen zo'n drie meter van elkaar, echt waar. Thuis vertellen ze dat er in Duitsland meer kanonnen staan dan in de hele wereld. Wel, ze liegen niet. Tot nog toe hebben we nog maar twee kanoninslagen te verwerken gekregen maar heel wat .30 mitrailleurskogels.

En als die Focke Wulf 190's recht naar je toe vliegen met hun vleugels gehuld in vlammen van hun kanonnen, kerel, dat is nog al eens een show... Iedere sukkel die je vertelt dat de Mof geen goeie kisten heeft, die mag je voor mijn part de pot op wijzen. Als iets met me zou gebeuren, schrijf dan alsjeblief een briefje naar die mensen."

Art Pickett zou drie dagen later sterven, als copiloot tijdens zijn vijfde missie.

2nd Lt Jim McElroy was de navigator. Hij herinnerde zich later :

"Het zou een makkelijke missie worden, maar het draaide anders uit.

Alles begon normaal, tot we de briefing kregen en ons vliegtuig. We vonden ons vliegtuig niet meteen. Het was een B-17F met serienummer 42-30372 maar het stond niet bij de andere kisten van het squadron.  Veel van onze vliegtuigen waren de voorbije weken zwaar beschadigd geraakt tijdens diverse gevechten en dus moesten wij een kist van het 413 Squadron nemen. We vonden het niet zo leuk een andere machine te krijgen, maar we hadden geen keuze. Toen we dichterbij kwamen, zagen we dat de naam "Shack Rabbit III" op de neus geschilderd stond.

Toen we boven de Noordzee cirkelden om zo voldoende hoogte te halen om daarna koers te zetten naar de Belgische kust, begon motor N°4 problemen te geven. De laatste weken waren er binnen onze Group heel wat problemen met de turbocompressoren en vandaag leek het onze beurt te zijn. Terwijl de Group klom, zakten wij weg omdat we niet genoeg kracht hadden. De vraag rees : zouden we terugkeren of de missie verder zetten. Bob Grimes, onze eerste piloot en gezagvoerder, moest de beslissing nemen. Erg moeilijk voor een kerel van twintig jaar. Maar hij wilde doorzetten.

Intussen waren we in de buurt van de vereiste kruishoogte gestegen. Hij redeneerde dat als de formatie een klein beetje zou zakken, naar zo'n 24 000 voet, we weer in de formatie zouden passen. Maar onze plaats was al door een ander toestel ingenomen en wij moesten nu in de weinig benijdenswaardige positie van "tail end charlie" vliegen.

Toen we de Belgische kust kruisten en voor de Duitse grens hingen, zagen we voor ons een zware, donkere wolkenbank. Het moet hetzelfde weerfront geweest zijn waardoor de voorbije missies afgelast werden.  Toen de Group de wolken naderde, begonnen deze te klimmen en zo verloren ze ons weer. Wij vlogen al op maximum hoogten en konden niets meer uit onze motoren persen.

Nu waren we een makkelijke prooi en de Duitse jagers gingen in de aanval. Het leek wel alsof ze uit alle richtingen kwamen. Ik greep naar mijn machinegeweer, maar dat haalde niet veel uit."

De aanvaller die als overwinnaar van dit gevecht uitgeroepen werd, was Hauptmann Steindl van de 11.Staffel van het JG 26. Hij behaalde hiermee zijn tiende overwinning. Een andere kandidaat hiervoor was Ltn. Paul Müngersdorf van de Stab II./JG 2 die een B-17 op 3 km ten oosten van  Blaton neerhaalde, vanop 7500 m hoogte. Dat was om 14.18 uur.

"Ze schoten mijn staart er af," aldus gezagvoerder Bob Grimes. "Het toestel ging meteen over tot een neerwaartse tolvlucht. Drie bemanningsleden werden gedood in het vliegtuig.  De staartschutter (S/Sgt George C. Janser) veel mee met de staart, de radioman (T/Sgt Frederick W. McManus) kreeg een kogel door zijn hoofd, en ook de linker zijluikschutter (2nd Lt Jerome C. Nawracaj) sneuvelden. "

Bob Grimes was zelf geraakt door een kogel in het been. Toch kon hij springen. Hij ontsnapte.

Navigator Jim McElroy zat in de neus :

"We werden geraakt in de staartsectie en ons toestel was snel uit controle. We kregen het bevel de machine te verlaten.

Ik trok mijn zuurstofmasker uit en begaf me naar het ontsnappingsluik voor de navigator. Door de centrifugale kracht, die het toestel rondslingerde, was het een heus gevecht om bij dat luik te komen. We vlogen op dat moment op 25 000 voet hoogte. Mijn been raakte even geklemd in het gat maar wat later slingerde ik in het rond.  Door zuurstofgebrek was ik duizelig en herinner met niet meer wanneer ik aan het koord trok.

Ik weet enkel dat ik even later door de lucht zweefde. In de verte zag ik nog een valscherm, maar van het vliegtuig was geen spoor te bespeuren."

Jim McElroy landde in een veld en werd meteen in bescherming genomen door weerstanders. Hij ontsnapte over de Pyreneeën. Hetzelfde overkwam de buikkoepelschutter, S/Sgt Robert W. Metlen en de andere zijluikschutter, S/Sgt Harold T. Sheets.

De bommenrichter , 2nd Lt Charles V. Carlson, landde in een boom, brak een voetbeentje toen hij op de grond smakte. Hij werd door Belgen en Fransen gered en wachtte de bevrijding af. Rugkoepelschutter T/Sgt Theodore R. Kellers werd eveneens in een ontsnappingslijn opgenomen doch werd in Frankrijk gevat.

Wat met Art Pickett gebeurde is niet helemaal duidelijk, maar het lijkt er op dat zijn valscherm zich niet opende. Mensen kwamen toegesneld en namen zijn brieven, ring en vulpen mee. Deze werden na de oorlog naar de familie gestuurd. Art Pickett werd samen met McManus, Pickett  en Jansen op 22 oktober op de gemeentebegraafplaats van Chièvres te ruste gelegd. Ze rusten nu op Margraten.

Op 20 oktober 1993 werd in Harchies de "Place Art Pickett" onthuld, alsook een herinneringsplaquette in de rue de la Place.

 

 

Datum: 
20/10/1943
Serienr. / Rompcode: 
Locatie
Place Art Pickett
Harchies
be
Type Locatie: 
Incident
Patrimonium
Bronnen: 
De Decker Cynrik & Roba Jean-Louis; De Val van de Vliegende Forten, De Krijger, Erpe, 2004
McElroy Jim : "Lucky Jim" - manuscript
Colaw Capt. Becky : Ordinary American, Ultimate Sacrifice" in Airman, oktober 1992.